bepotelen
bepotelen (bepotelde, bepoteld)
• | betasten, met de vingers aanraken met seksuele bedoelingen |
Toen de half of heel bezopen dames en heren besloten om fun te gaan maken - plezier bestaat niet meer - wou dat zeggen dat ze met nauwelijks een broek aan hun gat mekaar in en rond het zwembad zaten te bepotelen. - GvA, 03-03-2003
• | vies maken, bevlekken, beduimelen |