Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende dikoor dikoor (de) •bof [ziekte] De verdeling van de kaart houdt verband met het voorkomen van infectieziekten zoals kinderverlamming, kinkhoest, klem, kroep, mazelen, hepatitis B, dikoor, rode hond, griep en hersenvliesontsteking. - LN, 08-12-2001 Vorige Volgende