Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende goed goed -voor je eigen goed, voor je eigen bestwil -op goed-valle-het-uit, op goed geluk af -van/op zijn goed leven, rente-nieren -zwart goed, onteigend kerkelijk bezit, eigendom bij de Franse Revolutie aan kerk of klooster ontroofd Vorige Volgende