| |
| |
| |
Nieuw Wereldtijdschrift
Opgericht in 1984
Redactie: Herman de Coninck (hoofdredacteur), Benno Barnard, Piet Piryns, Paul de Wispelaere
Redactie-adres: Transvaalstraat 8, 2600 Antwerpen
Uitgave: B.V. Weekbladpers Vlaanderen
Jg. IV, 1987: zes nummersGa naar voetnoot1, telkens 80 pp.
| |
I. Poëzie
BERANOVÁ, Jana
Milan Kundera, Gedichten. Vert.: J. Beranová, 2, pp. 22-25
‘Dichter zijn betekent’; Tweede variatie op de dood, p. 22; 23 |
Verlangen naar slaap; Laat het licht aan, p. 23; 25 |
|
|
|
BERENDS, Gerard
Achterstevoren fluisteren, 1, pp. 52-53
‘Zo mooi dat het gras blauw wordt’ |
‘drie keer kraait de haan’ |
‘het water slaat de maan’ |
‘Op dinsdag verliezen’ |
‘het is woensdag’ |
‘vandaag de zon in negligé’ |
‘meeuwen vliegen over het water’ |
‘ach het rood’ |
|
|
|
BLANKEN, Henk
Een man in Silezië, 2, pp. 38-39
1. | ‘Uit oude jaren stond je op, je kwam’ p. 38 |
2. | ‘Alsof je samenvatte en vergat: hier’ p. 38 |
3. | ‘Van pasfoto zou ik later de schrik’ p. 38 |
4. | ‘Tegen halfacht liep ons spreekuur af.’ p. 39 |
5. | ‘Onhandig zocht ik wat niet mee mocht’ p. 39; |
|
|
|
GERLACH, Eva
De kracht van verlamming, 4, pp. 72-73
‘Jij ging de ene kant,’ p. 72 |
Kat: ‘Zon lakte het huis kops op het onze rood.’ p. 73 |
Kijk!: ‘Zon. Vang hem die ik elke nacht kwijtgeraak bij dag’ p. 73 |
Niet: ‘Die in de zandbak zegt’ p. 73 |
|
|
|
KOPLAND, Rutger
Water, 3, pp. 18-19
1. | ‘Als men water zelf, met de gedachte’ p. 18 |
2. | ‘Zoals het kwam, uit het oneindige,’ p. 18 |
3. | ‘Is dit water? Misschien is het dit,’ p. 19 |
|
|
| |
| |
4. | ‘Het is er, maar alleen zoals water’ p. 19 |
5. | ‘Je weet dat het er is, maar wat is het.’ p. 19 |
|
|
|
KORTEWEG, Anton
Hoe komt het dan dat ik zo vrolijk ben? Zes kwatrijnen, 2, pp. 44-45
‘Dichten: zo ver het kan de tong uitsteken’ p. 44 |
‘Ik ben al hard op weg te worden wat’ p. 44 |
‘Er hoort een oor dat het niet langer kan.’ p. 44 |
‘Rokend verlang ik een sigaar, en drinkend wijn.’ p. 45 |
‘Je kan wel merken dat ik ouder word.’ p. 45 |
‘Ik leef. Hoe lang mijn doodsstrijd? Geen idee.’ p. 45 |
|
|
|
LANOYE, Tom
De angst voor het witte blad, 5, pp. 10-13 - Met prt.
