kabas
kabas (de, -sen)
• | tas, boodschappentas, boekentas |
Dat was thuiskomen, kabas tegen de muur en snel naar het café om mijn twintig pinten te scoren. - LN, 05-10-2002 Maar als ik haar zo zie sleuren met een kabas van ne grote mens... Je mag niet te zacht zijn voor kinderen, maar ik weet niet of al die huistaken en die stress wel de goeie onderwijsmethode zijn. - GvA, 15-12-2001
|
|