| |
| |
| |
De Gids
Opgericht in 1837
Redactie:
G. van Benthem van den Bergh, Piet Calis, H.B.G. Casimir, Adriaan van Dis, Wiel Kusters, Harry Mulisch, Monika van Paemel, A. de Swaan, Theodor Duquesnoy (secretaris)
Redactie van de rubriek Buitenlandse literatuur:
Christel van Boheemen, Piet Calis, Klaus Siegel, Maarten Steenmeijer, Willem G. Weststeijn, Jo Radersma (bureauredactie)
Redactieadres:
De Gids, postbus 100, 1000 AC Amsterdam
Uitgever:
Meulenhoff Nederland bv voor de Stichting De Gids
Jg. CLIII, |
12 nummersGa naar voetnoot1, 1064 p. |
|
nr. 1: |
januari 1990 |
|
nr. 2: |
februari 1990 |
|
nr. 3: |
maart 1990 = Etty Hillesum; Oost-Duitsland |
|
nr. 4: |
april 1990 |
|
nr. 5: |
mei 1990 |
|
nr. 6: |
juni 1990 = Nederlandse literatuur in het buitenland |
|
nr. 7-8: |
juli-aug. 1990 = De Nederlandse Antillen |
|
nr. 9: |
september 1990 |
|
nr. 10-11: |
okt.-nov. 1990 = Suriname; Oulipo |
|
nr. 12: |
dec. 1990 = Harry Mulisch 25 jaar Gids-redacteur |
| |
I. Poëzie
BRASSINGA, Anneke
IJsland, 2, p. 111-114
‘Grootste helderheid laat de dingen’ |
|
|
|
CREBOLDER, Emma
Kurwa en Doto, 9, p. 748-750
1. | ‘een fiere jongen reed te paard’ p. 748 |
2. | ‘na het verraad was haar grens’ p. 749 |
3. | ‘Kurwa bleef aan oude grond’ p. 750 |
|
|
|
DOORMAN, Maarten
Twee gedichten, 2, p. 109-110
Op op op: ‘Door de gordijnen duwt het licht’ p. 109 |
La gare: ‘De avond ruikt naar gist, dan naar jou.’ p. 110 |
|
|
| |
| |
HOEK, Rouke van der
Drie gedichten, 12, p. 1036-1038
Lichtzoekers: ‘Wie op open land’ p. 1036 |
Uilen op het oorlogskerkhof: ‘Jij wist de roestboom te staan’ p. 1037 |
Roeken: ‘Door het helblauw’ p. 1038 |
|
|
|
KNEEPKENS, Manuel
Vier gedichten, 3, p. 201-204
April: ‘'s nachts in de broze galerie van de maan’ p. 201 |
Kinderkleurprent: ‘Schaduwen vormen mijn dansschool’ p. 202 |
Dagpauwoog: ‘Als een avondjapon uit de jaren vijftig’ p. 203 |
De zwaluwen: ‘Als zwaluwen in de augustusavond’ p. 204 |
|
|
|
KOSTWINDER, Jan
Drie gedichten, 1, p. 44-46
More ferarum: ‘Men zegt, wij mensen moeten niet zoals de dieren’ p. 44 |
Mare: ‘In de bibliotheek zit zij tegenover mij,’ p. 45 |
Fetisjist: ‘Een papieren doos met een afbeelding’ p. 46 |
|
|
|
MOOIJ, J.J.A.
Buitenaardse gangen. (Stèle van de Assyrische koning Assurnasirpal II, Brits Museum), 6, p. 454-457
1. | ‘Bedolven onder tekens gaat hij voort’ p. 454 |
2. | ‘Drievoudig leven nog vergroot in steen’ p. 454 |
3. | ‘Dan, bij het traag terugggaan in de tijd,’ p. 455 |
4. | ‘Miljoenen malen wentelde het jaar’ p. 455 |
5. | ‘Is tijd het element van onze geest’ p. 455 |
6. | ‘Misschien is tijd al ruimte sinds 't begin,’ p. 456 |
7. | ‘Intussen worden afstanden weer tijd;’ p. 456 |
8. | ‘En sporen worden weer tot beeld herleid,’ p. 456 |
9. | ‘Langs rijen manuscripten keren wij’ p. 457 |
|
|
|
NÉ, Y.
Vier gedichten, 9, p. 751-754
Post: ‘zeldzame vlinder is dit’ p. 751 |
Geverfd: ‘Was alles maar van verf’ p. 752 |
Vensters: ‘Als de schemering komt stop ik’ p. 753 |
Roodkapje: ‘de weerstrevige’ p. 754 |
|
|
|
TIEGES, Wouter Donath
Het actuele en het ongelooflijkeGa naar voetnoot2, 1, p. 43
|
|
Berlijnse gedichten, 12, p. 1033-1035
Plaats, waar: ‘Net als’ p. 1033 |
De afstand van mond tot oor: ‘Als je ziet hoe’ p. 1034 |
Gabriele Münter ‘Gelbes Haus’: ‘Kaalslag steelt de blik; hier’ p. 1035 |
|
|
|
VLIET, Eddy van
Vijf gedichten, 5, p. 374-378
Woensdagavond: ‘Woensdagavond. De vrienden naar het café,’ p. 374 |
Bij de uitvaart van Felix C.: ‘Alsof Oldenburg langsgeweest was, staat’ p. 375 |
In een hoekje: ‘In een hoekje zat ik muziek uit te vinden,’ p. 376 |
|
|
| |
| |
De kastanjeboom: ‘Er viel veel groen onder onze ogen te verdelen,’ p. 377 |
De kappersstoel: ‘De kappersstoel is moe. Hij heeft geen zin meer.’ p. 378 |
|
|
|
WAARSENBURG, Hans van de
Drie gedichten. Uit: De dorst der havensteden, 4, p. 298-300
San Juan (Puerto Rico): ‘Tussen de zeewaarts gerichte’ p. 298 |
San Juan II: ‘Kom je in de buurt van de hitte’ p. 299 |
Macao: ‘Het roept vervlogen beelden’ p. 300 |
|
|
| |
II. Proza
ANDEL, Mark van
Het heilig hart, 3, p. 193-200 |
|
|
BEEK, Geert van
|
|
BRACHES, E.
