Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken
(1678)–John Babington– Auteursrechtvrij
[pagina 90]
| ||||||
worden, byna de heele breedte van de Kasteelen; en juist binnen de Poorten van de Kasteelen moeten vier houte Rollen spelen, in elk Kasteel twee, welke Rollen op ysere Tapjes moeten spelen, en moeten overdwers ontrent twee duimbreed binnen de Poorten, nevens malkanderen staen; in welke Rollen men veel Pennetjes in steken moet, die redelijck scherp zijn, op dat ze ’t Leer, dat’er over gespannen is, vatten souden; en spant op die Rollen een stuk sacht Leder, drie duimen breed, dat passelijk dun is, en spant het op dese manier; doet het Leer eerst over de Rol, die ter slinkerhand naest de Poort van het Kasteel leid; en brenght dan dat Leder over de binnenste Rol van het Kasteel, aen u rechterhand; en als ghy het over beide Rollen soo gedaen hebt, trekt het dan stijf toe, en naeit het Leder strak en vast aen malkanderen, soo dat, als de Rollen draeijen, het Leder ook om de Rollen draeit; spant dan weder een ander stuk Leder over de Rol, naest de Poort aen de rechterhand, en brengt het Leder over de binnenste Rol van het Kasteel, aen de slinkerhand, en naeit het Leder weer, als te voren, aen malkanderen vast, en lijmt op elk stuk Leder een Beeld vast, en stelt het Beeld soo, dat het aengesigt tegen het Kasteel aen komt daer hy in loopen moet: By exempel, het Beeld dat uit het Kasteel, aen u rechterhand staende, komt, moet met het aengesigt na het Kasteel aen u slinkerhand gestelt zijn; en dat uit het Kasteel, aen u slinkerhand komt, moet met het aenghesight na het Kasteel aen u rechterhand ghestelt zijn; dan moet men twee Wieltjes of Vuurraders krygen, die wat groot in haer Circomferentie | ||||||
[pagina 91]
| ||||||
zijn; bind dan de pylen daer op, als voren; en men moet ook kloeke pylen gebruiken, na proportie van ’t Rad, om dat de Raders oock wakker omdraeijen souden; stelt dese Raders op een van de Rollen, te weten, op elk Kasteel een Rad; maer niet op beide de Rollen van de Kasteelen; en maekt het Rad soodanig vast, dat het in zijn motie de Rollen omdraeijen mag; en men moet de pylen soo op de Raders bindat den, dat ze tegen malkanderen omloopen: Het Rad op het Kasteel gestelt is, dat aen de rechterhand staet, moet teghen de Son omloopen, en het Rad dat op het Kasteel is, dat aen de slinkerhand staet, moet met de Son omdraeijen, soo dat als de Raders soo omdraeijen, de twee Leeren, die over de Rollen gespannen zijn, worden omgetrokken door de bewegingh van de Raders, en trekken de twee Beelden na malkanderen toe, soo dat het eene Beeld uit de eene Poort, en het andere uit de ander Poort, marcheert, en dat ze malkanderen in’t midden ontmoeten, en soo voort het eene Kasteel uit, en het andere weer in marcheren, en dat soo langh, tot dat de pylen, die op de Raderen zijn, verteert zijn; als die verteert zijn, soo raecken d’andere Vuurwerken, die op de Kasteelen ghestelt zijn, door de Assen van de Raders aen brand; welke Assen moeten ter zyden hol zijn, soo dat men een gerold Papier daer door steken kan; welk Papier met gestooten Buskruit moet gevult zijn, en ook aen het ander einde van het Papier, dat door de As gestooken is, moet vast gemaekt worden; en binnen het Kasteel in de eerste laeg Slagpypen, die eerst af gaen sullen, moet men, als voren, een stuk geprepareerd katoen | ||||||
[pagina 92]
| ||||||
stellen, welk katoen in de mond van de Pijp, daer het loopend Vuur in is, moet vast gemaekt worden, en het ander einde moet neder hangen, wat langer als de As van het Rad, en ook op de As slepen, soo dat, als de pylen verteert zijn, de leste pijl het Papier, dat door de As van het Rad gestoken is, aen brand sal steken; en daer door raekt het katoen aen brand, dat in het Kasteel van te voren gedaen is; en door dat katoen het loopend Vuurtje, en daer door gaen de Slagpypen aen brand; welke Slagpypen, als sy haer slagen geven, de vier Toorens ook aen brand steken, door kleine Pijpjes, die met gestooten Buskruit gevult, en de eene einden aen het loopend Vuurtje, en ander einden aen de vier Spaensrietjes gestelt zijn, die ook in vier Toorens gestelt, en gevult zijn, met een vlammende Compositie; welk werk, als het wel gedaen, en in order gestelt is, een heerlijk Vuurwerk zijn sal. De gedaente van dat Kasteel in de negende Figuur, geteikent met de letter. B.
| ||||||
[pagina 93]
| ||||||
|
|