| |
| |
| |
Bzzlletin
Opgericht in 1972
Redactie:
Nrs. 152-157: Daan Cartens, Johan Diepstraten, Phil Muysson
Nrs. 158 - 161-162: Daan Cartens, Phil Muysson
Redactie- en administratieadres:
BZZTÖH, Stille Veerkade 7, 2512 BE Den Haag
Jg. XVIIGa naar voetnoot1, |
nr. 152: |
jan. 1988, 96 p. = De Canadese literatuur |
|
nr. 153: |
febr. 1988, 76 p. = Marten Toonder |
|
nr. 154: |
maart 1988, 84 p. = Griekse dichters |
|
nr. 155: |
april 1988, 80 p. |
|
nr. 156: |
mei 1988, 60 p. |
|
nr. 157: |
juni 1988, 76 p. = Portugal |
|
nr. 158: |
sept. 1988, 80 p. = C. Buddingh' |
|
nr. 159: |
okt. 1988, 80 p. |
|
nr. 160: |
nov. 1988, 80 p. = Jan Siebelink |
|
nr. 161-162: |
dec. 1988-jan. 1989, 112 p. = Willem
Wilmink |
| |
I. Poëzie
BEVERS, Bert
Gedichten, 160, p. 59
Kringloop: ‘bij avondval vermoed ik’ |
De stervende GermanicusGa naar voetnoot2: ‘omgeven door getrouwen’ |
|
|
|
BOURGONJE, Fleur
Zwart zijn de paarden die brandenGa naar voetnoot3, 158, p. 60-61
1. | ‘Het slaat op hol. Het was te strak’ p. 60 |
2. | ‘Het staat alleen dat vliegen wil’ |
3. | ‘De onbevlogen paarden van de nacht’ p. 61 |
|
|
|
CARTENS, Daan
|
| |
| |
DOORMAN, Maarten
Gedichten, 158, p. 69
Daarom langzaam en met bijna droge lippen: ‘Vanwaar dat remmen steeds in deze regels,’ |
‘Nog is er het gelag’ |
|
|
|
ELSHOUT, Ron
Petrarcaans, 157, p. 47-48
Hommage aan Laura, p. 47
1. | ‘Hoe ontsluit ik haar nu’ |
2. | ‘Herinnering ziet het landschap, hitte,’ |
3. | ‘Omdat het rood op was’ |
4. | ‘Nadering - zichzelf vergetend’ |
5. | ‘Onder toppen van vingers’ |
6. | ‘Nogmaals: die halslijn, de keel’ |
|
In de marge: ‘Lezend verdwaalde zijn pen’ p. 48 |
Brief: ‘Dichter die haar niet kent’ p. 48 |
Petrarca, kluizenaar: ‘... dat de vrouw ter kerke schreed’ p. 48 |
|
|
|
GHYSSAERT, Peter
Gedichten, 159, p. 70-71
Erftante: Na haar dood hadden wij grijze amber’ p. 70 |
Stilleven met Gothische elementen: De harnassen met tocht gevuld’ p. 71 |
Landschap met Rameau: ‘Honderd broze botjes breekt de kip’, p. 71 |
|
|
|
GOUDESEUNE, Koenraad
Gedichten, 157, p. 49
‘'s Morgens in de spiegel verbetert zij met rouge’ |
Foto's zonder haar: ‘Aanvankelijk ben je er nog wel, vandaar,’ |
|
|
|
HOOFF, Marijke van
GedichtenGa naar voetnoot4, 153, p. 52
Inkeer: ‘Tuinstoelen binnengebracht’ |
Nazomer: ‘je rust en waant je onbespied.’ |
|
|
|
KROON, Dirk
GedichtenGa naar voetnoot4, 160, p. 42-43
Gegeven: ‘Je neemt de krant’ p. 42 |
Landgoed: ‘Het hoeft geen Wagner te zijn.’ p. 42 |
Vooruit: ‘Straks gaan we weg,’ p. 42 |
Ogen: ‘Nu je na nacht en dag’ p. 42 |
Machteloos: ‘De koning die jij doodsloeg,’ p. 43 |
Gebiedende wijs: ‘Kom mij nu nader,’ p. 43 |
Vergetelheid: ‘Ik zou die nooit meer’ p. 43 |
|
|
|
LOBO, Lida
Atlantic Wall, 159, p. 70
‘Langs de weg zijn aarden wallen’ |
|
|
|
NIEMATZ, Max
Gedichten, 153, p. 67
Koffietijd: ‘Tussen één vlieg en geen is’ |
Morgen: ‘De mierennesten komen tot leven’ |
|
|
| |
| |
RASCH, Gerard
Henrik Nordbrandt, Uit: Spögelseslege (1979). Vert.: G. Rasch, 153, p. 50-51
Achterblijven in de stad; De nomaden keren terug, p. 50; 51 |
|
|
|
REITSMA, Anneke
Genesis, 159, p. 68
‘Woorden willen zwijgen.’ |
|
|
|
VREE, Freddy de
|
|
VROOMKONING, Victor
Nagel, 159, p. 68
‘Een gedicht is een verhaal’ |
|
|
| |
II. Proza
BOOMSMA, Graa
Michael Ondaatje, De brug. Uit: In the skin of a lion. Vert.: G. Boomsma, 157, p. 64-72 |
|
[Reisaantekeningen]
Aankomen in Amerika. Aantekeningen over traditie en droom, 159, p. 77-79 |
Amerikaanse entourage, Europees hoofd, 160, p. 78-79 |
Charme in Chicago, 161-162, p. 100-103 |
|
|
|
EIJK, Philip van der
Gottfried Benn, Nocturno (1913). Vert.: P. van der Eijk, 160, p. 63 |
|
|
TOUSSAINT, Bert
Gottfried Benn, Heinrich Mann. Ein Untergang (1913). Vert.: B. Toussaint, 160, p. 64-65 |
|
|
VERBRUGGE, F.J.P.