Zindelijkheidstraining: ‘Net voor ik voorgoed uit Gent vertrek, een laatste’ p. 11 |
Laaglied: ‘Heer, wij bidden u. Maak door verdwazing’ p. 11 |
Kom toch terug, stomme klootzak: ‘Ik kan je niet vergeten. Met wandkasten vol’ p. 12 |
Waf waf waf!: ‘Leg de ketting klaar en hark mij tegen draad van’ p. 12 |
Meanwhile, achter de coulissen: ‘Wat is die Johnny godverdomme toch een lul!’ p. 13 |
De angst voor het witte blad: ‘Had ik de wereld geschreven, ik had haar’ p. 13 |
|
|
|
NIJMEIJER, Peter
Seamus Heaney, Tranen van de hemelgod. Vert.: P. Nijmeijer, 1, pp. 14-19
Granietschilder, Oesters, p. 15 |
De spoorwegkinderen, In illo tempore, p. 16 |
Uit de republiek van het geweten, I, II, III, p. 17 |
Het stinkdierGa naar voetnoot1; In memoriam M.K.H.Ga naar voetnoot1, 3, 5, p. 18; 19 |
|
|
|
NOLENS, Leonard
Geboortebewijs, 6, pp. 56-61
Wereldreis: ‘Van de grond gekomen, traag, in de schutterige Kempen’ p. 57 |
Adres: ‘De anderen zijn allemaal van hier.’ p. 57 |
Dichterlijke vrijheid: ‘Tussen twee angsten, dus tussen twee liefdes’ p. 57 |
Kraai: ‘Ze heeft mijn voornaam in een Spaanse stad veranderd’ p. 58 |
Noodzaak: ‘Onze hongerwinter houdt de hoofden koel, de harten heel.’ p. 59 |
Deontologie: ‘Hoe ver mag ik gaan, ver in alleenzijn, hoe diep’ p. 59 |
Archaïsme: ‘Verkeert de hemel in het wrangste blauw’ p. 59 |
Schatplichtig: ‘Ze slaapt en dat is stil. Dan sneeuwt het in de kamers’ p. 59 |
De voorbije week: ‘Poëzie was de voorbije week een dagelijkse bezigheid,’ p. 61 |
Paranoia: ‘Ze zeggen dat dichters hun tong in bedwang moeten houden.’ p. 61 |
|
|
|
TOORN, Willem van
The human figure in motion. Eadweard Muybridge (1830-1904), 4, pp. 60-63 - Met afbn.
1. | Man, 10 opnamen, .083 seconden: ‘Opgestaan. Mooi licht vandaag. Zijn kleren aan.’ p. 61 |
2. | Man walking upstairs, 12 opnamen: ‘Hij loopt de trap op met zijn grote pik’ p. 63 |
3. | Woman standing, putting on dress over head, 8 opnamen: ‘Je trekt een jurk aan. Is die wel van jou?’ |
|
|
| |
| |
VROMAN, Leo
In het Wijds vertaald, 3, pp. 50-51
Ontsteund: ‘Zij riep in Ben begon de dag’ p. 50 |
Dat zitten van mensen: ‘Ik heb kweekgrond zo lief als het mensenvlees’ p. 50 |
Schrijven is net zo: ‘Magere patiënt wat is Uw klacht?’ |
|
|
|
WIEG, Rogi
De zelfbezieling van het alfabet. Uit: De zee heeft geen manieren, 5, pp. 56-58
Oogverblindend: ‘Misschien tekende de grote afgang’ p. 56 |
Het voortbrengen van goede zaken: ‘Ik neem waardigheid zoals de lichtheid aan’ p. 57 |
Adembinding: ‘Ik benader je anders dan vroeger,’ p. 57 |
Verlaat mij niet: ‘Verlaat mij niet. Ik ben niet veel’ p. 58 |
Zeg maar gerust: ‘Zeg maar gerust dat je terugkomt’ p. 58 |
Thema's: ‘Het afbeelden van de mens is natuurlijk’ p. 58 |
Onvoorstelbaar: ‘Ik droom nog wel eens dat’ p. 58 |
|
|
|
WIJNBERG, Nachoem M.
In het witte licht, 4, pp. 10-13
Troje: ‘Er was een grote stilte. In de tijd’ p. 11 |
Instructie voor regimentsofficieren: ‘Belangrijk is dat je je nieuwe vrouw’ p. 11 |
De assistenten: ‘Uit elke familiegroep stapt de zwaarste’ p. 12 |
De maan en het elftal: ‘O maan boven het winnende elftal’ p. 12 |
De winkel: ‘Ik blijf in een dierenwinkel werken.’ p. 13 |
Bewijs: ‘De meester’ p. 13 |
|
|
| |
II. Proza
BARNARD, Benno
De zomer van 1914. Uit: Brusselse bijdragen, 1, pp. 20-23, 25-28, 29-31 - Met afbn. |
|
|
COMMANDEUR, Jaak
Raymond Carver, Kathedraal. Vert.: J. Commandeur, 6, pp. 34-39, 41 - Met afb. |
|
|
DAVIDS, Tinke
Redmond O'Hanlon, Amazone-avontuur. Vert.: T. Davids, 2, pp. 4-17, 19-21 - Met afbn. |
|
|
HEMMERECHTS, Kristien
Bloembakken, 5, pp. 60-63, 65-67 - Met afb. |
|
|
HEULENDONK, Guido van
Courante viervoeters, 3, pp. 73-75, 77, 79 |
|
|
LEIGH-LOOHUIZEN, Ria
Molly Giles, Bij benadering. Uit: Rough translations. Vert.: R. Leigh-Loohuizen, 3, pp. 28-33, 35 - Met prt. |
|
|
MIJLEMANS, Marc
|
| |
| |
NOLENS, Leonard
Hermann Grab, Bruiloft in Brooklyn. Vert.: L. Nolens, 1, pp. 73-80 - Met afb. |
|
|
PLEYSIER, Leo
Wit is altijd schoon, 6, pp. 68-80 - Met ill.: Gaston Desmet |
|
|
RIS, Ernst
Guy Vanderhaeghe, Sam, Soren en Ed. Uit: Man descending. Vert.: E. Ris, 5, pp. 19-33 - Met afb. |
|
|
TULKENS, Georges
De macht van het getal, 2, pp. 46-57 - Met afb. |
|
|
VANHOLE, Kamiel
Shusaku Endo, De oorlogsgeneratie. Vert.: K. Vanhole, 4, pp. 74-77, 79-80 - Met ill.: Joost Verkamp |
|
| |
ALBERS, Frank
Het provincialisme van de Nederlandse cultuur*, 4, pp. 14-19 - Met prtn.
