bijtreden
bijtreden (trad bij, bijgetreden)
- | iemand/een mening/een standpunt bijtreden, het eens zijn met, bijvallen, delen, instemmen met, steunen |
Een huisarts uit Herk-de-Stad die liever anoniem wil blijven, kan de vader voor een stuk bijtreden. - BvL, 20-03-2003