facteur
facteur (de, -s)
Als een koning werd de sympathieke facteur met een escorte van zware motoren door De Gagel gereden, de wijk in Merksem waar hij jaar en dag de post bedeelde maar nog zoveel andere goede dingen deed voor de mensen. - HN, 02-07-2002
HET VERDRIET VAN DE POST (1) ‘Straks zijn wij geen facteurs meer, maar street managers!’