Elsa Morante, De klasgenoot (Il compagno uit: Lo scialle andaluso, 1938; 1985, tweede dr.). Vert.: F.J.P. Verbrugge, 159, p. 66-67 |
|
| |
IV. Kritische bijdragen
BAUDOIN, Tom
De triomf van de eigenzinnigheid. Over ‘Piet de Smeerpoets’ van Heinrich Hoffmann, 161-162, p. 91-99
Waarom het kinderboek Struwwelpeter (1845), geschreven en getekend door Heinrich Hoffmann een klassiek kinderboek werd |
|
|
| |
| |
BOEF, August Hans den
Geen plagiaat maar postmodernisme: Willem Brakman en Jack the Ripper, 160, p. 51-56 - Met afb., prt.
N.a.v. Heer op kamer; overeenkomsten met The lodger, film van Alfred Hitchcock naar de roman van Mary Belloc-Lowndes (1913) en met F. Bordewijks Marion Quin (1925) |
|
|
|
BOOMSMA, Graa
La dolce vita in woord en beeld, 158, p. 62-64
Over het functioneren van foto's, onder verwijzing naar Roland Barthes' De lichtende kamer (La chambre claire, 1980) |
|
|
|
BROCKWAY, James
‘Ik hoor de stemmen van mijn figuren.’ De romankunst van Ursula Holden, 153, p. 60-65 - Met prtn.
Over haar werk, met haar antwoord op een paar vragen (p. 63-65) n.a.v. de Nederlandse vertaling van Tin toys (1986; Speelgoed) |
|
|
Over lengte, hoogte en gewicht. De jongste roman van Iris Murdoch, 155, p. 77-79
The book and the Brotherhood |
|
|
Over [Stephen] Spender en zijn tempel [The temple], 156, p. 52-53 |
|
Het historisch gericht speuren. Een nieuwe roman van Graham Swift [Out of this world], 157, p. 50-53 - Met prt. |
|
Dichter? Prozaïst? Of redacteur?, 157, p. 62-63 - Met prt.
John Lehman, Christopher Isherwood - a personal memoir |
|
|
Een verleden vol leven. Over de jongste roman van Muriel Spark, 159, p. 34-35
A far cry from Kensington |
|
|
Over de moeder van Frankenstein. Kritische biografie van Mary Wollstonecraft Shelley door Muriel Spark, 159, p. 36-38
Child of light. A critical biography of Mary Shelley, [1956] herwerkt tot Mary Shelley (1988) |
|
|
|
BURGER, Peter & POS, Arie
‘Zweverigheid? De mensen moesten eens weten wat een tough guy ik ben’. In gesprek met Andreas Burnier/C.I. Dessaur, 159, p. 2-10 - Met prt.
Interview van 9 aug. 1988, over o.a. haar vertrek van en terugkeer naar de universiteit te Nijmegen, de ontvangst van haar laatste roman De trein naar Tarascon |
|
|
|
EGGELS, Hanneke
In gesprek met - Met prtn.
Tim Krabbé. ‘Je moet wind tegenhebben...’, 155, 9-14 |
Fleur Bourgonje. ‘Het geduld om naar verhalen te luisteren zijn we kwijt, 158, p. 55-59 |
|
|
Ziener of zwoeger?, 159, p. 16-17
Kanttekening bij Andreas Burnier, Van masculinistische naar humane wetenschap, in: De zwembadmentaliteit (1979) en bij de reacties van Maarten 't Hart en van Dick Hillenius |
|
|
|
EIJK, Philip van der & TOUSSAINT, Bert
Gottfried Benn en de crisis van het moderne ik, 160, p. 60-62 - Zie ook: Proza |
|
| |
| |
ELSHOUT, Ron
Aandacht voor het Teniersplein, 158, p. 41-46 - Met prtn.
Over de poëzie van Rutger Kopland, P.C. Hooftprijs 1988, uitgaande van T. van Deel, Een gedicht schilderij (Tirade, XXV, 1981, p. 488-495) en J. Bernlef, De utopie van het moment. Over de poëzie van Rutger Kopland (Raster, 1984, 32, p. 42-55) en Koplands gedichtenreeks Schilderij (uit: Al die mooie beloften) geïnspireerd op Henri de Braekeleers schilderij Het Teniersplein te Antwerpen |
|
|
|
FRERIKS, Kester
De salto mortale van Friedrich Hölderlin, 155, p. 50-54 - Met afb., prtn.
