Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken
(1678)–John Babington– Auteursrechtvrij
[pagina 102]
| |
voet lang of daer ontrent, maer dese, waer van ik nu spreken zal, is een grooter slag van Draken, die soo ligtelijk niet, door de kragt van een pijl, konnen voort gedronghen worden, sonder iets anders konstigs daer by te doen; want Konst moet Natuurs dienstmaegt zijn, om haer behulpsaem te wesen: hebbende dan een groote Draek geprepareert, soo moet gy verscheide holle Houten in des zelfs lijf steken; welke Houten met Serpenten, kleine Vuurballen, en Slagpypen moeten geladen zijn; en men moet die op de volgende manier laden: Doet eerst in de holle Houten een weinig fijn Laedkruit, te weten, in den bodem van’t holle Houtje, doet’er dan ontrent vier of ses geprepareerde Serpenten in, of soo veel als’er in de holle Houten gaen konnen, vult dan de leege plaetsen, tusschen de Serpenten, met Schachten, die met fijn gestooten Buskruit gevult zijn; en doet dan op de Serpenten een stuk Bordpapier, hebbende een gat in het midden geboort, om’er een dun Spaensriet in te doen, dat met Sterre Compositie moet gevult zijn, en moet dat niet hooger komen als het Bordpapier, dat over de Serpenten gestelt is: Men moet acht nemen, dat men de Serpenten even lang maekt, om dat het Bordpapier te gelijker mag leggen; doet dan weder op het Bordpapier, dat over de Serpenten gestelt is, een weinig fijn Laedkruit; set dan op het Buskruit kleine Vuurballen, en vult de leege plaetsen met Sterre Compositie, en doet’er een Prop op van Bordpapier, als voren, welk Prop een gat in het midden moet hebben; en vult de holte, boven op de Prop, een duim hoog met Sterre Compositie, en doet daer | |
[pagina 103]
| |
dan weder wat fijn Laedkruit op, en doet’er dan soo veel Serpenten in, als’er in de holte van ’t Hout gaen konnen, en vult de leege plaets met Sterre Compositie, en set dan voorts de selve Compositie heel digt aen, en boort een gat op het achter-einde van elk hol Houtje, tot de holte toe; daer de Compositie is, om dat men daer een stuk geprepareerd katoen in steken soude, op dat, als het holle Houtje verteert is, het een ander, door’t katoen aen brand sal steken, welk katoen dusdanig moet gestelt zijn; het eene einde in het gaetje van ’t eene holle Hout, en het ander einde in de mond van ’t ander holle Hout, en steekt die holle Houtjes, soo geladen en geprepareert, in het lichaem van den Draek, en dat op dese manier, een hol Houtje met de mond ter syden den buik, en een ander hol Houtje met de mond uit den buik aen d’eene zyde, en aen d’ander zyde een hol Houtje ter zyden den buik, en noch een ander hol Houtje met de mond in de mond van van den Draek, en twee holle Houtjes geprepareert, als voren, maer veel dunder als de andere, in de twee oogen, en een ander hol Houtje met de mond na de staert toe: Alle dese Houten moeten soo gestelt zijn, dat wanneer het eene verteert is, het een ander aen brand kan doen gaen; ’t welk door Liefhebbers, die een weinig in dese Konst geoeffent zijn, gemakkelijk om te doen is. |
|