Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende geit geit (de, -en) •deux-chevaux, 2-CV, eend De wagen, een oud ‘geitje’ van citroën geschilderd in geel-rode kleuren waar iedereen een bod kon op doen, is uiteindelijk verkocht voor de som van 4.250 euro. - GvA, 24-02-2003 Vorige Volgende