Rol in; en woelt de Pees eens om de Pijl, tusschen de houte Rol en de Compositie, en trekt ze stijf toe; gelijk als gy dee, doe gy ze eerst toe trok, om ’t Laedgat te maeken; hebbende dan de Pijl tusschen de houte Rol, en de Compositie soo toe getrokken, bint ze dan daer in dat kerfje heel vast, met goed sterk Bindgaren, en steekt ze dan weder in de Vorm, en doet’er ontrent een, of anderhalf Vingerhoed vol goed ongestooten Buskruit in, en slaet’er met de Stamper drie a vier slagen wat stijfjes op; want als de Pijl in de Compositie verteert is, dan sal dat Buskruit een slag geven, als ghy ’t met drie a vier slagen soo digt in malkanderen aengeset hebt, dan voud het binnenste van de Kardoes drie a vier mael om, op het kruit, en slaet’er dan weder twee a drie slagen met de Massive Stamper op; stoot’er dan de Pijl uit, en bind het overblijfsel van het papier met goed sterk Bindgaren digt toe, by het Buskruit, en knoopt het vast; neemt dan een opgeblasen Blaes van een Varken of een Os, en steekt de Pijl halfwegen in de Blaes, en bind ze dan digt toe; ’t sal goed en gedaen zijn: De gedaente van dese Pijl is beduit in de vierde Figuur, geteickent met de letter G. Als gy ze nu gebruiken wilt, houd dan de Pijl in de hand vast, daer ze gebonden is in de Blaes, en doet dan een weinigh Vlammende Compositie in de mond van de Pijl, steekt ze dan aen met een Lont, en ze sal een wijle tijds branden als een Kaers tot dat ze dan binnen aen brand is; als ze dan binnen aen brand is, werpt ze dan op de Aerde, en ghy sult de operatie daer van sien, met groot vermaeck en plaisier.