Invaart, 12, p. 1028-1032 |
|
|
CREYGHTON, Job
Knikkers langs de weg, 9, p. 733-747 |
|
|
DURLACHER, G.L.
|
|
HEULENDONK, Guido van
|
|
LAMBERTZ, Lambert
Staatszaken, 5, p. 368-373 |
|
|
TENTIJE, Hans
Lied noch schreeuw, 1, p. 38-43 |
|
|
VANHOLE, Kamiel
Een knekeldans, 6, p. 441-453 |
|
| |
ADANG, Marc
Minister d'Ancona en het nieuwe Jong Holland: een nieuw cultuurbeleid of een nieuwe cultuurschok*, 6, p. 460-463
De dialoog tussen socialisten en kunstenaars is heropend |
|
|
| |
| |
ALEXANDRESCU, Sorin
Een uitdaging aan de macht*, 3, p. 205-211
Over de twee hiërarchische structuren van het cultureel leven in het Roemenië van Ceausescu die de reden zijn ‘waarom Roemeense dissidenten zich niet in een brede beweging als “Solidariteit” konden organiseren’ (p. 206) |
|
|
|
ALPHEN, Ernst van
Lichamen buiten zichzelf: Francis Bacon en perceptie**, 2, p. 131-146 - Met ill.
Een nieuwe ‘narratologische benadering’ van diens werk, met als uitgangspunt: Triptych May-June 1973 |
|
|
|
BERG, W. van den
De Nederlandse romantiek, een verschijnsel in de marge, 2, p. 79-87
Lezing binnen het kader van het romantiek project van de slaa, op 28 sept. 1989 in de Balie te Amsterdam |
Met aandacht voor de visie van N.G. van Kampen in zijn vertaling van A.W. Schlegels Vorlesungen über dramatische Kunst und Litteratur van 1808 (1810), zijn antwoord op de prijsvraag van 1823 over het verschil tussen ‘klassische’ en ‘romantische’ poëzie, zijn Over den geest der Nederlandsche letterkunde (1829), waaruit blijkt dat ‘nationalisme leidt tot inkapseling en inteelt’ (p. 87) |
|
|
|
BEURSKENS, Huub
Zeemuurdak**, 2, p. 146-149
Beschouwingen bij Robert Musil, Die Affeninsel; Paul Valéry, Cimetière marin; Paul Cézannes landschapschilderijen |
|
|
Tauromaquia**, 4, p. 318-321
Beschouwingen over de dood i.v.m. stierengevechten en over Goya's serie etsen La Tauromaquia & Federico Garcia Lorca's Theorie en functie van de duende en Klaagzang voor Ignacio Sanchez Mejias |
|
|
Een nijlpaard op Java**, 7-8, p. 689-692
Beschouwingen over het Lamarckisme n.a.v. een bezoek aan het Instituut voor taxonomische zoölogie in Amsterdam en over de gedichten Lamarck van Osip Mandelstam, Het nijlpaard van Nikolaij Goemiljov, Le poulpe van Guillaume Apollinaire |
|
|
Nogmaals dikhuiden, in excelsis**, 7-8, p. 693-694
Over de hippopotamus in het gelijknamig gedicht van Théophile Gautier en dat van T.S. Eliot, met de vertaling door Martinus Nijhoff |
|
|
Rossana di Rocco en depoelpek**, 9, p. 778-782
Beschouwingen bij films van Pasolini en bij de reacties erop: La Ricotta en Il vangelo secondo Matteo met Rossana di Rocco als engel |
|
|
|
BOHEEMEN, Christel van
Postmodernisme en ethiek. Ras, geslacht en het primaat van de taal, 4, p. 275-288
Rede bij de aanvaarding van het ambt van gewoon hoogleraar in de Moderne Engelstalige Letterkunde aan de Universiteit te Amsterdam |
Over ‘de pijnlijke, in feite onmogelijke, betrekking waarin een lid van een minderheidscultuur of minderheidsgroepering staat tot de dominante taal’ (p. 275), wat ook geldt voor de vrouw, met de analyse (p. 282) van een fragment uit The rainbow van D.H. Lawrence |
|
|
| |
| |
BOOMSMA, Graa
De nachtmerrie en de regenboog van de geschiedenis**Ga naar voetnoot6, 5, p. 395-405
‘De nieuwe historische roman is een avonturenroman van de geest’ p. 405 |
John Calvin Batchelor, American falls (1985) |
Don DeLillo, Weegschaal (Libra, 1988) |
Umberto Eco, De naam van de roos [1983] & De slinger van Foucault [1988] |
Thomas Pynchon, Gravity's rainbow (1973) |
|
|
Echo's in Yoknapatawpha-County. William Faulkner in het Amerikaanse literaire landschap**, 9, p. 766-772
Over de bewondering van Faulkner voor Sherwood Andersen, die een ‘Amerikaanse’ romanliteratuur voorstond; over Faulkners As I lay dying en The sound and the fury en zijn invloed op Louise Erdrich, William Gass, James Purdy, John Edgar Wideman; over Faulkners A fable en Thomas Pynchons Gravity's rainbow |
|
|
|
BRANDS, Jan
De dagen van rumoer, 2, p. 88-95
Ter aanvulling op het bijzonder nummer Terugblikken op de studententijd (CLI, 1988, 9, p. 665-690): het verhaal (p. 89-93) van een meisje uit een arbeidersgezin dat in 1969 sociologie ging studeren aan de universiteit van Amsterdam; met kanttekeningen |
|
|
|
CAHEN, Joël
De wens om assimilatie probleemloos te interpreterenGa naar voetnoot7, 2, p. 126-130
N.a.v.J.R. Evenhuis, Italiani, brava gente. Over Primo Levi, Vittorio Segre en een assmilatie die probleemloos bleef (CLII, 1989, 11, p. 847-856 - over o.a. Levi's joodzijn en Italiaan-zijn |
|
|
|
CALIS, Piet
[Reactie op Adriaan Venema, Aristo revisited], 7-8, p. 535
Venema over Martien de Jongs artikel over Ed Hoornik en de houding van De Gids redacteurs, i.c. Piet Calis |
|
|
|
CLAES, Paul
Hollands provincialisme*, 5, p. 379-380
N.a.v. de recensie van Peter Verstegens Natuur zal kunst blijvend evenaren. Een vertaling van honderd Westeuropese gedichten in nrc/Handelsblad (Cultureel Supplement van 2 maart 1990) |
|
|
|
DEKKER, Jeroen
De leegte gevuld. Een dagje aan het strand*, 1, p. 50-56
Alain Corbin, Le territoire du vide. L'Occident et le désir du rivage 1750-1840 (1988; Ned.: Het verlangen naar de kust) |
|
|
|
DELHAYE, Christine
Geschiedenis van de mode ofte wel ‘l'histoire de l'homme et de la femme comme il faut’, 4, p. 254-264 |
|
|
DILLE, Koen
Intellectuelen, dissidenten en pers in Vlaanderen*, 4, p. 304-307
Over wezen en taak van de Westerse journalistiek, bij het verdwijnen van Toestanden. Progressief en pluralistisch weekblad |
|
|
| |
| |
DULK, Roel J. den
Andrej Bely en Rudolf Steiner**, 7-8, p. 680-688
N.a.v. diens Mijn jaren met Rudolf Steiner (Rus.: 1982); met biografie (p. 681-685) van Andrej Bely |
|
|
|
EKKERS, Remco
Levensdrift en doodsverlangen*,, 1, p. 47-49
Elisabeth Eybers, Noodluik |
Christine D'haen, Mirages |
|
|
Het versplinterd ik*, 5, p. 380-382
Robert Anker, Goede manieren. Een episodisch gedicht |
Jan Kuijper, Tombe |
|
|
Complexe eenvoud*, 9, p. 759-761
Koos Geerds, Goutbeek-archief |
|
|
|
ENSCHEDÉ, Ch.J.
