depanneren
depanneren (depanneerde, gedepanneerd)
• | uit een panne helpen, repareren: een auto depanneren |
• | <fig.> uit de nood helpen, hulp bieden |
Voor één of twee interlands kan hij de zaak depanneren. Hij kan voor een onmiddellijke bevrijding zorgen die winst tegen Rusland kan opleveren. - DM, 13-06-2002