Met het gedicht Andenken uit 1803 in vert. (p. 55) |
|
|
|
GREVERS, Arie
De wereld van papier. Over Komrijs ‘Verwoest Arcadië’, 155, p. 60-77
Verschenen als feuilleton in Vrij Nederland (1977-1979) en in 1980 als ‘autobiografie’ in de reeks Privé-Domein; analyse van de roman en vergelijking met de feuilleton |
|
|
|
HISGEN, Ruud & WEEL, Adriaan van der
De verdeelde traditie. Australische literatuur, 155, p. 15-33 - Met afbn., prtn.
Het probleem van de Australische identiteit leidt tot nadruk op het Australische enerzijds en streven naar internationalisme anderzijds; na het gevecht tegen de bush (= het platteland) in de 19de eeuw - Marcus Clarke, Joseph Furphy, Patrick White - de strijd tussen Europa en Australië in de 20ste - A.A.D. Hope, Kenneth Slessor, Peter Porter, Judith Wright en de jongere Les A. Murray (p. 25-27); ook over de orale, eigentijdse poëzie van de Aborigenen (p. 22-23) |
Met het gedicht van A.A.D. Hope ‘Australië’ in vertaling (p. 34) |
|
|
|
HOF, Kees van 't
Bij een gedicht van A. Roland Holst, 156, p. 17-22
Een halfgod. Uit: Vuur in sneeuw (1968); tekst, p. 18 |
|
|
|
HOTTENTOT, Wim
‘Al schrijvende ben ik iets of iemand anders’. Een gesprek met Hella Haasse over de klassieke cultuur, 155, p. 56-59 - Met prt. |
|
|
HOVEN, Peter van den
O zachte zaligheid der puberteit, 162, p. 95-96
Over de jeugdboeken van Peter van Gestel n.a.v. diens Ko Kruier en zijn stadsgenoten, bekroond met de Nienke van Hichtumprijs 1987 |
|
|
Thrillers voor jongeren, 153, p. 70-72
Frits Abrahams, Ontvoering op Wimbledon |
Johan Diepstraten, De branden van de Duivelsbrug - Met prt. |
Johan Diepstraten & Sjoerd Kuyper, De verborgen steeg |
Hans Erik Engqvist, Mes in de rug |
John Harvey, Kidnap! Daylight robbery (The tempest twins) |
Jan de Zanger, Desnoods met geweld |
|
|
Confetti, 155, p. 74-76
Over jeugdboeken van o.a. Fakir Baykurt, Johan Ferrier, Noni Lichtveld, en in de Confetti-reeks van hoofdzakelijk buitenlandse jeugdauteurs |
|
|
Een botsing van twee werelden, 156, p. 50-51
Alan Garner, Elidor (Eng.: 1965) |
Lydia Rood, De kletskolonel |
|
|
Verhalen van een ruimtekabel, 157, p. 75-76
Henk van Kerkwijk, NV Ruimtetaxi brengt u overal |
|
|
| |
| |
Boeken met moed. Over het werk van Christine Nöstlinger, 158, p. 47-54 - Met prt. |
|
|
JONGE, Harm de
Met zevenklappers op weg naar de zevende hemel. Simon Vestdijk: ‘Zo de ouden zongen...’ (1965), 159, p. 23-33 - Rectificatie, 160, p. 35 |
|
|
KLOOS, Hans
Ik heb geprobeerd heel discreet te zijn. Een gesprek met een ernstige lachende schrijver, 157, p. 32-38 - Met prt.
Tomas Tranströmer, in het Nederlands vertaald door J. Bernlef |
|
|
|
KRAAIJEVELD, Ruud A.J.
Lezen voor de lijst: houdt de ellende dan nooit op?, 155, p. 2-8
Over het literatuuronderwijs en het leesprobleem: ‘leesdwang die inherent is aan het lezen voor de lijst’ i.p.v. ‘leesplezier’; kritiek van docenten en leerlingen. |
Met een reactie van Hans Neervoort: Lezen voor de lijst: houdt de ellende dan nooit op? II, 159, p. 18-22 |
Antwoord van Ruud A.J. Kraaijeveld: Lezen voor de lijst II. Een reactie, 160, p. 66-68 |
|
|
|
KRABBE, Tim & SCHEEPMAKER, Nico
Droit de réponse, 159, p. 72-74/74-76; 160, p. 69-70/70-73; 161, p. 105-107/108-110
[Over Jacques Hamelink n.a.v. de Huygensprijs] (nr. 159) |
[Reconstructie van oude programma's] (nr. 160) |
O.a. door Tim Krabbé, Piere Bokma; vb. Adriaan Venema's eenakter Divonne-les-Bains (p. 71-74) verschenen in Soma (1970, 7) |
[Additionele honoraria en Fonds der letteren] (nr. 161-162) |
Voor beiden afgewezen door het Fonds |
|
|
|
LABEY, Karel
Een genie in de verstrooiing [Jean Cocteau], 156, p. 24-35 - Met facs., ill., prtn. |
|
|
MARKEN, Amy van
Het Noorden in de na-oorlogse Nederlandse letterkunde, 159, p. 45-53
En overzicht met speciale aandacht voor Judicus Verstegen (p. 49-50) en J. Bernlef (p. 50-52) |
|
|
|
NIEMÖLLER, Joost
Het jonge volk - Met prtn.
