brug
brug
- | de brug maken, vrij nemen of krijgen op een brugdag |
‘Gelukkig gebeurt dit op een dag dat veel pendelaars de brug maken’, zucht eerste inspecteur Willem Van Schoor van de NMBS. - LN, 03-11-2001
- | <bnl.> Bruggen en Wegen, dienst belast met de zorg over bruggen en wegen, ongeveer zoals Rijkswaterstaat <nl.> |
|
|