Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende afvijzen afvijzen (vees af, afgevezen) •afschroeven Hun inbraakpoging beperkte zich tot het afvijzen van het rozet van het slot. - HN, 22-11-2002 Vorige Volgende