herdoen
herdoen (herdeed, herdaan)
• | opnieuw doen, overdoen, herstellen |
Toen het bij de aanvang van de derde periode vrij snel 3-0 werd, leek de partij gespeeld. Maar Turnhout vocht terug, en bij een 3-2 tussenstand was alles te herdoen. - LN, 06-01-2003