| |
| |
| |
Bzzlletin
Literair magazineGa naar voetnoot1
Opgericht in 1972
Redactie:
Daan Cartens, Koos Hageraats, Phil Muysson
Redactieadres & uitgave:
Stichting BZZTÔH, Stille Veerkade 7, 2512 BE Den Haag
Jg. XIX, |
nr. 172: |
jan. 1990, 80 p. |
|
nr. 173: |
febr. 1990, 80 p. = Armando |
|
nr. 174: |
maart 1990, 80 p. = Gabriel Garcia Marquez |
|
nr. 175: |
april 1990, 80 p. = Homerus |
|
nr. 176-177: |
mei-juni 1990, 120 p. = J. Bernlef |
|
nr. 178Ga naar voetnoot2: |
sept. 1990, 80 p. = Het Schrijverscollectief |
Jg. XX, |
nr. 179: |
okt. 1990, 96 p. = A.F.Th. van der Heijden |
|
nr. 180: |
nov. 1990, 80 p. = Theo van Baaren |
|
nr. 181-182: |
nov. [= dec] 1990, 104 p. = Elias Canetti |
| |
I. Poëzie
DOORMAN, Maarten
Regen koeler en meer wind, XIX, 175, p. 106-107
‘Het weer stelt ons in staat om’ |
|
|
| |
II. Proza
POINTL, Frans
Een visite, XIX, 172, p. 33-35 - Met ill.: Leo Eland |
|
|
REISS, Johanna
New York, New York!, XX, 179, p. 95-96 180, p. 79-80; 181-182, p. 103-104 - Met afbn. |
|
|
RIJKENS, Leo
Een dag uit het leven van een gestoorde Haagse christenGa naar voetnoot3, XIX, 172, p. 12-17 - Met ill.: Leo Eland |
|
| |
| |
| |
IV. Kritische bijdragen
BOEF, August Hans den
Pramoedya Ananta Toer, XIX, 172, p. 53-60 - Foto's: Ron Giling
Over diens tetralogie: Aarde der mensen, Kind van alle volken, Voetsporen, Het glazen huis, waarvan de laatste twee, evenals Meisje aan het strand, verboden zijn in Indonesië |
|
|
|
BROCKWAY, James
Peter Ackroyd en het raadsel van First light, XIX, 172, p. 78-80 - Met prt.
Tevens over diens andere romans |
|
|
|
ELSHOUT, Ron
Hinderlijke God. Aantekeningen over ‘Buitenlandse dienst’ van Frans Kellendonk, XIX, 172, p. 18-22 - Met foto: Chris van Houts
Met citaten uit besprekingen (p. 18, 20) |
|
|
|
EVENEPOEL, S.
‘Wie wat vindt heeft slecht gezocht’. Over de anti-lyriek van Rutger Kopland, XIX, 172, p. 36-43 - Met foto's: Hans Vermeulen
Met citaten uit besprekingen (p. 37) |
|
|
|
HARSKAMP, Jaap
Marsmans sprong in het duister. Over nostalgie en vitalisme, XIX, 176-177, p. 108-119 - Met prtn. van H. Marsman, Hugo von Hofmannsthal, Giovanni Papini
Marsmans houding tegenover het werk van Von Hofmannsthal met een analyse van Marsmans gedicht Heimwee, een parallel tussen het denken van Marsman en dat van D.H. Lawrence, en tussen de ontwikkeling van Marsman en die van één der voormannen van het Italiaanse futurisme: Giovanni Papini |
|
|
|
HOVEN, Peter van den
Wat je bedenkt ben je zelf. Over het werk van Imme Dros, XIX, 172, p. 61-68 - Met foto: Ad van Denderen |
|
|
KEMPE, P.B.
Angst op pantoffels. Over de poëzie van Rogi Wieg, XIX, 172, p. 23-32 - Met foto's: Gerrit Serné |
|
|
LABEY, Karel
Uiteenlopende wetten. Over Aldous Huxley, XIX, 172, p. 2-11 - Met prtn.
