| |
| |
| |
Nieuw Wereldtijdschrift
Opgericht in 1984
Redactie: Herman de Coninck (hoofdredacteur), Benno Barnard, Piet Piryns, Paul de Wispelaere
Redactie-adres: Transvaalstraat 8, 2600 Antwerpen
Uitgave: B.V. Weekbladpers Vlaanderen
Jg. III, 1986: zes nummersGa naar voetnoot1, telkens 80 pp.
| |
I. Poëzie
GERLACH, Eva
Naar huis en naar gebrek. Vier gedichten, 3, pp. 8-9
Oudste kind: ‘Lief hart, ik reed met je naar wat je zei,’ p. 8 |
Zusters: ‘Toen ik haar had geduwd, met de anderen samen,’ p. 8 |
Schaduwen: ‘Hoe voor het raam met haar’ p. 9 |
Terug: ‘Er is een huis, het grootst voorstelbare’ p. 9 |
|
|
Het is de wind niet, het is niet de regen. Vier gedichten, 5, pp. 14-15
Landschap: ‘Kijk, door het midden komen zij terug’ p. 14 |
Hij daar: ‘Het waait hij zit daar in zijn kar en eet’ p. 14 |
Kom: ‘Kom hou mij vast, laat mij tegen je aan’ p. 15 |
Tocht: ‘Hier liepen wij door stuivend zand, het kind’ p. 15 |
|
|
|
HERMANS, Paul
Een vergeten purpermantel. Zes gedichten, 6, pp. 14-15
Twee landschappen met molens, p. 14
1. | ‘Boven de nokvorst van een laatste huis’ |
2. | ‘De schoven verloren’ |
|
Het meer: ‘Wij willen vandaag nog’ p. 15 |
De nachtvorst: ‘Uit de bergen van duisternis’ p. 15 |
Vader: ‘De herfst is hard gevallen.’ p. 15 |
Herfstakker: ‘De boeren hebben met hun ploegen’ p. 15 |
|
|
|
JONGE, Freek de
Het allerlaatste oordeel, 5, pp. 4-5
‘Oordelen is net zo dom als verkeerd citeren’ |
|
|
|
KUIPERS, Frans
De nieuwste snufjes van april. Vijf gedichten, 3, pp. 36-37
1. | ‘Bij het horsmeer 's avonds,’ p. 36 |
2. | ‘Geritsel in de struiken, druppel’ p. 36 |
3. | ‘Zo kom je terug van het meer:’ p. 36 |
4. | ‘En nu van de schaduwslager,’ p. 37 |
5. | ‘Bij het gammele landhek, p. 37 |
|
|
| |
| |
TEMPELMAN, Jaap
De verandering verandert niet. Zes gedichten, 5, pp. 52-53
Un homme et une femme: ‘het blinken van je huid, het lichten van je ogen’ p. 52 |
Weer: ‘het waaien door de bladeren’ p. 52 |
Jij gedicht: ‘Ik zoek het landschap dat ik zie,’ p. 53 |
Expositie: ‘wat je ziet is het niet,’ p. 53 |
Ontbijt: ‘tong mond ogen hand,’ p. 53 |
Balthuis: Jeune fille à la fenêtre: ‘geen ogenblik, maar urenlang kijken,’ p. 53 |
|
|
|
TOORN, Willem van
Theole. Vier gedichten, 2, pp. 52-53
1. | ‘Mijn vaders strohoed vrolijk in het licht,’ p. 52 |
2. | ‘Tantes woonden in huizen met klein licht,’ p. 52 |
3. | ‘Zeker waren er ooms. Ze kwamen binnen’ p. 53 |
4. | ‘Opa Van Toorn keek mild uit zijn portret.’ p. 53 |
|
|
|
VESTDIJK, Simon
De krenkingen der rozen. Dertien ongepubliceerde gedichten, 4, pp. 71-74
‘Het moeilijkste van de ziel zijn deze wetten’ p. 70 |
De twee gevels: ‘'t Gegroefde hoofd, gebukt op perkament,’ p. 72 |
Oud buiten II: ‘Aan zwerfblokken gelijk en voor den duur’ p. 72 |
Oud huis: ‘Het staat verwoest in 't neev'lig landschap’ p. 72 |