Kapitalisme, socialisme, democratie: vlag en lading, 9, p. 703-709 |
|
|
FRESCO, Louise O.
De ontwikkelingshulp voorbij*, 3, p. 213-215
Over de crisis van de ‘ontwikkelingssamenwerking’ wegens ‘het veranderde wereldbeeld en de verschuivingen in het mondiale evenwicht’ |
|
|
|
GIELKENS, Jan
‘Ernstig staat het gezicht van Mei’. De viering van 1 mei in Nederland tijdens de Duitse bezetting, 5, p. 348-357 - Met afbn. |
|
|
GOEDEGEBUURE, Jaap
Wat schrijven betreft ben ik niet in de praktijk. Over de brieven van Vincent van Gogh, 6, p. 415-421 - Met ill.
Lezing in de Nederlandse Hervormde Kerk te Zundert op 27 jan. 1990 |
|
|
|
GOUDSBLOM, J.
Uit niemandsland [aforismen en uitspraken]; Schrapzucht, 4, p. 289-292; 293 |
|
|
GRAAF, Bob de
Spanje als spiegel. Spanjebeeld en politieke cultuur in Nederland van 1936 tot 1939 [de Spaanse Burgeroorlog], 9, p. 720-732
Met uitspraken van Nederlanders die toen gedurende kortere of langere tijd in Spanje verbleven: Johan Brouwer, L.H. Grondijs, Jef Last, Lou Lichtveld alias Albert Helman |
|
|
|
GROENHUIJSEN, Marc
Kroniek van het strafrecht (1). Verloedering*, 9, p. 755-758
‘De dubbele bodem van het strafrecht wordt zichtbaar in processen van selectieve verontwaardiging’ (p. 756); met voorbeelden ter illustratie: optreden tegen discriminatie, pornografie, wegverkeer |
|
|
|
HERTMANS, Stefan
Een jurk van tijd. Over Catherine Pozzi**, 4, p. 311-318
Over Catherine/Paul Valéry, n.a.v. Lawrence Josephs biografie: Catherine Pozzi, Une robe couleur du temps en het verschijnen van haar tweede dagboek: Journal 1913-1934 |
|
|
| |
| |
HUBERTS, Willem
The importance of evaluating in earnest. Over de geschiedschrijving van de Nederlandse letterkunde uit de jaren 1940-1945, 5, p. 358-367
Bewerkte tekst van een lezing te Londen op 13 april 1989 in het kader van de Conferentie The Low Countries and the World |
‘De literaire geschiedschrijving van de twintigste-eeuwse Nederlandse letterkunde kan niet om de produkten van Nederlandse nationaal-socialisten heen’, wat evenwel gebeurt o.a. bij J.A. Dautzenberg (1989), Piet Calis (1988), A.G.H. Anbeek (1986); over: Nico de Haas' gedicht Moeder/Elsschot; Jan van Rhenens roman Helpers weg/Bordewijks Bint; George Kettmanns gedicht Straks/Marsman & Slauerhoff; kritiek op Vestdijk voor en na 1940 ‘vertoont een doorlopende lijn die over mei 1940 heenloopt, zonder breuk’ (p. 364-366) |
|
|
|
JONG, Martien J.G. de
What's in a rose? Umberto Eco en Jorge Luis Borges**, 12, p. 1046-1052
Over Eco's roman De naam van de roos en Borges' werk waarin labyrinten en spiegels en rozen een minstens even grote rol spelen |
|
|
|
KEMPEN, Michiel van
De binnenkamer en de open vensters. Ontwikkelingen in de Surinaamse literatuur 1975-1988, 1, p. 17-28
Over de literatuursituatie aan de hand van vier werken: |
Orlando Emanuels, Getuige à decharge. Gedichten |
Cynthia McLeod, Hoe duur was de suiker. Historische roman |
Jit Narain, Waar ben je daar/Bate huwan tu kaham. Gedichten |
Astrid Roemer, Levenslang gedicht. Roman |
|
|
|
KESSEL, Ineke van
Zuid-Afrika's opties. Kleurenblind kapitalisme of volksrepubliek?, 9, p. 710-719 - Met afb. |
|
|
KREVELEN, Laurens van
Over literatuur, cultuurpolitiek en uitgeefbeleid*, 2, p. 115-118
Maarten Steenmeijer, De Spaanse en Spaans-Amerikaanse literatuur 1946-1985 H. Verdaasdonk, De vluchtigheid van literatuur |
Met reactie van H. Verdaasdonk in rubriek Correspondentie: Over het publiek voor literatuur en over empirisch onderzoek, 3, p. 216-218 |
|
|
|
KUSTERS, Wiel
Poëzie en snarenspel, 4, p. 247-253
Bewerkte tekst van een voordracht op 4 nov. 1989 te Maastricht op het Internationaal Harpfestival |
De kunstenaar die zichzelf ziet als een instrument - een harp- in hoger handen: A. Verwey (O hart mijn harp), A. Roland Holst (Het gebed van de harpspeler, en andere gedichten), S. Vestdijk (Aeolusharp; De harpiste en ik); Pierre Kemp (Harpgewillig) |
|
|
|
LAERMANS, Rudi
De mannequin-maatschappij. Over ‘look’, lijfstijl en lichamelijkheid’, 4, p. 265-274
Bewerkte tekst van een causerie op de jaarvergadering van de Vlaamse Vereniging van Seksuologie |
‘Onze contemporaine cultuur van het publieke imago heeft niet alleen ingrijpende gevolgen voor het menselijk bewustzijn, ze wijzigt ook de verhouding tot het eigen lichaam’ (p. 266) |
|
|
| |
| |
LANGE, Herman de
Ingebeelde veiligheidsangsten en het einde van de Koude Oorlog*, 5, p. 383-386 |
|
Milieu-oorlogen: hoe een bepaald denken over wereldpolitiek de vrede ondermijnt*, 6, p. 458-460 |
|
|
LAUNSPACH, Els
In het oosten zijn de bedden zacht*, 2, p. 118-125 - Met ill.: Brenda Behan; Quercino
Een interpretatie van de figuur van Cleopatra, n.a.v. van de opvoering van Antonius en Cleopatra o.l.v. Erik Vos en omdat de Shakespeare-kritiek ‘tot nu toe gekenmerkt wordt door de mannelijke blik’ |
|
|
|
LECHNER, J.
