| |
| |
| |
Kwasir
Tijdschrift voor poëzie en poëtica
Opgericht in 1986
Redactie: André Stek
Redactieadres: Valkenboskade 366, 2563 HH Den Haag
1988, nrs. 5, 6, 7Ga naar voetnoot1 - telkens 48 p.
| |
Artikels van de redactie
Redactioneel [De 8ste Nacht van de Poëzie], 5, p. 2 |
|
Waarde collegae, 5, p. 39; 6, p. 31
Uitspraken van personen uit de literaire wereld |
|
|
Redactioneel, 6, p. 2; 7, p. 2 |
| |
I. Poëzie
BEKS, Herman
[Gedichten], 6, p. 12-15
Dialogue interieur: ‘Ik wens geen Blut und Boden’ p. 12 |
Afgemeten: ‘Wat wisten wij, toen wij elkaar verweten’ p. 13 |
Oponthoud: ‘De meeuwen duiken naar de resten’ p. 14 |
Doorgang: ‘Hij is misschien al dood. Wie weet’ p. 15 |
|
|
|
DILLING, Henk
[Gedichten], 5, p. 18-21
Een verlangen: ‘De stad en het licht van de reclames’ p. 18 |
‘En ook morgen zullen ze er zijn’ p. 19 |
‘En ik nog denken: ze is ontroerd’ p. 20 |
‘Ze zal verdrinken, want de vloed komt op’ p. 21 |
|
|
|
IPEREN, Marijke van
[Gedichten], 7, p. 6-7
Lente: ‘Zij staan zo stam aan’ p. 6 |
Hout: ‘De boom veschrompelde’ p. 6 |
Zon: ‘Hij speelt zijn spel meedogenloos’ p. 7 |
Geboorte: ‘Het kind kwam uit haar losgebroken’ p. 7 |
|
|
|
JONGMAN, Marijke
[Gedichten], 5, p. 8-11
Schaars: ‘Schaars zijn de hoogtepunten’ p. 8 |
‘In een rij van vale dagen’ p. 9 |
Paradox: ‘Het kleine rode truitje’ p. 10 |
Vertrouwd: ‘Soms in het late middaguur’ p. 11 |
|
|
| |
| |
KILIAN, Hans
[Gedichten], 7, p. 13-15
Deze dag: ‘het zal een dag zijn als geen ander’ p. 13 |
Dorpsgezicht: ‘Zomaar een dag is het’ p. 14 |
Voorzomer: ‘De regen talmt met druppelen’ p. 15 |
|
|
|
KNOPPERT, Wim F.
[Gedichten], 6, p. 16-19
Overwegen: ‘zinvol’ p. 16 |
Kwelgeesten: ‘Lawaaiverkeer verkreukte in de nacht’ p. 17 |
Laatste fase: ‘de tijd heeft zij’ p. 18 |
Vader: ‘De weg naar Bethlehem’ p. 19 |
|
|
|
LEMS, Mariet
[Gedichten], 5, p. 14-16
Zomerbed: ‘Zwarte warme lucht’ p. 14 |
Gesticht: ‘Hij benoemt ze’ p. 15 |
Verknipt: ‘Ze mag geen schaar’ p. 15 |
Joanne: ‘Ritmiek in woorden’ p. 16 |
Fotofinish: ‘Ze bladert in het album’ p. 16 |
|
|
|
LENGKEEK, Elise
[Gedichten], 7, p. 17-20
Neerslag: ‘Het zoute water aan de zee onttrokken’, p. 17 |
ThuisgekomenGa naar voetnoot2: ‘Hij droeg de knikkers in zijn broekzak mee;’ p. 18 |
Scheiding: ‘je buigt je draait je hoofdje’ p. 19 |
Begrafenis: ‘... / en telkens weer’ p. 19 |
Vervreemd: ‘Vroeger was ik vanzelf mijn diepste wezen trouw’ p. 20 |
Overgave: ‘Het water draagt mij uit de enge haven, -’ p. 20 |
|
|
|
NANTES, Joseph
[Gedichten], 7, p. 21-22
Hier en nu: ‘Nu gaan geraamten ademhalen’ p. 21 |
Woning: ‘Dit is de woning van mijn nederlaag’ p. 22 |
|
|
|