‘Zijn er in de Nederlandse literatuur alleen maar debutanten of ontstaat er geleidelijk een nieuwe generatie schrijvers? Daarom enkele interviews ‘op zoek naar de onderlinge overeenkomsten en verschillen. Hopend op een tijdsbeeld’ (153, p. 54)
| In gesprek met |
1. | Joost Zwagerman: ‘Ik wil dus graag de belhamel van de Nederlandse literatuur uithangen’, 153, p. 54-589 |
2. | [Martin] Bril & [Dirk] van Weelden: ‘Gewone romans zijn vervelend’, 154, p. 72-77 |
3. | Kristien Hemmerechts: ‘Ik ben een schakel in een hele ketting’, 155, p. 35-41 |
4. | Bas Heijne: ‘Ik voel mij niet gebonden aan deze generatie’, 156, p. 36-42 |
5. | Rogi Wieg: ‘Ik werk aan een leeg bureau’, 157, p. 39-46 |
[6.] | Robert Vernooy: ‘Zonder ernst heeft het spel geen inzet’, 158, p. 65-70 |
[7.] | Rein van der Wiel: ‘Eigenlijk vind ik dit gesprek volkomen overbodig’, 159, p. 55-62 |
[8.] | Tom Lanoye: ‘Beelden, beelden, beelden’, 160, p. 57-58 |
|
|
|
| |
| |
Maximaal, 158, p. 71-73
Verzamelbundel van de Maximalen met inl. door Arthur Lava |
|
|
[Gerrit] Achterberg. Een biografie [door Wim Hazen], 160, p. 57-58 |
|
|
RADSTAKE Jos
De bandrecorder van R.J. Peskens [Verhalen], 155, p. 42-49 |
|
|
SCHOUTEN, Diny
Een romancier die haar verhandelingen excellent weet te vermommen. Over het proza van Andreas Burnier, 159, p. 42-49 |
|
|
STEENMEIJER, Maarten
In gesprek met Esther Tusquets: ‘Een man kan stapelverliefd worden en tegelijkertijd weten wat er op de beurs gaande is’, 156, p. 44-47 - Met prt.
Over haar werk als uitgever en schrijver, de Spaanse literatuur voor en na de dood van Franco, Spanje en het buitenland, feminisme |
|
|
La Regenta, 157,p. 54-61- Met afbn.
Van Clarins roman in twee delen (1884-1885) ‘na Don Quichot... de belangrijkste roman uit de Spaanse literatuur’ is eerst nu een Nederlandse vertaling in voorbereiding |
|
|
|
STORM, Arie
Van angst voor de leegte tot euforistische berusting. Over ‘Verleidingen’, ‘De vrouwenbron’ en ‘De paradijsganger’ van Rudolf Geel, 159, p. 39-44 - Met prt. |
|
|
SWART, Peter
Het middel en de kwaal, 152, p. 93-94
|
|
Het recht van de sterkste, 153, p. 68-69
Scott Turow, De aanklager (Presumed innocent) |
|
|
Met een knipoog naar de meester, 154, p. 78-79
Joseph Hansen, Blue movie (o.t.: Skinflick, 1979) |
|
|
Het enige dat u weggooit is de verpakking, 155, p. 62-73
Bob Mendes, Een dag van schaamte |
|
|
De wereld volgens Ludlum, 156, p. 48-49
Robert Ludlum, De Icarusintrige (The Icarusagenda, 1988) |
|
|
De zieke mens, 157, p. 73-74
Roel Bossink, Het verdriet van Meijers |
|
|
Verknipt en gespleten, 159, p. 63-65
Jonathan Kellerman, Domein van de beul (The butcher' theatre). Vert.: Frank de Groot |
|
|
Koerier van de tsaar, 190, p. 75-77
Julian Semyonov, Aldus Persbureau Tass |
|
|
|
VEGT, Jan van der
Honderd jaar Adriaan Roland Holst, 156, p. 2-5 - Met afbn., facs., prtn. |
|
| |
| |
ZOEST, Aart van / SCHEEPMAKER, Nico
Droit de réponse, 153, p. 73-74/75-76; 154, p. 82-83/80-81; 156, p. 54-55/56-57
[Hun houding t.o.v. Marten Toonder, Bommelsteeg] (nr. 153) |
[Het appreciëren van gedichten] (nr. 154) |
Ook al zijn er grammaticale onjuistheden |
[Dostoievski en biografische details] (nr. 156) |
Over de ‘meerwaarde van het weten’ n.a.v. de herinneringen van zijn weduwe, Anna Gregorjevna Snitkina, verschenen in Privé-Domein |
|
|
| |
V. Illustratie
Geven, Fred, 152, p. 21, 36, 46; 155, p. 42, 45, 47, 48, 63, 65, 66, 67, 70; 158, p. 11, 12; 159, p. 3, 5, 12; 160, p. 28, 66, 67 |
Kuipers, Johan, 155, p. 2, 5, 6, 7; 156, p. 17, 21; 157, p. 69; 161-162, p. 30, 36, 59, 74 |
| |
Bijzondere gedeelten
De Canadese literatuur
(nr. 152, p. 1-92) - Met afbn., ill., prtn.