De (her)ontdekking van Spaans-Amerika. Relazen van Spaanse reizigers**, 1, p. 57-62
Over het verslag van Benjamin de Tudela uit de 12de eeuw en dat van Pero Tafuz uit de 15de eeuw over een reis in Europa, als aanloop tot de reisverslagen over Amerika van: |
Tomas de la Torre/reis naar Mexico in 1544 |
Alvar Nunez Cabeza de Vaca/expeditie van 1527 tot 1535 van Florida tot Mexico |
Francisco Hernandez/verblijf in Mexico van 1570 tot 1577 |
|
|
|
LIESHOUT, Maurice van
Het liegen van de waarheid. Mannelijke passie in het werk van James Purdy**, 12, p. 1052-1058 |
|
|
MICHEL, K.
Lege vlekken in Berlijn en in de Amazone*, 4, p. 301-303
Beschouwingen bij het lege grasveld tussen de Berlijnse muur en de eerste huizen van Oost-Berlijn en bij ‘de angst voor gaten in de weelderige begroeiing van het Amazonegebied’ (p. 302) |
|
|
Buitenaardse wezens namen mij mee*, 6, p. 464-465
Een lezing van de Franse journalist Rael die ‘openbaart hoe hij gecontacteerd werd door Buitenaardsen die hem een boodschap gaven voor de mensheid’ |
|
|
|
PAEMEL, Monika van
Buiten hun boekje*, 3, p. 212-213
Beschouwingen bij schrijver en media, op grond van eigen ervaringen |
|
|
|
QUERIDO, Andries
Un bon patron. Uit: De binnenkant van de geneeskunde, 5, p. 331-347
Prepublikatie uit zijn autobiografie; zijn samenwerking met de Franse bacterioloog André Lwoff - Met prt. |
|
|
|
SANDERS, Stephan
Engagement en avant-garde*, 3, p. 210-212
Die woorden lijken nu plots achterhaald, maar ‘waarom hebben denkers zich zo graag willen afficheren als schietgrage officieren?’ (p. 211) |
|
|
| |
| |
SIMONS COHEN, R.P.
Reactie op J.R. Evenhuis, ‘Italiani, brava gente’ in De Gids, 1989/11, p. 847 - [856], 9, p. 762-764
Reactie in de rubriek Correspondentie wegens de uitspraak ‘de Italiaanse joden moeten relatief onverlet de oorlog hebben doorstaan’ |
|
|
|
STEENMEIJER, Maarten
De (her)ontdekking van Spaans Amerika. Verovering van het verleden. De late bloei van de historische roman in Spaans-Amerika**, 1, p. 62-71
De realistische roman in de eerste decennia van de 20ste eeuw en het ‘criollismo’ (de eigen werkelijkheid) in Don Segunda Sombra van Ricardo Güiraldes & Los de abajo van Mariano Azuela; de nueva novela |
in de jaren '40 met hetzelfde thema maar vernieuwde vorm; de historische roman tenslotte: |
Carlos Fuente, Terra nostra (1975) |
Eduardo Galeano, Kroniek van het vuur (1982-1986) |
Gabriel Garcia Marquez, De generaal in zijn labyrint (1989) |
Abel Posse, De honden van het paradijs (1983) |
Mario Vargos Llosa, De oorlog van het einde van de wereld (1981) |
|
|
|
STOKVIS, Willemijn
Totalitair en revolutionair denken en de avant-garde in de kunst, 1, p. 3-16 - Met ill.
Lezing in een reeks colleges ‘Totalitair en revolutionair denken en de kunsten van het interbellum’ in februari 1989 aan de Rijksuniversiteit te Leiden |
Met reacties in de rubriek Correspondentie (in nr.4) van Jan Bervoets (p. 309-310), RikLina(p. 308-309), Saskia Poldervoort (p. 309-310) |
|
|
|
SWAAN, Abram de
Het Nederlands in het Europese talenstelsel, 6, p. 431-440
‘Die taal zal niet verdrongen worden door welke Europese of mondiale taal dan ook’ (p. 436) maar vertaling van Nederlandstalige werken, vooral naar het Engels, is van belang |
Met reactie in de rubriek Correspondentie van E.M. Beekman (9, p. 764-765) met een beknopte lijst van vertalingen in de jaren tachtig verschenen in de V.S. en/of in Engeland |
|
|
|
TIJEN, Tjebbe van
Europa Tegen de Stroom*, 6, p. 466-472 - Met afb.