Uitgangspunt: Fernando Pessoa's opvatting van ‘provincialisme’: tevens over Jozef Deleus diagnose in zijn De pleinvrees van de kanunniken |
|
|
|
BASTELAERE, Dirk van
Meestervingers. Over Raymond Carver, 6, pp. 26-33
Met kritiek op de Nederlandse vertaling in twee (dan nog onvolledige) deeltjes, (1985 en 1986), waarin o.m. ‘Cathedral’ ontbreekt; zie: Proza, sub: Commandeur, Jaak |
|
|
|
BEKS, Maarten
De vakidioot van het holisme [Joseph Beuys], 1, pp. 60-67 - Met ill., prt., actiefoto's uit Happenings
Uitgangspunt: de uitspraak van R.H. Fuchs, directeur van het Van Abbemuseum: ‘De grootste kunstenaar van de twintigste eeuw is dood’ |
|
|
Een kubist die zijn wereldbeeld niet meer rondkreeg. Over de schetsboeken van Picasso, 2, pp. 60-69 - Met ill. |
|
Horst Janssen: een reus, een dwerg en altijd iemand anders, 3, pp. 65-72 - Met ill. |
|
Erecties van de nekharen. Over het geloof en de werken in de moderne kunst, 5, pp. 36-39, 41 - Met ill.: P. Klee, F.C. David, Bissière
Evert van Uitert, Het geloof in de moderne kunst (Inaugurale rede bij zijn benoeming tot hoogleraar in de moderne kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam) |
|
|
BREEDT BRUYN, Martje
Joyce Carol Oates, Over boksen. Vert.: M. Breedt Bruyn, 5, pp. 48-55 - Met afb. |
|
| |
| |
BROUWERS, Jeroen
‘Vergeef me dat ik ben geboren’. Het leven en de vele doden van Osamu Dazai (1909-1948), 2, pp. 26-37 - Met prt. |
|
|
COMMANDEUR, Jaak
Raymond Carver, Vuren [Autobiografisch]. Vert.: J. Commandeur, 6, pp. 42-47 |
|
|
CONINCK, Herman de
De grote dichter en zijn kleine kantjes. Over J.A. Dèr Mouw, 4, pp. 32-39 - Met afb., facs., prt. |
|
|
ETTERGHEM, Herno van
Ricky Jay, Muziek uit de onderwereld. Slothoofdstuk uit: Learned pigs & fireproof women. Vert.: H. van Etterghem, 5, pp. 74-75, 77, 79-80 - Met prt.
Over Joseph Pujol (1857-1945) ‘le pétomane, de schetenmeester’; over ‘scheetverhalen in de Japanse literatuur en andere 18de eeuwse werken over ‘menselijke windmakers’ |
|
|
|
FORCEVILLE, Charles
‘Ik denk dat we iets verloren hebben door het heldendom af te schaffen’. Een interview met Guy Vanderhaeghe, 5, pp. 14-18 - Met prt. - Zie ook: Proza, sub.: Ris, Ernst |
|
|
GERLACH, Eva
Julian Barnes, De sigarepeuk van Liszt. Vert.: E. Gerlach, 4, pp. 4-7, 9 - Met afbn.
Over jacht op souvenirs van kunstenaars; zijn pelgrimstocht naar plaatsen verbonden met Gustave Flaubert; het negeren van het verbod van kunstenaars hun biografie te schrijven |
|
|
|
GLASTRA van LOON, Aline
Mario Vargos Llosa, Een polemiek met de gehate wereld. Over Madame Bovary van Flaubert. Vert.: A. Gastra van Loon, 4, pp. 66-69, 71 - Met prt. |
|
|
GOEDEGEBUURE, Jaap
Hoor ik er wel bij?*, 2, pp. 79-80
Reactie op Hans Warren, Meten met vele maten (1, pp. 54-59) |
|
|
De inlijving van de tegenaarde, 5, pp. 68-71, 73 - Met prt.