Redactie: Graa Boomsma
Vertalingen
Timothy Findley, Uit de stilte. Uit: Dinner along the Amazone (1984). Vert.: Pleuke Boyce, p. 21-23 |
|
Anne Hébert, Brief van Stevens Brown aan Michael Hotchkiss 30 juni 1936. Uit: Les fous de Bassan. Vert.: A.L.S.-Frans (Groningen) o.l.v. Pauline Sarkar, p. 91-92 |
|
Rudy Wiebe, Naar Danzig varen. Vert.: Graa Boomsma, p. 36-41 |
| |
Kritische bijdragen
BERG, Arie van den
‘Ik denk dat het land weet dat we vreemden zijn’. Notities bij de Engels-Canadese poëzie, p. 59-44
Bondig overzicht vanaf E.J. Pratt (1882-1964) en W.E.E. Ross (1894-1966) tot Al Purdy (1918), Margaret Atwood (1939) en Dennis Lee (1939) |
|
|
|
BOOMSMA, Graa
De Canadese verbeelding in opmars. Een inleiding, p. 1-17
1. | Opkomst van de Canadese literaire traditie, p. 1-2 |
2. | Northrop Frye en ‘The bush garden’, p. 2-3 |
3. | Margaret Atwood en het overleven, p. 3-5 |
4. | Hugh MacLennan als voorloper en wegbereider, p. 5-6 |
5. | Prominente vrouwen in de Canadese literatuur, p. 6-11 |
| Margaret Atwood, Mavis Gallant, Aritha van Herk, Margaret Laurence, Alice Munro |
6. | Van Robertson Davies tot Mark Frutkin, p. 11-17 |
|
|
| |
| |
Literatuur als reconstructie van verdwijningen. Interview met Michael Ondaatje, p. 29-35 |
|
Iets missen dat je nooit gewild hebt. Interview met David Gilmor, p. 55-58
Over diens Back on Tuesday (1986; Terug op dinsdag, 1987) |
|
|
|
BOUMAN, Hans
De mens als falende god. Matt Cohen en de onweerstaanbare moloc van de geschiedenis, p. 42-45
Over The Spanish doctor (1984; De Spaanse dokter, 1987) en Nadine (1986; Ned.: 1988) |
|
|
|
BOYCE, Pleuke
Zulke dingen gebeuren in Canada. Interview met Timothy Findley, p. 18-20 - Zie ook: Vertalingen |
|
|
FORCEVILLE, Charles
‘Ware kwaliteit bewijst zichzelf wel’. In gesprek met Margaret Atwood, p. 24-28
Over haar visie op de literaire actualiteit, op basis van haar Survival. A thematic guide to Canadian literature, 1972 |
|
|
De ellende met helden. ‘Macht’ en ‘machteloosheid’ in het werk van Guy Vanderhaeghe, p. 46-50
Het thema ‘heldendom’ in The trouble with heroes (1983) en in ander werk |
|
|
Taal, tijd en werkelijkheid. Over de verhalen van Alice Munro, p. 51-54 |
|
|
LAND, Hillig van 't
De Frans-Canadese literatuur. Een overzicht, p. 65-73
Van de ‘Franse origine (1534-1760) tot de Quebec-literatuur (1958-1980)’ en de situatie na het referendum van 1980 |
|
|
|
LINTVELT, Jaap
Sterven als verdorste leeuweriken. Over ‘Agonie’ [1986] van Jacques Brault, p. 80-83 |
|
Een zomer in 1936. Over ‘De zeezotten’ [Les fous de Bassan, 1984] van Anne Hébert, p. 84-91 - Zie ook: Vertalingen |
|
|
VISSER, Carla
Het korte verhaal in Canada: een vergelijkende studie, p. 74-80
Over thematische overeenkomsten tussen Frans- en Engels-Canadese literatuur en de duidelijke ‘culturele’ verschillen vooral in het korte verhaal |
|
|
| |
Marten Toonder
(nr. 153, p. 3-49) - Met afbn., ill., prtn.
