bedanken
bedanken
- | gij zijt bedankt/u bent bedankt, u wordt bedankt, dank u wel |
‘Bwah, gij zijt bedankt,’ repliceerde Urbanus op zijn Urbanus, ‘zo ben ik mijn show toch nog ergens kwijt geraakt.’ - BvL, 08-10-1998
- | zonder te bedanken, geen dank, tot uw dienst |
|
|