De querulant: ‘Het gebaar, waarmee hij de stenen wierp,’ p. 73 |
In den polder: ‘Tusschen twee boerderijen rood van steen,’ p. 73 |
Kruisbeeld (12e eeuw): ‘Hij had 't beter in de winter der tijden’ p. 74 |
Arcadisch pausbeeldje (12e eeuw): ‘Een brede stompneus, poffertje van klei,’ p. 74 |
Het ontstaan van Ransdorp: ‘De dobbelstenen der boeren’ p. 74 |
Gletscherdal: ‘Onder het zorgeloos gemurmel van’ p. 75 |
Plafond: ‘Een witte buik, twee borsten en twee beenen’ p. 75 |
‘Geen wonde is zo diep als gij, -’ p. 75 |
Het witte kasteel V: ‘Dit was het einde van dat lang seizoen:’ p. 75 |
|
|
|
VLIET, Eddy van
Het meesterschap van de wind. Acht gedichten, 4, pp. 10-13 - Met ill.: Peter van Straaten
Voor mijn ouders: ‘Alleen hetgeen met weerkeren kon’ p. 11 |
Versailles: ‘Vijfhonderdachtenzeventig spiegels. Beelden’ p. 11 |
Bericht over de kat: ‘De velden. Het woord deining dringt zich op.’ p. 11 |
In memoriam Herman de Winter: ‘Ik heb mijn nieuwe schoenen aangetrokken.’ p. 12 |
Fritz: ‘Gedood op de Place Frumeaud.’ p. 12 |
De uitvinder: ‘De oceaan. De droefheid van het vergaan.’ p. 13 |
Defect: ‘Geen licht in de lamp. De spiegel’ p. 13 |
Naoorlogs gesprek: ‘Ons gesprek. Het verliep langs perspectiefloze tochten.’ p. 13 |
|
|
|
ZUIDERENT, Ad
Acht Hollandse gedichten, 1, pp. 18-21 - Met ill.: Jan Cremer
Axioma en toelichting: ‘Wat is, is in zichzelf en in iets anders’ p. 18 |
Holland, ze zeggen...: ‘De grond was dras. We zongen van’ p. 18 |
Aan de herinnerde rivier: ‘Was de rivier er niet geweest, niet’ p. 19 |
Uit een wolkenloze hemel: ‘Droogte daalde. Als, bij verrassing,’ p. 19 |
De laatste pont: ‘Aan de overkant slaat een klok. Hoe laat?’ p. 20 |
Winters: ‘Het lege verleden onzichtbaar gevuld’ p. 20 |
In memoriam: ‘Genadig ogenblik van kitsch.’ p. 21 |
Naar de dichter van ‘In het verleden is de tijd niet meer’: ‘Wij reden door een onbekende streek:’ p. 21 |
|
|
| |
| |
| |
II. Proza
BARNARD, Benno
Zelfportret als bondgenoot, 5, pp. 16-21, 24-27 - Met ill.: Richard Lindner |
|
|
BEERS, Paul
Witold Gombrowicz, Dagboekfragmenten [Argentinië 1958]. Uit: Dagboek 1953-1969. Vert.: P. Beers, 1, pp. 58-59 - Met prtn. |
|
Ingeborg Bachmann, Haar gelukkige ogen (o.t. Ihr glücklichen Augen. Uit: Simultan, 1972). Vert.: P. Beers, 2, pp. 4-9 - Met afb. |
|
|
BLAAUW, Gerrit de
Breyten Breytenbach, Angel. Vert. (in: De andere kant van de vrijheid): G. de Blaauw, 1, pp. 37-39 - Met prt. |
|
|
BREEDT BRUYN, Martje
Kristien Hemmerechts, Woorden. (Uit: First fictions: Introduction 9). Vert. M. Breedt Bruyn, 5, p. 41, 43, 45 - Met ill.: Peter van Straaten |
|
|
BROECK, Walter van den
Het dorpsgeheim, 4, pp. 4-9 - Met ill.: Peter van Straaten |
|
|
BROKKEN, Jan
Een koloniale vertelling, 1, pp. 10-17 - Met afbn. |
|
|
HOTZ, F.B.
