Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende feesteling feesteling (de, -en) •iemand die gevierd wordt, feestvarken Samen met zijn vrouw Maria die in 1974 overleed, kreeg de feesteling vier kinderen. - HN, 16-07-2002 Vorige Volgende