bluts
bluts (de, -en)
Bovendien vertoonde zijn auto nauwelijks een bluts. - HN, 25-03-2003
• | buil |
- | de bluts met de buil nemen, zowel de positieve, voordelige als de negatieve, nadelige elementen nemen |
‘Soms ben ik wel afgunstig op die andere families, zeker als we ons ergens amuseren en Sven plots merkt dat het 22 uur is’, geeft Isabelle toe. ‘Dat is zijn deadline, maar goed, we nemen de bluts met de buil. Veel van die eindejaarsfeestjes zijn toch kunstmatig opgefokt.’ - HN, 02-01-2003
|
|