impermeabel
impermeabel (de, -s)
• | regenjas van waterdichte stof |
Wellicht durfde hij zich aan een dergelijk verzoek niet te onttrekken en zal hij zich dan, met die pretoogjes van hem, besmuikt lachend en schutterig in de kraag van zijn onafscheidelijke impermeabel hebben verschanst. - DM, 11-07-2001
Hadden we het niet gesnoven: na de heetgebakerde praatjes van de man van Melle (lees Mèle) op het BRTN-programma Schalkse Ruiters kon het niet lang duren of Vlaanderen was vergeven van de Melle-klonen (lees imbecielen). Beige impermeabel, walrussnor, berig. - BvL, 21-02-1997
|
|