Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende exploot exploot (het, exploten) •prestatie, krachttoer Marcel leverde donderdag zelf zijn laatste Tour-exploot af. Hij beklom bij wijze van middagaperitief de col de la Colombière, maar wel in de omgekeerde richting. - GvA, 26-07-2002 Vorige Volgende