Lola of Een onbetaalde rekening, 4, pp. 50-55 - Met ill.: Peter van Straaten |
|
|
JOYCE & Co
|
|
LEIGH LOOHUIZEN, Ria
Yashar Kemal, De baby. Vert.: R. Leigh Loohuizen, 4, pp. 26-37 - Met ill.: Peter van Straaten |
|
|
TOORN, Willem van
Een dichteres van Malta, 3, pp. 38-51 - Met ill.: Pol Mara |
|
|
VANHOLE, Kamiel
Mark Helprin, [Verhalen]. Vert.: K. Vanhole, 5, pp. 6-13
Willis Avenue, pp. 6-7 - Met ill.: Roger Wittewrongel |
Katrina, Katrin’, pp. 8-13 - Met afb. |
|
|
John Berger, De harmonikaspeler. Vert.: K. Vanhole, 6, pp. 42-55 - Met ill.: Marcel Broodthaers |
|
|
VERHEUL, Kees
Joseph Brodsky, In anderhalve kamer [Autobiografisch]. Vert.: K. Verheul, 5, pp. 58-80 - Met ill.: Peter van Straaten |
|
| |
| |
VINGERHOEDT, Marc
Luigi Malerba, De ontdekking van het alfabet. Vert.Ga naar voetnoot1: M. Vingerhoedt, 5, pp. 28-29 - Met ill.: Caravaggio |
|
|
VRIES-BOVÉE, Elly de & LEIGH LOOHUIZEN, Ria
Alejo Carpenter, Asielrecht. Vert.: E. de Vries-Bovée & R. Leigh Loohuizen, 3, pp. 10-19 - Met afbn. |
|
|
WISPELAERE, Paul de
Brieven uit Nergenshuizen, 1, pp. 40-49; 3, pp. 76-80 |
|
| |
IV. Kritische bijdragen
BARNARD, Benno
De bonbonnière van de dood of Het verschil tussen één taal, 3, pp. 52-57 - Met ill.: Urs Lüthi
Over het ‘taalgevoel’ van Luuk Gruwez, die ‘een gedachte (een gevoel, een impressie) uitdrukt op een wijze die mogelijk en toelaatbaar is, terwijl geen enkel Nederlander dezelfde gedachte ooit op die wijze uit zou drukken’... ‘Vlamingen hebben geen eigen taal’ (p. 53) |
|
|
Tussen Pskow en Wirballen, 6, pp. 56-61 - Met ill.: Ernst Mach
Over de poëzie van Rob Schouten |
|
|
|
BEKS, Maarten
Over het koningschap van Eenoog. Het zelfportret in het tijdperk der fotografie, 5, pp. 30-39 - Met ill., foto's
Over de relatie fotografie / (schilder)kunst, het geval George Breitner; en ‘kan dan de fotografie... een deugdelijk middel zijn in handen van iemand, die op zoek is naar een zelfportret?’ (p. 37) met verwijzing naar Das Selbstporträt im Zeitalter der Photographie: Maler und Photographen im Dialog mit sich selbst. Red.: Erika Billeter |
|
|
|
BROUWERS, Jeroen
Zeven dagen uit het leven van Jeroen Brouwers, 6, pp. 4-13 - Met ill.: Paul van Rafelghem
Fragment uit: Kroniek van een karakter. Deel I: De Achterhoek. Een brievenboek Brieven uit nov.-dec. 1981 aan Ad ten Bosch, Jaap Goedegebuure, Gerrit Komrij, Corine Spoor |
|
|
|
CLAUS, Hugo & VREE, Freddy de
Pierre Alechinsky, Kortsluitingen [Beschouwingen en aforismen]. Vert.: H. Claus & F. de Vree, 6, pp. 30-33 - Met portfolio, pp. 34-41 |
|
|
CONINCK, Herman de
De mensch, ge kunt gij daar niet aan uit, 1, pp. 72-73 - Met prtn.