ROOS, Hans
[Gedichten], 6, p. 21-22
Adempauze: ‘In een verloren moment’, p. 21 |
Trager dan het kind, p. 22 |
Overgave: ‘Dekor;’ p. 22 |
|
|
|
SIEVERINK, Bennie
[Gedichten], 5, p. 4-6
Leentje lief: ‘Ik ga graag’ p. 4 |
Een waarheid: ‘We kunnen van alles denken’ p. 4 |
Metamorfose: ‘Immense kantoorgebouwen’ p. 5 |
Nacht schade: ‘Een late bezoeker’ p. 5 |
Uiteindelijk: ‘Tot vorig jaar’ p. 6 |
|
|
|
STAM, Wim
[Gedichten], 7, p. 9-11
Oud huis: ‘Boven ooit gewijde grond’ p. 9 |
Herfst: ‘Alles herken je, de zwartwitte vlekken’ p. 10 |
|
|
| |
| |
Fotomorfose: ‘De toren is verdwenen en grijs licht’ p. 11 |
Omgang: ‘De toren beklimmen tot het allerhoogste’ p. 11 |
|
|
|
UUDEN, Corrie van
[Gedichten], 6, p. 9-10
Zee: ‘hoog golft de schoot’ p. 9 |
Wasbeurt: ‘zij zit als meermin’ p. 9 |
Maan en jongen’: ‘Zij vindt hem op het strand’ p. 10 |
|
|
|
WETERING, Theo van de
[Gedichten], 6, p. 4-7
Afstand bewaren: ‘Welke mensen verlangen’ p. 4 |
Digital: ‘Rondom dempen buren’ p. 5 |
Mijn grootvader het archief: ‘Sedert hij dood is’ p. 6 |
Mijn grootvader de tuin: ‘Opa stierf zijn lichaam’ p. 7 |
|
|
|
ZOETHOUT, H.J.
[Gedichten], 7, p. 3-4
Loch stress: ‘Er vallen gaten in mijn dromen’ p. 3 |
Kort famili[e]bezoek: ‘Naar Ypekolsga was mijn weg,’ p. 4 |
|
|
|
ZUTPHEN, Luuk van
Duinafslag, 5, p. 12-13
‘De wind slaat de duinen af met water’ |
|
|
| |
IV. Kritische bijdragen
BERVOETS, Jan
[Recensies in: Vormen en inhouden]
Herman Beks, Stroomopwaarts: Zandfriesland, 6, p. 29-30 |
Pieter Boskma, Quest: De waarde van een prijs, 6, p. 26-29 |
Reineke Gevers, Scharlaken ibis: Brief aan Reineke Gevers, 5, p. 44-47 |
Mariet Lems, Een schaduw als bewijs: Soms reikt het denken verder dan de taal, 7, p. 42-47 |
|
|
|
NANTES, Joseph
Edgar Allan Poe, Het poëtisch beginsel. Inl. & vert.: J. Nantes, 5, p. 22-27; 28-38 - Met prt.
In de rubriek: Fabrieksgeheimen |
|
|
De danser blijkt een hinkepoot, 5, p. 40-44
Lloyd Haft, Wijl wij dansen |
|
|
Hoe lang is een Chinees of De adem en de gestalte van het gedicht, 6, p. 32-47
Herziene tekst van een lezing |
|
|
|
OTTEN, Harm
Siddertaal, 6, p. 23-26
Bespreking van het gedicht ‘De vrees’ van Reinold Kuipers; tekst p. 23 |
|
|
Siddertaal, 7, p. 23-27
Bespreking van het gedicht ‘Ze zeiden’ van Herman van den Bergh; tekst p. 23 |
|
|
|
ROY van ZUIDEWIJN, H.J. de
De dichter en zijn bedrijf (Rubriek: Fabrieksgeheimen), 7, p. 28-41
Voordracht bij de presentatie van zijn bundel ‘Wat de zee verzwijgt’ op vrijdag 29 april 1988 in het Rijswijks Museum |
|
|
|
-
voetnoot1
- Elke auteur wordt voorgesteld d.m.v. een korte biografie op de pagina voorafgaand aan de bijdrage
|