Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende bedevaarder, bedevaarster bedevaarder, bedevaarster (de, -s) •bedevaartgang(st)er Iedereen was er welkom, van de wielerliefhebber tot de bedevaarder naar de Mariagrot, die in de onmiddellijke omgeving ligt. - HN, 19-03-2003 Vorige Volgende