N.a.v. de gelijknamige tentoonstelling in het Amsterdamse Beursgebouw in september 1989, wordt gewezen op ‘het ontstaan van de idee [opdat Europese eenheid niet verwordt tot Europese eenvormigheid] en de verbanden die er zijn met actuele veranderingen van de relaties tussen Oost- en West-Europa’ (p. 466) en op het reeds bestaan van alternatieve underground bewegingen in verschillende Oostbloklanden |
|
|
|
TODD-KOOY, Winnie
Richard Todd, De nieuwe historische roman en de pluriforme samenleving**Ga naar voetnoot8. Nederlandse bewerking: W. Todd-Kooy, 5, p. 387-395
Peter Ackroyd, Hawkmoor (1985), p. 390-391 |
Julian Barnes, A history of the world in 10 1/2 chapters (1989), p. 387-390 |
Angela Carter, Nights at the circus (1984), p. 391-392 |
Timothy Mo, An insular possession (1986), p. 392-394 |
|
|
| |
| |
UITERT, Evert van
De brieven van Vincent van Gogh*, 12, p. 1039-1042 - Met ill.
N.a.v. de uitgave in vier delen voor het Van Goghjaar |
|
|
|
VOGELAAR, J.F.
Platonovs denker met de handen**, 7-8, p. 673-680
‘Zodra in de verhalen van Andrej Platonov iemand [i.c. de hoofdfiguur] begint te denken, geeft dat problemen’ zoals in Tsjevengoer. De roman van een stad, De bouwput, Dzjan, De zee der jeugd |
|
|
De lust en het heilige huisje. Over Sanctuary [1931] van William Faulkner**, 9, p. 772-778 |
|
|
WAALS, Jan van der
Een houten neus voor de professor*, 12, p. 1042-1045
Over de Utrechtse professor Pieter Burman (1668-1741), over wiens galant avontuur het laatste verhaal gaat van Histoire amoureuse et badine du congrès et de la ville d'Utrecht (1714) door C[asimir] F[reschot] en over de fictieve veilingscatalogus van diens bibliotheek |
|
|
|
WARTEMA, Bert
Omwenteling in de schaduw. De keuze van 1939: een volwassen democratie, 6, p. 422-430 - Met prt. van H. Colijn
Het politieke beeld van Nederland in 1939 en de val van het vijfde kabinet Colijn |
|
|
| |
Bijzondere nummers/gedeelten
Etty Hillesum. Herwaardering van een mythe
(nr. 3, p. 159-192)
BENDIEN, Hans
Mythevorming over de heiligheid van Etty Hillesum, p. 170-181
Bronnen: Het verstoorde leven. Dagboek van Etty Hillesum, 1941-1943. Inl.: J.G. Gaarlandt (1981; 1989, 19de dr.) - een selectie, waarin ‘allerlei “mooier” is gemaakt |
Etty. De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943 (1986). Red.: Klaas A.D. Smelik - verantwoorde ‘wetenschappelijke’ editie, viermaal de omvang van de selectie |
|
|
|
BRANDT, Ria van den
‘Ik heb hem gebracht de geschriften van Meister Eckehardt’. Het Eckhartbeeld van Etty Hillesum, p. 182-193 |
|
|
DRESDEN, S.
Etty Hillesum: identiteit als opgave en oplossing, p. 159-169
Uiteenzetting op basis van: Etty. De nagelaten geschriften 1941-1943 |
|
|
| |
| |
| |
NAAIJKENS, Ton
Een glosse over de vraag of na de val van de Muur ook de DDR-literatuur op instorten staat, p. 225-228
Komen ter sprake: Thomas Rosenlöscher, Rainer Schedlinski, Christa Schuenke; Elke Erb, Das Haus am Alten Pimen. Eine Auswahl [aus Maria Zwetajewa's Werk] |
|
|
|
ROMIJN, Maruschka
Christa Schuenke, Gewijzigd idioom in de Oostduitse lyriek. Vert.: M. Romijn, p. 220-224
Voor de veranderingen in de DDR geschreven onder pseudoniem Barbara Schöndorf Met een gedicht van Stefan Döring, Leonhard Lorek, Papenfuss-Gorek, die echter slechts diegenen bereiken ‘die er reeds alles van weten’ (p. 224) |
|
|
|
SCHELLEKENS, Mike
Thomas Rosenlöcher, Dagboek uit Dresden (Herfst '89). Vert.: M. Schellekens, p. 229-239 |
|
| |
Nederlandse literatuur in het buitenland**
(nr. 6, p. 473-493)
KLIMASZEWSKA, Zofia
Polen, p. 489-493
Over de opbloei van de Poolse Neerlandistiek sinds eind jaren ‘70, en de vertaal- en wetenschappelijke activiteiten van de docenten Nederlands; bondig overzicht van vertalingen |
|
|
|
KRIJTOVA, Olga
Tsjechoslowakije, p. 484-489
Over vertalingen van prozawerken en de voorkeur van de Tsjechische lezer |
|
|
|
SCHALEKAMP, Jan
Spanje, p. 473-476
Er werd wel een en ander vertaald, maar de uitgaven kregen weinig aandacht; sedert 1987 lijkt een kentering te zijn opgetreden althans wat Nederland betreft |
|
|
|
VANDERAUWERA, Ria
Amerika. De stand van zaken in de jaren tachtig, p. 476-480
Drie voorbeelden: Louis Paul Boons Chapel Road (1972) nog in een boekhandel (p. 477); Harry Mulisch, De aanslag en Fons Rademakers’ film The assualt nog vaak op de TV; Cees Nooteboom: 4 romans vertaald kort na elkaar: Rituelen in 1983, Een verhaal van schijn en wezen in 1984, In Nederland in 1987, Philip en de anderen in 1988 (p. 478-480) |
|
|
|
WEYTENS, Maarten
Italië. Un paese senza letteratura, p. 480-483
Overzicht van vertalingen sinds 1960 - maar ‘het feit dat een boek uitgegeven wordt, betekent nog niet dat het gelezen wordt’ (p. 483) |
|
|
| |
| |
| |
De Nederlandse Antillen
(nr. 7-8, p. 501-672)
Poëzie
HABIBE, Henry
Uit: Yiu di Tera, 1985, p. 571-573
Papiamentu na kaminda; Ku benanan habri, p. 571-572; 572-573 |
|
|
|
HASETH, Carel de
Uit: Posia venena, 1985, p. 574-579
Awaseru/Regen; Engano di hubentut/Jeugdbedrog, p. 574-576; 578-579 |
|
|
|
JULIANA, Elis
Twee gedichtenGa naar voetnoot10
Koloniaal gebed: ‘Goede vader’ p. 583 |
Gebedsgenezing: ‘Dierbare broeders, lieve zusters,’ p. 585 |
|
|
|
PALM, Walter
Vier gedichten, p. 580-582
Hedendaags Columbus: ‘Wat gebeurt er Christoffel,’ p. 580 |
Wenen via Cairo en Port Lligat: ‘In Egyptische duisternis’ p. 581 |
In de hitte van de koorts: ‘Bij veertig graden’ p. 581 |
Hier en daar: ‘In ontwapenend decolleté’ p. 582 |
|
|
|
SEKOU, Lasana M.