Over de evolutie in diens geesteshouding en werk |
|
|
|
NEERVOORT, Hans
Literatuur als schurkenstreek. Over Koos van Zomeren, XII, 172, p. 44-52 - Met foto's: Werry Crone, Klaas Foppe |
|
|
PHAF, Ineke
‘Ah, que tú escapes’. De kat als motief bij José Lezama Lima, XIX, 174, p. 65-80 - Met ill.: Leo Eland |
|
|
SWART, Peter
Jef Geeraerts: Sanpaku, XIX, 172, p. 75-77 |
|
| |
| |
Roel Bossink: Dromen van kinderen [en Het verdriet van Meijers], XIX, 173, p. 77-79 |
|
Tomas Ross: Help, ze ontvoeren de koningin!, XX, 178, p. 73-75 |
|
De goede moordenaar. Over ‘Burke 's wraak’ [Hard candy, 1989] van Andrew Vachss, XX, 179, p. 92-94 |
|
Oud en nieuw. Maj Sjöwall & Tomas Ross, De vrouw die op Greta Garbo leek, XX, 181-182, p. 101-102 |
|
|
ZWART, Dirk
‘Als je verdwaalt, dan ben je pas ergens’. In gesprek met Joost Niemöller, XIX, 172, p. 70-74 - Met foto: Steye Raviez
|
|
| |
Bijzondere nummers/gedeelten
ARMANDO
Flarden - Fetzen - Snatches, p. 51-76
Zes ‘Flarden’ uit: Uit Berlijn. Machthebbers en krijgsgewoel. Keuze: Alice Toledo. Duitse vert.: Anne Stolz; de Engelse vertaling door Arnold J. Pomerans is ontleend aan de catalogus Damnable beauty or Resonance of the past (tentoonstelling Armando te Edinburgh, 1989) |
|
|
|
Illustratie
Tekeningen, p. 14, 50, 57, 58, 59, 61 |
Schilderijen, p. 37, 42, 62, 63, 68, 69 |
|
|
DUYNS, Cherry
In die dagen, p. 3-7
Herinneringen aan De Haagse Post-periode en aan Gard Sivik-vergaderingen, verschenen in De nieuwe stijl (1959-1965). Samenst.: Hans Sleutelaar & Sjoerd van Faassen |
|
|
|
FOPPE, Han
‘Vechten. Was dat het leven? Over het geweld in Armando's literaire werk (1951-1988), p. 31-38
Uitgangspunt: De straat en het struikgewas (1988), met de ‘sterk autobiografisch gerichte aanpak’ |
|
|
|
KOOPMAN, Ares
‘Het was zo gewoon, het was zo gewoon’. Over Armando en De Nieuwe Stijl (1958-1966), p. 21-30 |
|
| |
| |
NIEZINK, Henk
Armando en Berlijn, p. 39-49
Uit Berlijn (1982); Machthebbers (1983); Krijgsgewoel (1986) |
Bundeling van een aantal columns vanuit zijn woonplaats Berlijn (sedert 1979) geschreven voor nrc/Handelsblad; over de betekenis van de oorlog in diens leven en werk en over diens ambivalente relatie tot Berlijn |
|
|
|
NIEZINK, Jolande
De existentiële dingen. Armando's landschappen, p. 63-70 - Met ill. |
|
|
NIJS, Pieter de
Ik heb iets vreselijks gezien. De stoere gevoeligheid van Armando, p. 8-20
Van Dagboek van een dader (1973) tot Herenleed (1985) |
|
|
|
VINKENOOG, Simon
Een Tekst, p. 57-61
Geschreven en uitgegeven t.g.v. de tentoonstelling van Armando's schilderijen in Kunstzaal 't Venster te Rotterdam, sept.-okt. 1957 |
|
|
‘Er was geen ijs te breken’[Herinneringen aan de Haagse Post-periode], p. 72-75 |
|
| |
ARMENTA, Amira
De generaal in de wereld van Garcia Marquez, p. 48-51 |
|
|
HEUVEL, Aad van den
Gabo, p. 2-12
Interview in Bogota (Colombia) in juli 1983 |
|
|
|
LEEUWEN, Boeli van
Gabriel Garcia Marquez, p. 13-21
Artikel uit de Curaçaose krant Napa (7 jan. 1983) t.g.v. de Nobelprijsuitreiking; de Spaanse fragmenten werden vertaald door Mieke Westra |
|
|
|
LEMM, Robert
Simón Bolívar of het streven naar Spaans-Amerikaanse eenheid. Over de werkelijkheid achter ‘De generaal in zijn labyrint’, p. 52-59 |
|
|
NIEMÖLLER, Joost
