Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende beuling beuling (de, -en) •worst, bloedworst Als contrast met de klassieke gastronomische ingrediënten gaf ik als hapje vooraf regelmatig een stukje zelfgemaakte beuling of eigen gepekelde hesp. - DM, 07-03-2003 Vorige Volgende