aftruggelen
aftruggelen (truggelde af, afgetruggeld)
Gisteren ook bij de broer van Jeanneke op bezoek geweest, om nog te vernemen wat ze zich mij wisten te herinneren over een oud vrouwtje dat zich door mijn helden De Vis haar erfenis liet aftruggelen. - DS, 04-02-1999