Twee gedichten, p. 586-589
Caribbean journey: ‘Let there be upful ties that bind’ p. 586-587 |
With vision: ‘It is time then’ p. 588-589 |
|
|
| |
Proza
PALM, Jules de
Wat niet weet, kan deren. Uit: ‘Lekker warm, lekker bruin’, vallen en opstaan in twee culturen, p. 566-569 |
|
| |
Kritische bijdragen
ABRAHAM, Eva
Civilisadó, een school en een weekblad gericht op de verheffing en integratie van ex-slaven in de kolonie Curaçao, 1871-75, p. 601-610 |
|
|
ALOFS, Luc
Van Separaci tot Status Aparte. Geschiedenis en achtergronden van de Status Aparte-beweging op Aruba, p. 518-526
Artikel gebaseerd op L. Alofs & L. Merkies, Ken ta Arubiano? -Sociale integratie en natievorming op Aruba (1990) |
|
|
| |
| |
ARION, Frank Martinus
De moedertaal als voorwaarde, p. 558-565
Voorwaarde voor zelfbevestiging en voor economische ontplooiing, zo voor Europese landen in de Europese Renaissance, zo voor de Creoolse talen, voor het Sranan en nu voor het Papiamentu in de Nederlandse Antillen |
|
|
|
BROEK, Aart G.
De beginjaren van de geschreven Papiamentstalige literatuur: ‘birtud ta haja su recompensa, i picar su castigoe’ (De deugd wordt beloond, en de zonde gestraft), p. 618-626
Over de jaren '20-'30, met o.a. Willem Kroons romans met didactische functie en zijn kritische houding t.o.v. de rooms-katholieke missieleden; de periode vanaf '40 met o.a. het dichters-collectief Julio Perrenal (= Jules de Palm, René de Rooy en Pierre Lauffer) met het afwijzen van de gelegenheidsrijmen uit de rooms-katholieke denkwereld en het aansluiten bij de mondeling overgeleverde poëzie |
|
|
|
DIP, C.E.
De politieke structuur van de Nederlandse Antillen en de relatie tot Nederland, p. 509-517 |
|
|
HASETH, Carel de
Een bijdrage in de discussie over het ontstaan van het Papiaments, p. 548-557 |
|
|
HEILIGERS, Frans
Continue normverlaging vergroot gevaar op ingrijpen door derden. Publiciteitsmedia op Curaçao in crisissferen, p. 633-637
De mediajungle - door peil en aantal- zou kunnen leiden tot het beperken van de grondwettelijke persvrijheid |
|
|
|
LEEUWEN, Boeli van
De kleren van de keizer, p. 536-541
Over recht en rechtswetenschap ‘zonder logica’ en zonder ‘methodiek’ - ‘Onze keizer heeft wel degelijk kleren aan, maar draagt voor iedere gelegenheid een ander kostuum’ (p. 439) |
|
|
|
NEWTON, Michael A.
Architectuur en monumentenzorg, p. 657-664 - Met afbn. |
|
|
OVERSTEEGEN, J.J.
Misverstanden rond Cola Debrot, p. 611-617
Typering van Debrot als de auteur die erin slaagde zich uit te spreken in een hem grotendeels vreemde omgeving zonder zijn eigen aard los te laten en over de polemiek die tot 1946 duurt n.a.v. zijn programmatische inleiding ‘Tegenstellingen’ (Criterium I, 1940, 1) m.b.t. de heersende literatuuropvattingen |
|
|
|
REGO-KUSTER, Gladys do
Het Afro-Caribisch gezinsweb en de emancipatie van de vrouw, p. 542-547 |
|
|
REINDERS, Alex
Curaçao: parade van paradoxen, p. 527-535
Enkele ‘losse reflecties’ van iemand die een half jaar op Curaçao werkte: ‘de samenleving is niet eenduidig en niet uit één stuk’ (p. 535) |
|
|
| |
| |
RÖMER, R.A.
Curaçao in het Caribisch gebied, p. 503-508
‘Ontstaansgeschiedenis en verdere ontwikkeling van de samenleving’ op ‘economisch, sociaal en cultureel’ vlak |
|
|
|
ROO, Jos de
Een nooit gehouden interview met Tip Marugg, p. 627-632
Zijn ontmoetingen met Tip Marugg, gevolgd door een verzonnnen interview: ‘Eerst speel je het leven, daarna speelt het leven met jou. Tip Marugg, de kluizenaarschrijver. Idioten moet je idiote antwoorden geven’ (p. 629-632) |
|
|
|
ROJER, Robert A.