Overzicht van het werk van Harry Mulisch n.a.v. diens 60ste verjaardag, met bijzondere aandacht voor De pupil (1987) en Voer voor psychologen (1961) |
|
|
|
HAES, Leo de
Het theater van de armoede. De cultuurpolitiek volgens Paul de Grauwe*, 6, pp. 52-55
Over diens De zichtbare hand. Het conflict tussen economie en politiek, met een hoofdstukje: Cultuurpolitiek in een democratie |
|
|
|
HAGERAATS, Koos
[Rudy] Kousbroek in de koffer*, 3, pp. 20-27 - Met afb.
Over diens ‘gebrek aan verbeelding’; diens artikel over Maarten 't Harts De Jacobsladder en diens taalgebruik en stijl (NRC, 17-10-1986) |
|
|
| |
| |
JORIS, Lieve
Het elfde gebod: trek uw plan. Op zoek naar Zaïrezen in Zaïre, 1, pp. 4-13 - Met afbn.
Reiservaringen en -herinneringen |
|
|
|
KRUITHOF, Jacques
De gouden damp van de liefde, 4, pp. 43-47 - Met prtn. - Rectificatie, 5, p. 67
Over het werk van Carry van Bruggen en de autobiografische inslag; hoofdzakelijk over de roman Eva (1927) |
|
|
De bronnen van het bestaan, 6, pp. 62-65, 67 - Met afb.
Mythen en fabels van noordelijke volken. Samenst.: H.C. ten Berge (19872) |
|
|
|
LEEUWEN, Pien van
John Berger, Het Spaanse binnenland. Vert.: P. van Leeuwen, 4, pp. 20-29, 31
‘Wat de Spaanse schilderkunst zo Spaans maakt is dat men er hetzelfde lichamelijke en geestelijke lijden in terugvindt als de landschappen... van het binnenland teweegbrengen bij hen die daar tussen leven en werken’ (p. 29); over El Greco, Goya, Ribera, Velasquez - Met ill. |
|
|
John Berger, Een verhaal voor Aesopus. Vert.: P. van Leeuwen, 5, pp. 4-7, 9 - Met ill.
Over het gefantaseerd portret van Aesopus door Velasquez (ca. 1640) |
|
|
|
NAUTA, Lolle
Achter de zeewering. Over intellectuelen in Nederland, 3, pp. 4-15, 17 - Met prtn.
Factoren die het intellectuele leven in Nederland bepalen: de taal, het Christendom, de verzuiling, de geografisch bepaalde arbeidsdeling (Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Hilversum); de affaire W.F. Hermans te Groningen; er is geen rechtse traditie, en ook geen linkse - met als tegenvoorbeeld: ‘De Vrije Katheder’, De SUN-groep en ‘Te Elfder Ure’, Leopold de Buch (de vroege Rudy Kousbroek); de godsdienstige taal (o.a. bij K.L. Poll), de redelijkheid, het sociaal immobilisme (o.a. bij H.J.A. Hofland) typeren de spraakmakende intellectuele elite |
|
|
|
NOLENS, Leonard
Helmut Schmidt, Het is altijd tijd voor Bach. Vert.: L. Nolens, 6, pp. 4-7, 9 - Met prtn.
Toespraak in de Sint-Michaelkerk te Hamburg bij de viering van de 300ste verjaardag van de geboorte van Johann Sebastian Bach |
|
|
|
PALLEMANS, H.
Someth May, De laatste dagen van de Rode Khmer. Vert.: H. Pallemans, 6, pp. 10-21, 23 - Met afbn. |
|
|
SCHEEPMAKER, Henny
Germaine Greer, De heks en haar ondergoed. [Inl. uit: The madwoman's underclothes]. Vert.: H. Scheepmaker, 3, pp. 40-49 - Met ill.: Goya
Verhaal van haar verblijf bij de armste boeren van Calabrië in 1967; over de invloed van dit verblijf van drie maanden op haar opvattingen m.b.t. vrouwen |
|
|
|
SCHOUTEN, Martin
De gelijkenis tussen Truman Capote en een van de straat opgeraapte sigarettepeuk, 1, pp. 32-41 - Met foto's: Truman Capote, Anaïs Nin, John Osborne
Over de Amerikaanse fotograaf Irving Penn |
|
|
| |
| |
STOUTE, René
De leesbril van tante Diny*, 5, pp. 42-45, 47 - Met prt.
