beroep
beroep
- | beroep doen op iemand/iets, een beroep doen op iemand/iets, de hulp van iemand/iets inroepen |
Bovendien mag hij beroep doen op de assistentie van zijn Personal Liaison Manager. ‘De klant belt naar mij voor een afspraak voor een onderhoudsbeurt, maar hij kan in het midden van de nacht ook bellen als hij uitleg nodig heeft over de radio.’ - BvL, 12-04-2003
|
|