aap
aap
• | domoor, ezel |
- | iemand voor de aap houden, iemand voor de gek houden |
Omdat deze zelfgenoegzame burgers zichzelf voor aap houden en dus ‘te kwader trouw’ leven, worden ze door Roquentin voor ‘schoften’ uitgekreten. - DS, 29-06-1999
- | de aap uithangen, zich aanstellen |
|
|