Redactie: Aart van Zoest
TOONDER, Marten
Chronologie [autobiografie], p. 11-13 |
|
| |
| |
BIERMAN, Don
De evolutie van woord, beeld en verhaal. Enige markeringen in de Bommelstrip, p. 22-25
Tevens over het verschil tussen het traditionele Nederlandse stripverhaal en die in het buitenland, o.m. in België en Frankrijk |
|
|
Bommel en het geheim van het verhaal, p. 28-31
Over de ingrediënten van elk Bommelverhaal, met een brief van Marten Toonder d.d. 5 dec. 1984 ter illustratie van zijn werkwijze |
|
|
|
DIEPSTRATEN, Johan
De Toonder Studio's, p. 45-46
‘de grootste audio-visuele produktiemaatschappij van Nederland’, opgericht in 1943; over de Bommelfiguur; het vertalen van Bommelstrips op basis van een gesprek met directeur Bert Kroon |
|
|
|
GIELISSEN, Peter
In gesprek met Marten Toonder: ‘Ik laat een kolossaal oeuvre na dat niet persoonlijk genoeg is’, p. 3-10 |
|
|
RUITER, Truus
Furore voor het pleegkind van Bommel. Over: ‘Als je begrijpt wat ik bedoel’, p. 47-49
De Bommelfilm, ‘de eerste, enige, echte, avondvullende Nederlandse tekenfilm’ - producent: Rob Houwer |
|
|
|
ZOEST, Aart van
Ontwikkelingen binnen het Bommeluniversum, p. 14-21
Van ‘probleemverwekker’ tot ‘probleemontmoeter’ |
|
|
Grieshaber, Goodspice, Cornhaff en Grosgrain. Bommel in het buitenlands, p. 32-44
Over ‘problemen met de vertaling van de volwassen Bommelstrip’ en de vertalingen van Jacqueline Crevoisier (Duits), James Brockway en Anthony Paul (Engels), A. Dwilani (Frans); de Zweedse Bommelstrip voor kinderen |
|
|
|
ZOEST, Pepijn van
Bommel en het beeld van Niks, p. 26-27
Over het Bommelverhaal De niks en de wisselwerking tussen beeld en tekst |
|
|
| |
Griekse dichters
(nr. 154, p. 1-71) - Met afbn., ill., prtn.
Gastredacteur: Ares Koopman
Vertalingen
Homerus, Odyssee [Boek V, v. 1-55]. Vert.: Evelien van Leeuwen, p. 8-9 |
|
Yorgos Seferis, [Gedichten]. Vert.: Hans Warren & Mario Molegraaf, p. 70-71
Op de wijze van Y.S., p. 70-71 |
Een oude man bij de oever van de rivier, p. 71 |
|
| |
| |
Angelos Sikelianos, [Gedichten]. Vert.: Hans Warren & Mario Molegraaf, p. 64-66
Thalero; De zelfmoord van Atzesivano, p. 64-65 |
Omdat ik ten diepste prees, p. 66 |
|
| |
Kritische bijdragen
BREMER, J.M.
Homerus, p. 2-7
Weerlegging van de ‘stelling dat Homerus een primitief dichter is’ |
|
|
|
ERP TAALMAN KIP, A. Maria van
Sappho, p. 10-18
Interpretatie van haar poëzie, die door de fragmentarische overlevering tot reconstructies leidde, ook bij vertalers zoals Marya Barnard |
Met vertalingen in het Nederlands door Paul Claes |
|
|
|
HOTTENTOT, Wim
‘gezien gezoend versierd vergeten/wie wat hoe joost mag het weten’, p. 51-59
In 1606 vond Jan Gruter uit Antwerpen, bibliothecaris van de Bibliotheca Palatina in Heidelberg een hs. met 3700 epigrammen uit de periode 700 v. Chr. - 800 na Chr.; het werd uitgegeven door Friedrich Jacobs als Anthologia Graeca (Leipzig, 1813-1817, in 15 boeken); over de erotica van boek 5 en 12 |
|
|
|
LOOY, Herman van
Euripides of het onvatbare genie, p. 37-43
Verklaring van zijn succes vooral na zijn dood; over punten van verschil en overeenkomst (p. 42-46) tussen de Elektra-tragedie van Aischylus, Euripides en Sophocles |
|
|
|
MOLEGRAAF, Mario
Tussen verkondiging en lyriek. De poëzie van Angelos Sikelianos, p. 60-63 - Zie ook: Vertalingen |
|
Het Griekenland achter Griekenland. De poëzie van Yorgos Seferis, p. 67-69 - Zie ook: Vertalingen |
|
|
RADT, S.L.
|
|
SCHENKEVELD, D.H.
Sophocles, de toneeldichter, p. 27-36
|
|
|
SICKING, C.M.J.
Aristophanes: humor op het scherp van de snede, p. 44-50
Over de achtergrond van zijn werk: de Peloponesische oorlog; over de misverstanden bij de interpretatie van zijn werk in de Oudheid, de Renaissance, de periode van en na de Romantiek, met als vb. reacties op ‘Wolken’ (p. 47-49) |
|
|
| |
| |
| |
Portugal
(nr. 157, p. 1-31) - Met afbn., prtn.