Marquez en het cyclische. Over ‘Liefde in tijden van cholera’, p. 60-64 |
|
|
POL, Barber van de
Over ‘De kolonel krijgt nooit post’ en andere fantastische literatuur, p. 35-41
Binnen het werk van Marquez zijn twee groepen aan te wijzen: de werken die behoren tot het realistische genre, de minst typische Marquezboeken waaronder De kolo- |
|
|
| |
| |
nel krijgt nooit post en de werken die behoren tot het fantastische genre zoals Honderd jaar eenzaamheid |
|
|
|
STEENMEIJER, Maarten
Neemt Marquez de lezer bij de neus? Modernisme en postmodernisme in ‘Afval en dorre bladeren’ [1955] en ‘Honderd jaar eenzaamheid’ [1967], p. 22-34
Een inleiding over modernisme en postmodernisme in het algemeen en in het moderne Spaans-Amerikaanse proza - met verwijzing naar J.L. Borges' El Aleph; Julio Cortazars Einde van het spel & Rayuela: een hinkelspel; Manuel Puigs romans; Guillermo Cabrera Infante's Très tristes tigres (p. 22-28); over Marquez' twee bovengenoemde romans ter illustratie van ‘de stap van modernisme naar postmodernisme die in de Spaans-Amerikaanse literatuur binnen één generatie is gemaakt’ (p. 28) |
|
|
|
SWART, Peter
‘Een binnenstebuiten gekeerd ritueel’. Over ‘Kroniek van een aangekondigde dood’, p. 42-47 |
|
| |
Homerus
(XIX, 175, 80 p.) - Met afbn.
SamenstellingGa naar voetnoot8: D.M. Schenkeveld
HOMERUS
Odyssee, boek 5, 228-493. Samenvatting & vert.: H.J. de Roy van Zuydewijn, p. 73; 74-79 |
|
|
ELSHOUT, Ron
Ver van de goden, verzoend met zichzelf. Bronnen en betekenis van F.C. Terborghs ‘Odysseus’ laatste tocht’ (1970), p. 48-60 - Met krtn. |
|
|
HANE-SCHELTEMA, M. d'
Muze, vertaal mij Homerus..., p. 61-72
‘In welke vorm doet de vertaling recht aan het origineel en spreekt zij de lezer van 2800 jaar later aan?’ (p. 63) |
Met verwijzing naar vertalingen van o.a.D.V. Coornhert (1561), C. Vosmaer (1878-1880), Aeg. W. Timmermans (1931), P.C. Boutens (1937), Bertus Aafjes (1963), H.J. de Roy van Zuydewijn (1981) |
|
|
|
MOORMANN, Eric M.
Odysseus in marmer, p. 30-39 - Met afbn.
Over de beeldende kunsten in de Romeinse tijd en beelden die op Homerus teruggrijpen: de Polyphemagroep in marmer, de beelden in Sperlonga = de Skylla groep, Laokoön |
|
|
|
SCHENKEVELD, D.M.
Wanneer herkent Penelope Odysseus Twee eeuwen interpretatie van een beroemd probleem, p. 20-29
Interpretaties van o.a. |
Friedrich August Wolf, Prolegomena ad Homerum (1795), p. 23 |
|
|
| |
| |
Johannn Wilhelm Adolf Kirchhoff, Die homerische Odyssee und ihre Entstehung (1859); Die Composition der Odyssee (1869), p. 24-25 |
Wolfgang Schadewaldt, Neue Kriterien zur Odyssee-Analyse (1959), p. 26 |
Siegfried Besslich, Schweigen - Verschweigen - Uebergehen (1965), p. 25-26 |
Bernard Fenik, Studies in the Odyssey (1974), p. 27 |
|
|
|
SLINGS, R.
De dichter als bewaker van het verleden, p. 3-11
Gedichten zoals de Odyssee komen voort uit een orale traditie. Maar ‘orale epiek is niet historisch juist in de zin waarin wij...de term hanteren’ (p. 9) |
|
|
|
SLUITER, Ineke
His master's voice. De rol van Homerus in het antieke onderwijs, p. 40-47
‘Over de vraag wat de Grieken van Homerus dachten te kunnen leren en over de kritische reacties die het gebruik van Homerus als voorbeeld en leerstof voor de jeugd opriep’ bij filosofen als Plato, Socrates, Xenophanes |
|
|
|
YNTEMA, D.G.