Over Gerard Walschap en hernieuwde belangstelling voor zijn werk; voor de vergelijking Het kleine meisje en ik en Jos Vandeloo's De muur, zie ook: Errata, 6, p. 2) |
|
|
Allengs gelijk de spin, 2, pp. 74-80 - Met afb.
Aantekeningen van 6, 7 en 8 oktober 1985, over pogingen tot het schrijven van een gedicht |
|
|
| |
| |
Kor van der Goten: de heroïek van de zieligheid, 3, pp. 24-35 - Met prtn.
Het tragische levensverhaal van ‘Vlaanderens eerste sjansonjee’, met verwijzing naar Clem Schouwenaars, De stervende Galliër |
|
|
|
DEEL, Tom van
Veel lied'ren zijn gezongen. De poëzie van S. Vestdijk, 4, pp. 62-69 - Met prtn.; zie ook: Poëzie
De drie dundrukdelen Verzamelde gedichten zullen nu aangevuld worden met een bundel Nagelaten gedichten (ca. 500); over de receptie van diens poëzie, o.m. door samenstellers van bloemlezingen |
|
|
|
DIDDEN, Marc
Uitstappen in Schaarbeek, 2, pp. 64-67 - Met portfolio Herman Selleslags, pp. 68-73 |
|
|
ETTERGHEM, Herno van
Eugene Walter, Een ambulante barones. Een interview [uit 1956] met Isak Dinesen/Karen Blixen. Vert.: H. van Etterghem, 2, pp. 10-17 - Met prtn. |
|
Julie Burchill, Failliete goden. Vert.: H. van Etterghem, 2, pp. 24-35 - Met prtn.
Over vedetten, filmsterren en de vermaakindustrie |
|
|
E.L. Doctorow, De openbaring der verdichting. Vert.: H. van Etterghem, 6, pp. 28-29 - Met ill.: Bruce Naumann
Over fictie, want ‘onze geest is nog altijd gemaakt om verhalen te vertellen’ |
|
|
|
HANLO, Jan
‘Dear Professor Albert Einstein’ en andere brieven [14-5-45 - 16-2-50], 6, pp. 62-78 - Met facs., prtn.
Prepublikatie uit de keuze van brieven vanaf 1931, bezorgd door Ser J.L. Prop, K. Schippers en Erica Stigter; Annotaties, pp. 78-80 |
|
|
|
HOFLAND, H.J.A.
Stront, 4, pp. 77-80 - Met ill.: Peter van Straaten
‘Waarom behoort niet de hele stofwisseling tot de grote thema's van de literatuur? Wel het begin, het eten en het drinken..., maar niet het einde, als alles aan de buitenlucht wordt teruggegeven?’ (p. 77) |
|
|
|
HOS, Johan H.
William Gass, Lezen voor jezelf. Vert.: J.H. Hos, 4, pp. 14-21 - Met ill.: Peter van Straaten
‘Er zijn drie manieren van lezen die ik graag wil aanbevelen. Ze zijn traag, ouderwets, en ook niet makkelijk... Je moet ze leren. Net zoals het snellezen’ (p. 18) |
|
|
|
ISTENDAEL, Geert van
De verloedering van Brussel, 1, pp. 50-57 - Met foto's
‘Een wandeling door het Brusselse niemandsland, de boosaardige scheur tussen de bovenstad en de benedenstad’ (p. 51) |
|
|
|
KRUITHOF, Jacques
Het sap van de negentiende eeuw, 5, pp. 46-49 - Met ill.: James Ensor; prtn.
