Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende crapuul crapuul (het) •gespuis, uitschot Ze staan bekend als zware jongens, een beruchte motorbende met wereldwijde vertakkingen. Geen al te beste reputatie dus. ‘Onterecht. Wij zijn geen crapuul’, zegt Serre, leider van de Mechelse Outlaws. - GvA, 13-07-2002 Vorige Volgende