Homerus en de archeologie, p. 12-19 - Tekn.: H.J.M. Bungers
Archeologische vondsten laten toe ‘te bezien welke maatschappijvormen er tijdens het langdurige vormingsproces van Ilias en Odyssee in het Aegeïsche gebied bestonden’ en vergelijking met ‘de “Homerische” wereld’ helpt bij het onderscheiden van oudere en jongere passages binnen het epos’ (p. 12) |
|
|
| |
BERNLEF, J.
De verrekijker. Uit: Doorgaande reizigers, p. 61-67 |
|
|
ALBERS, Bernd
‘Ritselend glijdt het voordoek open’. Over ‘Vallende ster’ (1989), p. 53-60 |
|
|
BOEF, August Hans den
De kunst van het omsingelen. Bernlefs ‘Drie eilanden’ (1987) als studies over communicatie en identiteit, p. 23-31
Drie eilanden (1987) = Sneeuuw (1973), Meeuwen (1975), Onder ijsbergen (1981) |
|
|
|
ELSHOUT, Ron
In dit weten hier. Notities bij poëzie van Bernlef, p. 68-73
Over gedichten uit Geestgronden en Alles teruggevonden/niets bewaard en ‘de inspiratie die hij... nogal eens opdoet bij “schetsende” beeldende kunstenaars’ - Met ill.: Giovanni Bellini, Ko Westerik |
|
|
|
GOOSSENS, Marc
Waanbeeld van de werkelijkheid. Over ‘Hersenschimmen’ (1984), p. 37-43 |
|
| |
| |
HOF, Kees van 't
Een eiland van woorden. Over ‘Publiek geheim’ [1987; eerste AKO-prijs], p. 44-52 - Met ill.: Pieter Saenredam
Op het schilderij ‘Interieur van de Sint-Bavo met gezicht op het grote orgel’ wordt door de personages verschillend gereageerd |
|
|
|
KOOPMAN, Ares
De linkerhand van Matisse. Over en uit enkele Barbarberbrieven [1968] van J. Bernlef aan C. Buddingh', p. 97-104 |
|
|
MIELAERT, Alice
Wars van voyeurisme. Het dramatisch werk van J. Bernlef, p. 79-87 |
|
|
NIEMÖLLER, Joost
Bernlef en Raster, p. 89-96
Redacteur van 1977 (nr. 1) tot en met 1987 (nr. 40 = Jubileumnummer) |
|
|
|
NIJS, Pieter de
De keerzijde van de herinnering, p. 8-21
‘In het werk van Bernlef speelt het motief van de foto een belangrijke rol, zowel met betrekking tot het thema van de waarneming, als met betrekking tot dat van de herinnering’ (p. 9) |
|
|
|
NIJSSEN, Peter
Een leeg portret?, p. 3-7
Typering van schrijver en werk als ‘onvatbaar’ want ‘steeds in ontwikkeling’ |
|
|
|
ROMIJN MEIJER, Henk
Bernlefs jazz, p. 74-78
‘Poëzie blijft onderwerp, jazz aanleiding’ |
|
|
|
SWART, Peter
Maken en breken. Over ‘De bevrijding van Kim Miller’ (1969), p. 32-35 |
|
| |
Het Schrijverscollectief
Hans Dorrestijn, Karel Eykman, Ries Moonen Fetze Pijlman, Jan Riem, Willem Wilmink
(XX, 178, p. 1-72)Ga naar voetnoot11) - Met afbn., ill.Ga naar voetnoot12, prtn.