Over Edmond en Jules de Goncourt, n.a.v. hun Dagboek [1851-1896]. Gekozen, vertaald en bezorgd door Leo van Maris |
|
|
| |
| |
LANOYE, Tom
Brieven aan [Minister Karel P[oma], 3, pp. 66-75 - Met facs., prttek.: Jan Bosschaert
Briefwisseling i.v.m. zijn sociaal statuut als kunstenaar-zelfstandige en zijn subsidieaanvraag |
|
|
|
LEEUWEN, Pien van
Craig Raine, [Elias] Canetti als warhoofd. Vert.: P. van Leeuwen, 1, pp. 4-7 - Met prt. |
|
Alan Shapiro, Der Tod und das Mädchen. [O.t.: The dead alive and busy], Vert.: P. van Leeuwen, 4, pp. 56-61 - Met ill.: Peter van Straaten
Herinnering aan een jongstudente, die aan kanker leed, en de manier waarop ze poezie doorgrondde - o.a. Thomas Hardy, The oxem; Philip Pam, Meditation 8, Wallace Stevens, Sunday morning |
|
|
|
LEIGH LOOHUIZEN, Ria
Mordechai Richler, 1944: het jaar dat ik van een Duitser leerde houden. Vert.: R. Leigh Loohuizen, 3, pp. 4-7
Door de lectuur van E.M. Remarque, Im Westen nichts Neues |
|
|
|
NIJMEIJER, Peter
Hans Magnus Enzensberger, Pleidooi tegen rechtlijnigheid. (Uit: Politische Brosamen). Vert.: P. Nijmeijer, 1, pp. 22-30 - Met prt. - Aanvulling 3, p. 51
Over de gevaren verbonden aan het consequentiegebod - ‘de ongelukkige liefde voor de consequentie schijnt een Duitse obsessie te zijn’ - en de ‘genoegens van de inconsequentheid’ |
|
|
|
NOTE, Joris
Gerard Walschap en de wanorde. Over ‘Een mens van goede wil’, 1, pp. 74-80 - Met facs., prtn. |
|
|
PEETERS, Carel
Het labyrint van de borst, 2, pp. 54-63 - Met ill.: Joe Tilson
N.a.v. Peter Sloterdijk, Kronik der zynischen Vernunft (1983; Ned.: 1984) |
|
|
|
VANHOLE, Kamiel
Jane Kramer, De uitvinding van Afrika. Vert.: K. Vanhole, 4, pp. 38-49 - Met ill.: Peter van Straaten
Over Sidney Pollacks film Out of Africa |
Judith Thurmans biografie: Isak Dinesen. The life of a storyteller |
Karin Blixens verblijf in Kenia en haar Letters from Africa: 1914-1931 |
|
|
|
WAUTERS, Jan
Sport
De logica van de [dure] loge [en sponsoring], 1, pp. 69-71 |
Aandoenlijke pijnlijders [vaders in de sport], 3, pp. 20-23 |
De metafyscia van de kwetsuur, 4, pp. 22-25 - Met ill.: Peter van Straaten |
Jean-Marie Pfaff, fenomeen, 5, pp. 54-55, 57 - Met prt. |
|
|
|
WILLEMSEN, August
Drie dichters over de dood, 2, pp. 18-23 - Met afb.
Carlos Drummond de Andrade, Joāo Cabral de Melo Nero, Manuel Bandeira |
|
|
| |
| |
WISPELAERE, Paul de
De markiezin ging om vijf uur de deur uit. Omtrent het ‘Dagboek 1946-1949’ van Max Frisch, 6, pp. 16-27 - Met prt. door Otto Dix |
|
| |
V. Illustratie
Breytenbach, Breyten, 1, pp. 32-36 (portfolio)Ga naar voetnoot1 |
Lartigue, Jacques-Henri, 3, pp. 58-65 (portfolio) |
Addendum
Wegens het wegvallen van enkele regels werd het slot van het verhaal van Henk Romijn Meijer, Van dingen die voorbijgaan (II, 1985, 6, pp. 62-65) opnieuw opgenomen (2, p. 51) |
|
|
-
voetnoot1
- Respectievelijk in maart, mei, juli, sept., nov., dec.
-
voetnoot1
- Naam van de vertaler medegedeeld door de hoofdredacteur
|