dag
dag
- | de dag van vandaag, vandaag de dag, tegenwoordig |
Ambtenaren van de milieu-inspectie hadden vorige vrijdag vastgesteld dat er tot de dag van vandaag nog afval wordt gestort. - HN, 11-02-2003
- | het is dag op dag x jaar geleden, het is op de dag af x jaar geleden |
5 oktober: Dag op dag dertig jaar geleden begon op Yom Kippur de naar die feestdag genoemde oorlog tussen Israël en zijn Arabische buurlanden.
17 november: Dag op dag dertig jaar geleden werden in Athene studentendemonstraties tegen het militaire regime gewelddadig onderdrukt. - HV, 25-02-2003
- | tot een van de dagen, tot binnenkort |
- | in zijn/een goeie/slechte dag zijn, goed/slechtgehumeurd zijn |
- | in zijn dag(je) zijn, in vorm zijn |
|
|