assorteren
assorteren (assorteerde, geassorteerd)
• | bij elkaar (doen) passen, (doen) passen bij |
De banen van het behang komen niet allemaal uit hetzelfde kleurbad, de moderne meubels van de eetkamer assorteren niet met het klassieke salon, aan de muren hangen de meest uiteenlopende kadertjes. - HN, 13-10-2001