Redactie: Aart van Zoest
Poëzie
LOBO, Lida
|
|
WAARSENBURG, Hans van de
Lissabon, p. 30
1. | ‘Soms droom ik 's nachts van Lissabon’ |
2. | ‘Vergeefs schoudert het schip het bars gemoed’ |
|
|
| |
Kritische bijdragen
BOLL, Michel
Een schrijver moet zich niet alleen met zichzelf bezighouden. In gesprek met J. Rentes de Carvalho, p. 2-17 |
|
|
JAPIN, Arthur
‘Geef mij maar de fado van David Bowie!. Aantekeningen uit Portugal, p. 8-17
Lissabon (p. 8-11; 15-17); Coimbra (p. 11-13); Sintra (p. 13-15) |
|
|
|
POS, Arie
Een eiland van rust en bezonkenheid. F.C. Terborgh en Portugal, p. 18-27
Over Portugal in zijn leven en werk; hij was er driemaal als diplomaat, woonde er vanaf 1967 als gepensioneerd diplomaat en werd te Sintra begraven onder zijn echte naam: R[eijnier] Flaes (1902-1981) |
|
|
| |
C. Buddingh’
(nr. 158, p. 1-40) - Met prtn.
Inleiding
De eenentwintigste eeuw, p. 1
‘Hij heeft de 21ste eeuw, zoals hij hoopte in een interview van 1978, niet gehaald’ |
|
| |
Kritische bijdragen
BUDDINGH', C.
Dagboek 1942 (fragment), p. 11-13
Bezorgd en van aantekeningen voorzien door Ares Koopman |
|
|
|
BAAREN, Theo van
‘De grootste aardigheid zit toch in het schrijven’. Herinneringen aan Kees Buddingh', p. 14-16 |
|
| |
| |
DIJL, Frank van
De Buddingh'-encyclopedie, p. 2-4
Over ‘het veel omvattende oeuvre’ van Buddingh' |
|
|
Na tien jaar: ‘Bijzonder aardig; prima, prima’. De kritiek van Hermans op de dagboeken van Buddingh', p. 20-24
Verschenen in NRC/Handelsblad (29 sept. 1978) en opgenomen in Houten leeuwen en leeuwen van goud (1979) |
|
|
|
KOOPMAN, Ares
Het neefje dat ook mee mocht uit logeren. Over C. Buddingh' en Gard Sivik, Barbarber en de Nieuwe Stijl, p. 17-19 |
|
De nachtschuit in. Huiveringwekkende humor in ‘Verzen van een Dordtse Chinees’, p. 25-27 |
|
|
MOOIJ, Martin
C. Buddingh' en Poetry International, p. 28-34
Mede n.a.v. de eerste C. Buddingh'-prijs voor de nieuwe Nederlandse poëzie in 1988 toegekend aan Elma van Haren |
|
|
|
STOUTE, René
Kent u Kees Buddingh'?, p. 35-40
Verslag van een tocht, met Ares Koopman, doorheen Dordrecht ‘op zoek naar sporen van Kees’ op 29 april 1988, nog geen twee jaar na zijn overlijden |
|
|
|
STRATEN, Hans van
Over Buddingh', bezetting, stenen en rotjongens, p. 5-10
Toelichting bij de polemiek Hans van Straten / C. Buddingh' in Columbus (I, 1945, nrs. 1 & 2) over de verschijningsdatum van Buddingh's novelle Het huis en zijn lidmaatschap van de Kultuurkamer; herinneringen aan Buddingh' nadat de woordentwist was bijgelegd; polemiek Hans van Straten/Vic van de Reyt, die de Buddingh'kwestie opnieuw ter sprake bracht in Propria Cures van 31 maart 1979 o.d.t. Goed fout (met tekst van Van Stratens reactie en antwoord van Van de Reyt van 28 april, p. 8-9); kanttekeningen bij de Buddingh'-verklaring in Lisette Lewin, Het clandestiene boek |
|
|
| |
Jan Siebelink
(nr. 160, p. 1-40) - Met afbn., facs., prtn.
BALTUS, Eugenie
‘Huysmans rides again’. De echte of vermeende invloed van [Joris-Karl] Huysmans op Siebelink, p. 11-17 |
|
|
BLOEM, Rein
Uit den boze, p. 32-35
Over het kwaad in Siebelinks verhalen; over Wijk Bellestein (Hollands Maandblad, XXVIII, 1986-1987, 470 = jan. 1987, p. 34-38) en J.M.G. Le Clézio's La ronde et autres faits divers (1982) |
|
|
De bloem van Jan Siebelink, p. 36 - ill. Sandra van den Berg |
|
| |
| |
BRAND, Anton
Het wezen van de ambitie, p. 27-31
‘welhaast een autobiografische relatie tussen de auteur en zijn hoofdpersonen’ (p. 27), zoals Hana uit: Vossen; Helwig uit: Hof van Onrust; Kristelijn uit: Ereprijs; Woerlee uit: Schaduwen |
|
|
|
JANSEN VAN GALEN, John
A la recherche du temps perdu. Lokatie in het werk van Jan Siebelink, p. 6-12 - Met ill.: Peter van Straten
Humoristisch verslag van een busreis, onder leiding van Laurens Vancrevel, naar het land van Siebelink |
|
|
|
JELLEMA, C.O.