Poëzie
DORRESTIJN, Hans
Metterwoon: ‘Als regenboogforellen in de Amstel sprongen,’ p. 48 |
|
|
EYKMAN, Karel
Mus in Artis: ‘Hee stelletje stomme mussen’ p. 34 |
|
| |
| |
PIJLMAN, Fetze
De andere helft: ‘Wat stuk is vindt bij mij herstel’ p. 60 |
|
|
WILMINK, Willem
Een hond gaat op reis: ‘Een hond verdwaalde op een keer’ p. 52 |
|
| |
Proza
DORRESTIJN, Hans
Weg met het onrecht, p. 16 |
|
|
EYJKMAN, Karel
Vrienden, nooit geweten. Voor Aart Staartjes, p. 35 - Met prt. |
|
| |
Toneel
EYKMAN, Karel
Prince versus Rob (uit de Billitonserie), p. 13 |
|
|
MOONEN, Ries
Bijzondere uitstralingen, p. 39 |
|
|
RIEM, Jan
Vriendschapsbanden, p. 56-57 |
|
| |
Kritische bijdragen
BANNINK, Harry
Het Collectief en de muziek [autobiografisch], p. 61-62 - Met partituur |
|
Overige bestemmingen. Een portret van Willem Wilmink, p. 49-51 - Met foto: Hans Vermeulen
Uit: De donkere kamer van Dorrestijn (1985) |
|
|
|
EKKERS, Remco
Het kind levend gehouden, p. 41-47 - Met groepsfoto
Over Hans Dorrestijn (p. 44-46), Karel Eykman (p. 43-44), Fetze Pijlman (p. 46-47), Willem Wilmink (p. 41-42) |
|
|
|
EYKMAN, Karel
Een tik tegen de werkelijkheid, p. 36-38 - Met prt.
|
|
|
KOELMAN, Hedwig
Legoblokjes in plaats van zichzelf besturend autootje. Over de ‘Woord voor Woord’ kinderbijbel van Karel Eykman, p. 64-72 |
|
|
LINDERS, Joke
Cakemix, of een mand met vlooien. Hoe, wat en waarom van het Schrijverscollectief, p. 3-12 - Met groepsfoto: Ernst Nieuwenhuis |
|
| |
| |
MOONEN, Ries
De wiekslag van de schoffelaar, p. 13-14 - Met prt.
|
|
|
MOOREN, Piet
De eerste generatie televisie-tekstschrijvers. Over de toegepaste kunst van het Schrijverscollectief, p. 17-32 - Met groepsfoto |
|
|
PIJLMAN, Fetze
‘Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn’. Over Karel Eykman, p. 33 - Met prt. |
|
|
RIEM, Jan
|
|
WILMINK, Willem
De Riem onder ons hart, p. 53-55 - Met foto: Nelleke van der Drift
Over Jan Riem en zijn sketches |
|
|
| |
A.F.Th. van der Heijden
(XX, 179, p. 1-91) - Met afbn., prtn.Ga naar voetnoot13
HEIJDEN, A.F.Th. van der
Fragmenten uit het gastenboek [29 jan.-5 maart 1990], p. 81-89 |
|
|
ALBERS, Bernd
Er komt altijd meer symboliek uit dan je erin stopt. Enkele aantekeningen bij ‘Het leven uit een dag’ [1988], p. 72-80 |
|
|
BOUSSET, Hugo
De kinderbruiloft. Over ‘De sandwich. [Een requiem, 1986], p. 67-71 |
|
|
BRANDS, Jan
Over de lichte zijde van het bestaan, p. 3-7
|
|
Imro doorstaat de tijd, p. 36-40
Raakpunten tussen ‘De tandeloze tijd’ en Van der Heijdens jeugdlectuur ‘Imro's eerste grote reis’[1940] door H. Wolffenbuttel-van Rooyen |
|
|
Anders dan de anderen, p. 57-65
Albert Egberts, de hoofdpersoon uit de romancyclus De tandeloze tijd |
|
|
|
GOEDEGEBUURE, Jaap
Jeuk in een afgezet been. Over het illusoire van de werkelijkheid in ‘De tandeloze tijd’, p. 49-56 |
|
| |
| |
KREGTING, Marc
De ongrijpbare dubbelganger. Over de verzonken roman ‘&’ of ‘Knapensluimer’, p. 28-35
‘een 420 pagina's tellend “oermanuscript” dat hij als 20-jarige schreef’, maar dat nooit verscheen |
|
|
|
MOOR, Wam de
De onbereikbaarheid van het leven. Van der Heijden en Nijmegen, p. 41-48 - Met ill.: Leo Eland
Op basis van De slag om de Blauwbrug (1983), Vallende ouders (1983), De gevarendriehoek (1985), De sandwich (1986) |
|
|
|
NIEMÖLLER, Joost
‘Wat moet je schrijven over iemand die zich zielsgelukkig voelt? In gesprek met A.F.Th. van der Heijden, p. 8-17 - Met groepsfoto |
|
|
ROTENSTREICH, Mirjam & BRANDS, Jan
Beknopte bibliografie [van en over] A.F.Th. van der Heijden, p. 90-91 |
|
|
ROVER, Frans de
Literatuur is het leven als een droom. Over Patrizio Canaponi, p. 18-27
Het pseudoniem waaronder Van der Heijden debuteerde |
|
|
| |
Theo van Baaren
(XX, 180, p. 1-178)Ga naar voetnoot14 - Met afbn., prtn.
