Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende hoogdringend hoogdringend (bn. en bw.) •zeer dringend, hoognodig, spoedeisend, onverwijld Een overwerkte patholoog verwisselde de onderzoeksresultaten en vertelde de jonge vrouw dat een amputatie noodzakelijk en hoogdringend was. - HN, 16-12-2002 Vorige Volgende