certitude
certitude (de, -s)
• | zekerheid, vaststaand feit, vaste waarde |
Julie Vanoosthuyse van het Kano en Kajak Team Kortrijk is met haar 10 jaar de jongste deelneemster aan de marathon. Al één jaar is zij actief lid. Dat zij vrijdagnamiddag Ieper haalt, is voor haar bijna een certitude. - HN, 23-07-2002
|
|