BAAREN, Theo van
Light verse. Uit: De droomhaas, p. 74-76
Oranje bloost: ‘Oranje bloost de nachtegaal’ p. 75 |
Hulde aan de schoolmeester: ‘De olifant’ p. 76 |
De koeien, ‘De koeien lezen graag theologie’ p. 76 |
‘een dominee in Groningen’ p. 76 |
|
|
GedichtenGa naar voetnoot15, p. 77-78
‘Je handen dorstige vlinders’ p. 77 |
‘Het sombere vruchtvlees van je ogen’ p. 77 |
Nachtstad: ‘Ik dwaal door een stad die niet bestaat’ p. 78 |
|
|
[Uitspraken, aforismen], p. 7, 9, 11, 16, 19, 23, 25, 29, 31, 34, 36, 39, 42, 45, 48, 49, 51, 52, 55, 57, 58, 61, 63, 66, 68, 74 |
|
[Collages], p. 12, 21, 37 |
|
|
ARNOLDUS, Victorine
Beelden van Van Baaren, p. 70-73 - Met afbn.
Over diens collectie ethnografica die hij in 1968 aan de Rijksuniversiteit Groningen schonk voor het Volkskundig Museum ‘Gerardus van Leeuw’ en over diens manier van denken: ‘hij liet zich leiden door het Primair Proces (Freud)’ |
|
|
| |
| |
CALIS, Piet
Theo van Baaren tijdens de oorlog, p. 18-26
Over diens levensvisie zoals die blijkt uit ‘Een nieuw Kerstspel’ (1938); over het tijdschrift ‘De Schone Zakdoek’ (1941-1944) (in één ex.) - huisorgaan van Van Baarens maandagavondbijeenkomsten te Utrecht - met aandacht voor surrealisme en dada en publikatie van light verse; over diens poëziebundel ‘Versteend zeewier’ (1944, geantidateerd: 1941) |
|
|
|
DRIJVERS, Han J.W.
Theo van Baaren, geleerde en kunstenaar, p. 5-10 - Met facs. van brief van Willem Kloos d.d. 31 jan. 1938
Hoogleraar in de geschiedenis der godsdiensten en de Egyptische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Groningen (1952-1980), dichter en surrealistisch collagist |
|
|
|
ELBURG, Jan
De vrees voor ernst, p. 44-50
|
|
|
JONG, Jan de
Theo van Baaren over Jeroen Bosch, p. 65-69
‘Door artikelen buiten beschouwing te laten heeft Van Baaren een wat vertekend beeld van het huidige Bosch-onderzoek gekregen en gegeven’ (p. 67) |
|
|
|
KUIPER, Yme & ZWIER, Gerrit Jan
Wij zitten altijd aan de kant waar de slagen vallen. Theo van Baaren en de culturele antropologie, p. 60-64 |
|
|
LEERTOUWER, Lammert
Theo van Baaren, fenomenoloog van de godsdienst, p. 54-59
Tevens over Fokke Sierksma, leerling van Gerardus van Leeuw, die echter door Van Baaren werd opgevolgd aan de Universiteit te Groningen |
|
|
|
LEUTSCHER, Dick
Theo van Baaren - een leven, p. 11-17 |
|
|
LEHMANN, L.Th.
