bot
bot (de, -ten)
Ik heb heel vaak moeten vragen ‘Wat is dat?’ ‘Trek die botjes aan.’ Ik dacht botjes? Die zitten in je lijf, waar heb je 't over? Láárzen? Oh. - Evita, juni 2002
- | hij veegt/vaagt er zijn botten aan, het kan hem niets schelen, hij lapt het aan zijn laars |
- | hij heeft een stuk in zijn botten, hij heeft een stuk in zijn kraag |
Stiepelzat Straalbezopen. Het woord komt van het Duitse Stiefel of schoen. Het is dus maar een kleine stap naar ‘Hij heeft een stuk in zijn botten’. - HN, 22-01-1999
- | dat hangt mijn botten uit, dat hangt me de keel uit, ik heb er genoeg van |
- | (kust) mijn botten, loop naar de bliksem |
Professor Kabuta: ‘Een Kongolese groet is bote. De Belgen zegden dan: kust mijn botten. Dat hadden wij vlug door.’ - BvL,
| |
02-10-2000
- | iets uit zijn botten slaan, onzin uitkramen |
Ik schrok vooral van de kwaliteit van de journalistiek: dat je zonder enige kennis van zaken gelijk wat uit je botten kan slaan. - Ché, februari 2003
- | iets in zijn botten slaan, iets opeten of opdrinken, iets naar binnen spelen |
Al ruim twintig jaar lang eet ik quasi dagelijks producten uit eigen tuin en nu mag dat plots niet meer. Ik blijf erbij dat wat we aan sproeistoffen ‘in onze botten slaan’ veel schadelijker zijn dan wat uit mijn kelder naar boven komt, maar ik zal me tot dan wel aan de OVAM-richtlijnen houden. - LN, 02-05-2002
- | hij weet er nul de botten van, hij weet er helemaal niets van |
• | knop van een bloem of boom |
|
|