Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende bemeubelen bemeubelen (bemeubelde, bemeubeld) •meubileren, van meubels voorzien -bemeubeld, gemeubileerd Het huis had een voordeur, een inkomhal en ramen aan de zijkant. De woning was ook volledig bemeubeld. - GvA, 01-02-2003 Vorige Volgende