De Curaçaose muziek, p. 638-646 - Met partituren
Wals, mazurka, tambú en tumba, dansa |
|
|
|
ROOY, Felix de
De ontwikkeling van theater en film op de Nederlandse Antillen, p. 647-656 |
|
|
RUTGERS, Wim
Literatuur van Aruba, ‘di nos e tai’, p. 592-600
‘Vergeleken met de vorige periodes [na 1929] ontwikkelde de literatuur zich in de jaren zeventig en tachtig, maar toch is er nog niet veel’ |
|
|
|
STAAY, Adriaan van der
Willemstad, p. 665-672
Zijn indrukken bij een bezoek eind de jaren '60; zijn inspanningen om de stad te redden 20 jaar later |
|
|
| |
Illustratie
Capricorne, José Maria, omslag, p. 590-591 |
Juliana, Els, p. 584 |
Simon, Nel, p. 570 |
| |
Suriname
(nr. 10-11, p. 791-954) - Met afbn., ill.Ga naar voetnoot11
SamenstellingGa naar voetnoot12: Michiel van Kempen
ALUMAN, Nardo
De dochter van mijn leermeester*, p. 825 |
|
|
BEDACHT, Rudi
Satan lacht: ‘Toen de kern van het weten’ p. 802 |
|
| |
| |
CÁNDANI
Twee gedichten, p. 948-949
‘Weer roept de herinnering aan jou’* - Vert.: Effendi Ketwaru jr., p. 948 |
‘Het duister raakt mij pas’ p. 949 |
|
|
|
EMMANUELS, Orlando
Twee gedichten, p. 808-810
Zwarte engeltjes: ‘Weet je nog moeder hoe ik dansen kon’ p. 808-809 |
Hunkering: ‘Alsmaar dreunt in mij’ p. 810 |
|
|
|
GAJADIN, Chitra
Santiniketan, p. 916-917
Dorpslandschap: ‘Dichterbij het gerinkel’ p. 916 |
Miniaturen; ‘Langs de rand van deze dag’ p. 917 |
Biharilog: ‘Vaak valt het licht plots uit’ p. 917 |
|
|
|
NARAIN, Jit
Twee gedichten, p. 902-903
Wat vriendschap verlangt: ‘wanneer weer,’ p. 902 |
De gracht ‘geen rivier was het maar een gracht’ p. 903 |
|
|
|
RAALTE, Celestine
Akwenda*: ‘Als ik val’ p. 844-845 |
|
|
ROEMER, Astrid
Twee gedichten, p. 933-935
O dichter zonder nageslacht: ‘hij kent de kieren van de dag’ p. 933-934 |
Zelfportret 1990: ‘Ik zie haar in de spiegels’ p. 935 |
|
|
|
SHRINIVÁSI
Vier gedichten, p. 891-894
‘Toen realiseerde hij zich’ p. 891 |
‘Sinds toen heeft de rivier’ p. 892 |
‘Dacht niet aan “Endless love”’ p. 893 |
‘De vloed aan woorden’ p. 894 |
|
|
|
SLORY, Michaël
Vier gedichten, p. 793-796
Meisje over straat: ‘Fris en vrolijk’ p. 793 |
In de wei: ‘Zal het’ p. 794 |
Verliefd op mijn land Suriname: ‘Mooier’ p. 795 |
Een ander jaar nadert: ‘De toren gonst’ p. 796 |
|
|
|
SURIANTO
Twee gedichten*, p. 879-881
Djadjie: ‘eenmaal nog’ p. 879-880 |
De brandende fakkel: ‘rollende golven’ p. 881 |
|
|
|
VREDE, Dorus
Twee gedichten*, p. 871-872
‘In de kreek’ p. 871 |
‘Als de aleketrom’ p. 872 |
|
|
|
WERNERS, Joanna
Oryza: ‘rijst regent uit de rieten manden’ p. 901 |
|
| |
| |
| |
Proza
CAIRO, Edgar
Over de geheimen van de liefde, p. 857-862 |
|
|
DOELWIT, Thea
In drie bedrijven, p. 830-838 |
|
|
LEEFLANG, Winston
Jij at de vensterbank, p. 811-815 |
|
|
MARLEE, Paul
Proefkonijn (fragment), p. 936-942 |
|
|
NAHAR, Maber
Op weg naar de horizon, p. 950-954 |
|
| |
Kritische bijdragen
BEELDSNIJDER, Ruud
Een vrije negerin en een arme blanke. Twee portretten uit Suriname in de jaren dertig van de achttiende eeuw, p. 839-843 |
|
|
DAMSTEEGT, Theo
Het Suriname-beeld in de Hindostaanse literatuur, p. 904-915
Over de houding tegenover de Hindostaanse cultuur en tegenover hun nieuwe vaderland Suriname, en over hun taalgebruik
1. | Suriname genegeerd: Chandramohansing, p. 905 |
2. | Suriname op de achtergrond: Rahman Khan, Rini Shtiam, p. 905-906 |
3. | Suriname een hemel?: Amarsing Raman, Surrendra Santokhi, Rini Shtiam, p. 906-909 |
4. | De realiteit van Suriname: De ook in het Nederlands schrijvende Gharietje Choenni, Chitra Gajadin, Jit Narain, Dew Rambocus, p. 909-912 |
5. | Hindostaanse cultuur als achtergrond: Shrinivasi, p. 912 |
|
|
|
|
GROOT, Silvia W. de
Van Donko's tot Guides. Afrikaanse recruten in het Surinaamse leger 1840-1886, p. 846-856 - Met afbn. |
|
|
HOOP, Carlo
Het water komt. De transmigratie dorpen in Suriname vijfentwintig jaar na de gedwongen volksverhuizing, p. 863-870
Verslag van een reis in de nederzettingen in 1988/89 |
|
|
|
KEMPEN, Michiel van
Op zoek te gaan naar een nieuwe bron. Schrijven en literatuurkritiek als ontmoeting der culturen, p. 921-932
De Surinaamse schrijvers en Nederland: uitgevers & critici |
Ter illustratie: Cairo en de literaire kritiek (p. 930-931): Edgar Cairo's verzamelde poëzie ‘Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984) |
|
|
| |
| |
MALAJUWARA, Frans
Een Indiaanse visie op 1992, p. 826-829
‘Men is er zich van bewust dat waar Europa zich klaar maakt voor de 500ste verjaardag van de ontdekking van Amerika, de Indianen [in Suriname] tegenover de grootste uitdaging van hun voortbestaan staan’ (p. 828) |
|
|
|
MEEL, Peter
‘De samenleving moet de gelegenheid krijgen om uit te zoeken’. Stanley Rensch over politieke en mensenrechten in Suriname, p. 816-824 - Met prt.