Over Diny Schoutens literaire kritieken in Vrij Nederland en over haar artikel La querelle des dames - De discussie over de vrouwelijke stem in Het literaire klimaat 1970-1985 |
|
|
|
VANHOLE, Kamiel
George Steiner, Gesloten boek? Vert.: K. Vanhole, 1, pp. 42-45, 47, 49, 51 - Met afb.
Over ‘de verandering in de status van het boek’ en over het gewijzigd leesgedrag onder invloed van paperback en audiovisuele media; ‘het lezen in zijn volle betekenis van referentiële herkenning, grammaticaal vertrouwen en gespannen aandacht, zal opnieuw aangeleerd moeten worden als een kunst apart’ (p. 51) |
|
|
Vladimir Nabokov, Poesjkin, of het ware en het onwaarschijnlijke. Vert.Ga naar voetnoot1: K. Vanhole, 3, pp. 54-59, 61 - Met prt.
Tekst van een lezing uit 1937 in het Frans, over de poëzie van Poesjkin, met enkele proeven van vert. in het Frans, daar een Franse vertaling van diens poëzie niet bestaat |
|
|
|
VERSCHAFFEL, Bart
De wijn en de droesem. Over literair neo-katholicisme, 4, pp. 51-57 - Met afb.
Typering van het neo-katholicisme rond de eeuwwisseling, zoals het o.m. aanwezig is in het werk van J.K. Huysmans, met de dandy ‘geïnteresseerd in de uitersten... de extase en de heiligenschennis’; over Gerard Reve en diens neo-katholicisme (p. 57) |
|
|
|
WARREN, Hans
Meten met vele maten*, I, pp. 54-59 - Met prttek.: Siegfried Woldhek
Over zijn carrière als literair criticus in de Provinciale Zeeuwse Courant vanaf 1951; zijn selectiemethode en opvattingen over kritiek en over andere critici, o.a. Kees Fens |
|
|
|
WAUTERS, Jan
Sport
Sport in de kering, 1, pp. 68-71 |
Over ‘groten’ in de sport van vroeger en de sport nu |
Vlaamse sport, 2, p. 40, 41, 43 |
Over ‘het beklemtonen’ van ‘Vlaams’ en ‘het wegmoffelen’ van ‘Nederlands’ in de Vlaamse Executieve n.a.v. het voorstel BRT te veranderen in VRT (Vlaamse Radio en Televisie) |
Sport en vergetelheid, 3, p. 36-37, 39 |
Sport en postmodernisme, 6, pp. 48-49 |
‘Sport in het algemeen is zich een fatsoensfaçade aan het aanmeten’ |
|
|
|
WENTINCK, Charles
Parijse kroniek
De nieuwe pessimisten, 3, pp. 63-64 - Met afb. |
Jean-Paul Aron, Les modernes |
[Emile Michel] Cioran, Aveux et anathèmes |
Michel Henry, La barbarie |
|
|
| |
| |
Milan Kundera, L'art du roman |
[Bruno] Lussato & [Gérald] Messadié, Bouillon de culture |
Kuifje als politiek leermeester, 4, pp. 48-49 - Met ill. |
Julien Green, Les pays lointains |
Claudio Magris, Enquête sur un sabre (over de uitroeiing der Kozakken) |
Gabriel Matzneff, Le taureau de Phalaris. Dictionnaire philosophique |
Een Eifeltoren met schilderijen erin [Musée d'Orsay], 5, pp. 34-35 - Met afb. |
Een vrouwenhater en een moederzoeker, 6, pp. 24-25 |
Pierre Mertens, Les éblouissements (roman over Gottfried Benn) |
Michel del Castillo, Le démon de l'oubli (over Hugues La Prades) |
|
|
|
WISPELAERE, Paul de
De broek van Sartre. Over het Dagboek 1953-1969 van Witold Gombrowicz, 2, pp. 70-78 - Met prt. |
|
|
-
voetnoot1
- Respectievelijk in febr., april, juni-juli, aug.-sept., okt.-nov., dec. '87 - jan '88
-
voetnoot1
- Vertaling door Rutger Kopland & Herman de Coninck
-
voetnoot1
- Vertaling door Rutger Kopland & Herman de Coninck
-
voetnoot1
- De titels met * behoren tot de rubriek: De brouwerij
-
voetnoot1
- Met inleiding door Herman de Coninck: Nabokov of de arrogantie van de onmacht, pp. 53-55 - Met prt.
|