Terugblik, p. 51-53
Herinneringen aan Theo van Baaren en zijn vrouw Gertrude Pape, aan De Schone Zakdoek, aan diens ‘Der Mörder, eine Taschenoper’, verschenen in De Schone Zakdoek |
|
|
|
NAUTA, Lolle
De onderbroken fietstocht oftewel: het surrealisme als levensvorm, p. 27-32 |
|
|
OOSTEN, Jasper
Beknopte biografie van Theo van Baaren, p. 3 |
|
|
STRATEN, Hans van
Ethische vlooien en wijfjeshagedissen. Over de notities van Theo van Baaren, p. 33-38
Over diens notities - leesnotities, korte essays, aforismen - waarvan onder de titel ‘Journaal’ slechts drie ‘pakketjes’ verschenen in Criterium en een in Columbus, al ging hij er heel zijn leven mee door |
|
|
| |
| |
VANCREVEL, Laurens
De zwarte humor van de melancholie. Over de dichter Theo van Baaren, p. 39-43 - Met facs. van brief van H. Marsman d.d. 8-IX-35
Hoofdzakelijk over diens ‘come-back’ in 1978 met de bundel Hoe-korter-hoe-liever, meer dan 30 jaar na de gedichten in De Schone Zakdoek en de clandestiene bundel Versteend zeewier en over ‘de dood als steeds terugkerend thema’ (p. 41) |
|
|
| |
DETHIER, Hubert
Canetti in de westerse filosofie, p. 70-83 |
|
|
DUQUESNOY, Theodor
De leefwereld van Elias Canetti: martyrium of idylle? Enige kanttekeningen bij zijn autobiografische geschriften, p. 3-11 |
|
|
HAAFTEN, Leo van
De Canetti-therapie van Wim de Bie [Interview], p. 29-31
Via ‘Massa & Macht’ de mensen die lijden aan aanrakingsvrees trachten te genezen |
|
|
|
HAGERAATS, Bart
Een handboek voor waanlogica. Over Het martyrium [= Die Blendung, 1935; Ned.: 1966], p. 12-24 - Met ill.: Rembrandt: De blindmaking van Simson |
|
Salman Rushdie, De slang der kennis. Over Die Blendung en boekverbrandingen. Vert. uit het Duits: B. Hageraats, p. 25-28
O.t: The worm of learning turns, swallows its tail, and bites itself in half (The Listener, 13-12-1981) |
|
|
De munt van de macht. Over Massa & Macht [Du.: 1960; Ned.: 1976], p. 34-44 |
|
Elias Canetti. Kroniek en bibliografieën, p. 91-10
Chronologie leven en werk, p. 91-94 |
In het Nederlands verschenen werk van Elias Canetti, p. 95 |
Beknopte buitenlandse bibliografie over Elias Canetti, p. 96 |
Selectieve Nederlandse bibliografie over Elias Canetti, p. 97-100 |
|
|
|
KOK, Gommert de
De tien en de negentig procent. Over het vertalen van Canetti, p. 84-90
Artikel uit de Provinciale Zeeuwse Courant, 26 maart 1977 |
Over Canetti's taalgebruik en de taak van de vertaler; over Theodor Duquesnoy's vertaling: Wat de mens betreft. Aantekeningen 1942-1972 en Jenny Tuins vertaling: Massa & Macht |
|
|
| |
| |
MIELART, Alice
In het oog van de orkaan. De toneelstukken van Elias Canetti, p. 52-64 - Met afbn.
Ook over de theaterrel in Duitsland bij de opvoering in 1965 van Komedie der ijdelheid (1950) en De bruiloft (1932)(p. 54-56); over de ‘matte’ opvoeringen van De bruiloft in Nederland o.a. in regie van Joris Diels (p. 56-57) |
|
|
|
MOOR, Piet de
Canetti in zijn essays: strijd tegen de dood en voor het leven, p. 45-51 |
|
|
POLAK, Johan
Canetti en de klassieken, p. 65-69
Josephus Flavius, Tacitus, Theophrastus |
|
|
|
-
voetnoot2
- Register van jg. XIX, 1989-1990, nrs. 168-177, p. 76-80
-
voetnoot5
- Foto's: Steye Raviez, Jan van der Weerdt, Hans Bruggeman, Maurice van Kinsbergen
-
voetnoot8
- Inleiding, p. 2 - Het nr. bevat de voordrachten over ‘De wereld van Homerus en de invloed van Homerus’ (Vrije Univ. Amsterdam, voorjaar 1989) en enkele andere artikels
-
voetnoot10
- Foto's: Theo Jennissen, Jeroen van Putten, Steye Raviez
-
voetnoot11
- Inleiding door De Redactie: ‘Literavisie’, p. 1
-
voetnoot13
- Foto's: Gerard Polhuis, Chris van Houts
-
voetnoot14
- Met inleidende notitie door De Redactie, p. 1
-
voetnoot15
- Gedateerd respectievelijk: 1986; 1986; 18-6-1986
-
voetnoot16
- Inleidende notitie door De Redactie, p. 1
-
voetnoot18
- Prttek.: David Levine, p. 26; foto: Jerry Bauer, p. 89
|