Post scriptum. Een brief aan Jan Siebelink, p. 38-40
‘Omdat alles wat jij schrijft dwingt tot reflectie op mijn eigen bestaan’ (p. 38) |
|
|
|
KLEINRENSINK, Gerrit Jan
De zware koning en het lichte meisje. Over het verhaal ‘Koning Cophetua en het bedelmeisje’ [1982] van Jan Siebelink, p. 19-26
Analyse van Siebelinks verhaal (1982) en van diens commentaar bij Julien Gracques Le roi Cophetua (Volkskrant, 1980; in bewerkte versie opgenomen in De prins van nachtelijk Parijs, 1985) |
|
|
|
POLAK, Johan
Ter inleiding Jan Siebelink, p. 2-3
Over diens debuut ‘Nachtschade’ (1965) en J.-K. Huysmans |
|
|
| |
Willem Wilmink
(nr. 161-162, p. 1-90) - Met afbn., ill., prtn.
Redactie: Joke Linders
WILMINK, Willem
Gedichten
Mei-kermisGa naar voetnoot6: ‘Lichtjes, muziek en stemmengeluid’, p. 16-18 |
Vriendschappelik: ‘Het Diekman werd verlicht uit grote raten’ p. 33 |
Uitreiking van de diploma's: ‘Onder de meisjes menig stevig stuk’ p. 39 |
|
|
M. Moussorgsky, De kinderkamer 1-7. Vert.Ga naar voetnoot7: Willem Wilmink, p. 78-84 |
|
|
BEKKERING, Harry
Willem Wilmink: een schrijver vol mededogen, p. 40-49 |
|
|
EYKMAN, Karel
Gedichten om mee te spelen. Poëzie voor kinderen van 1950 tot nu, p. 50-68
De Paroolgeneratie, p. 51-54 |
Annie Schmidt, Het fluitketeltje, 1950 |
De Stratemakeropzee-golf, p. 54-60 |
De Stratemakeropzee-show (1972) door een collecief met o.a. Willem Wilmink; met de kritiek van Ed Leeflang en Wilminks reactie |
|
|
| |
| |
De Blauw Geruite Kiel groep, p. 60-66 |
= Vrij Nederland's kinderkrant, met inzendingen van o.a. Leendert Witvliet, Ted van Lishout, Feke Pijlman |
|
|
|
FENS, Kees
Het Oosten [Twente] komt altijd tekort, p. 11-15
Rede t.g.v. de toekenning van de Theo Thijssenprijs aan Willem Wilmink in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag op 18 november 1988 |
|
|
|
JAPIN, Arthur
‘De directeur daar is een danser’. Willem Wilmink en de Akademie voor Kleinkunst [1979-1982], p. 34-37 |
|
|
KUSTERS, Wiel
‘Ik denk, ik zet mien hoed maar af’. Over Willem Wilminks schriftelijke cursus dichten, p. 69-72
Drie delen: Koen, maak je mijn schoen; Waar het hart vol van is; Goedenavond, speelman |
|
|
|
LINDERS, Joke & DUIJX, Toin
Moet je horen... In gesprek met Willem Wilmink over literatuur, kinderen en Hendrik de Vries, p. 3-10 |
|
|
MOOREN, Piet
De kleine, mooie revolutie van Willem Wilmink. Biografische sporen, p. 19-32
Over diens pleidooi’ voor een literatuurgeschiedenis die ruimte laat voor randverschijnselen’, i.c.: kinderliteratuur en kleinkunst; over de plaats hiervan in diens leven en werk |
|
|
|
VERHALLEN, Frank
Discografie Willem Wilmink, p. 85-90 |
|
|
WITVLIET, Leendert
Voor iedereen wat, maar alles op zijn tijd, p. 73-76
Over vier gedichten, één voor kleuters: Slaapliedje; twee voor wat oudere kinderen: Een kop die je zelf niet bevalt & Prikkebeen; één voor volwassenen: Lonely Kojboj uit LP Anne van Herman van Veen |
|
|
|
-
voetnoot1
- Register van de ‘zestiende [sic!] jaargang nrs. 148 t/m 157, 1987-1988 in nr. 158, p. 74-79
-
voetnoot2
- Bij de schilderijen van Nicolas Poussin en van Heinrich Füger
-
voetnoot3
- Verschenen als bibliofiele uitgave t.g.v. de uitreiking van de Betje Wolffprijs
-
voetnoot4
- Correctie bij nr. 151 (1987), p. 8: het gedicht ‘Vrijdag de dertiende’ sub Marijke van Hooff is van Dirk Kroon
-
voetnoot4
- Correctie bij nr. 151 (1987), p. 8: het gedicht ‘Vrijdag de dertiende’ sub Marijke van Hooff is van Dirk Kroon
-
voetnoot5
- Een bladzijde met correcties uit En joeg de vossen door het staande koren
-
voetnoot7
- Naar een Franse en twee Engelse vertalingen
|