hapering
hapering (de, -en)
• | moeilijkheid, probleem |
• | onderbreking: zonder haperingen |
De omzetcurve toont sinds de eerste dag een stijgende lijn, met een kleine hapering in 1990. Toen verwoestte een zware brand de bedrijfsinfrastructuur, maar de familie noch de medewerkers legden zich bij de ramp neer. - FET, 28-12-2002
|
|