geldhond
geldhond (de, -en)
• | geldwolf, geldduivel, vrek |
Want zoals God en Allah hun trouwste gelovigen onverbiddelijk op de proef stellen, zo moet ook de beginnende belegger spitsroeden lopen om te bewijzen dat hij meer is dan een kruising tussen een hebberige geldhond en een bange wezel. - Trends, 25-10-2001
|
|