Stanley Rensch, oprichter en directeur van het mensenrechtenbureau Moi Wana '86 vertelt de aanslag op zijn leven eind vorig jaar en levert commentaar op de sociaalpolitieke situatie in het land. Het verslag (p. 816-824) werd opgetekend op 20 jan. 1990 |
|
|
|
MORPURGO, Leo
Macht zonder gezag, p. 797-801 - Met prt. van Desiré Delano Bouterse
Over de machteloosheid van de regering tegenover het militair gezag en de legerbevelhebber Desi Bouterse |
|
|
|
PAKOSIE, André R.M.
Arrogantie versus traditie. Paramaribo en het binnenlands gezag, p. 873-878 - Met afb.
Over de houding van de regering van Paramaribo tegenover de bosnegergemeenschap en tegenover de Indianen |
|
|
|
PARA, Theo
Een droevig feest, p. 803-807
Tien jaar na de staatsgreep van Desi Bouterse op 5 febr. 1980 |
|
|
|
POS, Hugo
Is niet vechten wij vechten, maar spelen wij spelen, p. 918-920
|
|
|
RAMDAS, Anil
[Nickerie] Een grensplaats tussen verveling en verderf, p. 895-900 - Met afb. |
|
|
RUTGERS, Wim
Tijdschriften over Surinaamse literatuur; een lange traditie, p. 943-947
Over de Suriname-nummers van De Tsjerne (1952), Contour (1966), De Gids (1970, 1990), Tirade (1973), Bzzlletin (1976, 1987), Restant (1983), Deus ex Machina (1987), Preludium (1988) |
|
|
|
WENGEN, C.D. van
1890-1990: honderd jaar Javanen in Suriname, p. 882-890
De eerste Javaanse contractarbeiders arriveerden in 1890; thans wonen zo'n 50.000 Javanen in Suriname en de Javaanse cultuur is niet volledig verloren gegaan |
|
|
| |
| |
| |
Oulipo**
(nr. 10-11, p. 955-974)
MONTFRANS, Manet van
Inleiding, p. 955
‘Oulipo (Ouvroir de Littérature Potentielle) werd in 1960 opgericht als ontmoetingsplaats voor schrijvers en wiskundigen met een gemeenschappelijke belangstelling voor vormexperimenten’ |
|
|
Marcel Benabou, Van richtsnoer tot keurslijf. Vert.: M. van Montfrans, p. 956-959
Over ‘de contrainte, het zelfgekozen literaire vormprocédé’, met voorbeelden uit het werk van Georges Perec en Raymond Roussel |
|
|
Georges Perec: het rijk van de beperking, p. 964-969 - Met foto: Anne de Brunhoff |
|
|
PAPPOT, Gemma
Jacques Roubaud: de dichter als regenworm, p. 970-974 - Met prt.
Met het gedicht Go 119 uit de bundel E (1967) en een proeve van vertaling; de Nederlandse vertaling door Jan H. Mysjkin van de bundel Quelque chose noir (1986) o.d.t. Iets donkers bevat ook foto's en dagboekfragmenten van Roubauds overleden vrouw, de Canadese fotografe Alix Cleo |
|
|
|
VERSTEEG, Jan
Raymond Queneau en de regels van de kunst, p. 959-964 - Met prt. door Félix Labisse |
|
| |
Harry Mulisch vijfentwintig jaar Gids-redacteur
(nr. 12, p. 983-1027) - Met foto: Leo Vogelzang
BENTHEM van den BERGH, G. van
Een gesprek [met een Gids-redacteur over Mulisch], p. 1018
Gevolgd door En een Voetnoot (p. 1019) met citaat uit De compositie van de wereld (p. 157-158) |
|
|
|
CALIS, Piet
‘We praten polemisch’. Gesprek met Harry Mulisch, p. 983-998
Aan dit gesprek op 4 okt. 1990 werd deelgenomen door de Gids-redacteuren G. van Benthem van den Bergh, Piet Calis, Theodor Duquesnoy, Wiel Kusters en A. de Swaan. Piet Calis gaf de lijn aan en werkte de op band opgenomen tekst uit |
|
|
Bij Harry Mulisch thuis zag ik een fax staan, p. 1027
‘Met dit instrument voor snelle, schriftelijke gedachtenwisseling... breken voor de toekomstige literatuurhistorici weer gouden tijden aan’ |
|
|
|
CASIMIR, H.B.G.
Vijf maal vijf, p. 1015-1017
‘Opstelletje over “vijf gevallen waarbij het getal vijf een rol speelt” gelet op “Mulisch” speelse belangstelling voor getallen en voor geometrische figuren, in het bijzonder voor de regelmatige vijfhoek’ (p. 1015) |
|
|
| |
| |
DIS, Adriaan van
Zeus en de ezels [Herinneringen], p. 1026-1027 |
|
|
KUSTERS, Wiel
Canat ergo est. Voor de schrijver van ‘De versierde mens’, p. 1022-1025
Beschouwingen bij Hans Christian Andersens Chinese nachtegaal |
|
|
|
MEEUSE, Piet
De metamorforen van H. Mulisch Naso, p. 999-1008
Een versmelting van ‘metafoor en metamorfose’ |
|
|
|
ROVER, Frans de
Het meesterwerk komt door de zijdeur, p. 1009-1021
Over Mulisch' werk na De aanslag (1982) - ‘Zijn absolute meesterwerk, welk werk dat ook zal zijn... zal door de zijdeur komen. Want ieder nieuw werk is verbonden met het vorige’ (p. 1014) |
|
|
|
SWAAN, A. de
De afstand van Mulisch, p. 1020-1221
Herinneringen en typering |
|
|
|
-
voetnoot1
- Met gegevens over de medewerkers achterin elk nummer
-
voetnoot2
- Voor de volledige tekst zie De Gids, CLII, 1989, 11, p. 888
-
voetnoot5
- De titels met * behoren tot de rubriek: Kroniek & Kritiek; die met ** tot de rubriek: Buitenlandse literatuur
-
voetnoot6
- Met ‘Een nieuwe historische roman’ (p. 386) door G. Boomsma als inleiding tot de eigen bijdrage en die van Richard Todd in de vertaling van Winnie Todd-Kooy
-
voetnoot9
- Inleiding door Klaus Siegel, p. 219
-
voetnoot10
- Gedateerd respectievelijk: Curaçao, dec. 1989, april 1990
-
voetnoot13
- Bij de titels met * staat ook de oorspronkelijke tekst
|