| |
| |
| |
Kreatief
Driemaandelijks literair en kunstkritisch tijdschrift
Opgericht in 1966
Hoofdredakteur: Lionel Deflo
Redaktie: Louis Dieltjens, Roland Jooris, Patricia Lasoen, Mon Nys, Stefaan van den Bremt, Hedwig Verlinde
Redaktiesekretariaat: Groeningestraat 23, 8610 Wevelgem
Jrg. XIII, |
nr. 1: |
mei 1979, 103 pp. = Arbeidersliteratuur I |
|
nr. 2-3: |
juni 1979, 142 pp. = Arbeidersliteratuur II |
|
nr. 4: |
oktober 1979, 116 pp. |
|
nr. 5: |
december 1979, 111 pp. |
| |
I. Poëzie
DESCHOEMAEKER, Frans
[Gedichten], 4, pp. 70-71
Openingsgedicht uit ‘Stroomafwaarts’: ‘Met reeds in elk gebaar de loden slaap’ p. 70 |
Terugkeer in het landschap: ‘De bossen zijn gerooid. De zondag’ p. 71 |
|
|
|
GERMONPRÉ, Christiaan
[Gedichten], 4, pp. 72-74
In het teken van mei: ‘Tijd was toen een vleugelloze gedachte’ p. 72 |
Landschapsschilder: ‘De middag brandt in boerderijen’ p. 73 |
Herfsttafereel: ‘Opnieuw mikt de zon roos’ p. 74 |
|
|
|
KUIPERS, Frans
[Gedichten], 4, pp. 77-82
Vers 41: ‘Sinds ik hier landde -’ p. 77 |
Vers 42: ‘Nooit’ p. 78 |
Vers 43: ‘Moest het dan zo ver komen’ p. 79 |
Vers 60: ‘Hoe was het ook weer’ p. 80 |
Vers 61: ‘Het is altijd de dood die in het nieuws staat’ p. 81 |
Vers 62: ‘Een kleine zelfstandige vader. Een moeder’ p. 82 |
|
|
|
KUITER, Willem
[Gedichten], 5, pp. 83-85
1. | ‘het kind speelt’ p. 83 |
2. | ‘wordt liefde’ p. 83 |
3. | ‘voor het doodgaan’ p. 83 |
4. | ‘ik wil leven’ p. 83 |
5. | ‘zij gaf zich bloot’ p. 84 |
6. | ‘het sneeuwt’ p. 84 |
| Arbeider: ‘je naam is veranderd’ p. 85 |
| ‘tot ponskaart’, p. 85 |
|
|
| |
| |
LUYTEN, Gie
Weer een jaar vloeit leeg, 5, p. 82
‘Mensen, dieren ademen doodsangst |
|
|
|
PRINS, Sonja
Romantiek van het eerste ei, 5, pp. 77-78
‘de woerden worden hoe langer hoe krijgshaftiger’ |
|
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Einstein ontdekt het najaar, 4, p. 75
‘Ook het stofgoud van gevallen bladeren’ |
|
|
|
ROOIGEM, Rogier van
Reigersverdriet, 4, pp. 65-69
De blauwe vogel: ‘ik heb de blauwe vogel gezien’ p. 65 |
Kreet: ‘de tijd staat in de reiger stil’ p. 66 |
September: ‘de tijd in een kikker vermomd’ p. 67 |
Winter: ‘de reiger naar de aarde’ p. 68 |
Vogel in de ruimte: ‘de morgen spant zijn licht over de vijver’ p. 69 |
|
|
|
SPILLEBEEN, Willy
Tien gedichten, 5, pp. 67-76
Populier, pp. 68-69
1. | ‘Een populier nog lang niet hakrijp/met zijtakken aan gladde stam’ p. 67 |
2. | ‘Een populier nog lang niet hakrijp/en als dié jonge boom de mensen’ p. 68 |
3. | ‘En later ligt in hooiend gras’ p. 69 |
|
Paard, pp. 70-71
1. | ‘Oktober. Een bruin paard’ p. 70 |
2. | ‘Vreemd dat je in de dag’ p. 71 |
|
Al tijd: ‘Het landschap van leven en wereld’ p. 72 |
Vijver: ‘Roeier door bruine lippen’ p. 73 |
Dit is een dag: ‘Dit is een dag van de vlinders’ p. 74 |
Omdat: ‘Omdat ik vannacht niet kon slapen’ p. 75 |
Verloren geloof: ‘Twee paarden grazen in de sneeuw’ p. 76 |
|
|
|
VANDERAUWERA, Ria
Gwendolyn Brooks, Uit: A street in Bronzeville. Selected poems. Inl. en vert.: R. Vanderauwera, 5, pp. 58-66
De moeder; Southeast corner; p. 59; p. 60 |
Het meisje met de bult: fantaseert de hemel; Liedje uit de voortuin, p. 62; p. 63 |
De priester: heeft vragen bij het sermoen; Sadie en Maud, p. 63; p. 64 |
Heer alleen; Het lege pand, p. 65; p. 66 |
|
|
|
VERPALE, Eriek
|
| |
| |
VREIJLING, Reinout
[Gedichten], 5, pp. 79-81
Het glazen huis: ‘Verbrijzel het glazen huis’ p. 79 |
Idylle: ‘De overrijpe wiekslag van de tijd’ p. 80 |
De oude dichteres: ‘Teleurgesteld hebben mij de sonore verzen’ p. 81 |
|
|
| |
II. Proza
ABICHT, Ludo
Tweede verhaal: Vlaenderen, dagh en nacht denck ick aen uGa naar voetnoot1, 5, pp. 2-11 |
|
|
ALSTEIN
68 (fragment), 5, pp. 12-22 |
|
|
INSINGEL, Mark
Een territorium, 5, pp. 23-26 |
|
| |
ALSTEIN
Open brief aan de Van Vlieten in dit land*, pp. 98-100
N.a.v. Eddy van Vliets bewering in de Volkskrant (15.9.79) dat alle Vlaamse debutanten van na 70 ‘volstrekt waardeloos’ zijn |
|
|
|
BREMT, Stefaan van den & LEMM, Robert
Latijnsamerikaanse literatuur door een dubbele bril. Een polemische korrespondentie, 4, pp. 2-41
Met een Ten geleide van R. Lemm (p. 2), waarin hij de aanleiding van de polemiek uiteenzet: een reeks uitzendingen van BRT 1 over moderne Latijnsamerikaanse literatuur in Nederlandse vertaling van St. van den Bremt; Lemms door Vrij Nederland geweigerde recensie over de bloemlezing Cubaanse gedichten van Nicolas Guillén |
|
|
|
BREMT, Stefaan van den & TER-NEDDEN, H.
‘Wie de macht heeft, heeft het woord’. Vraaggesprek met Eduardo Galeano, 4, pp. 42-49
Over de relatie tussen politiek en cultuur in Latijns-Amerika |
|
|
|
CAILLIAU, Phil
‘Berthold 1200’ van Paul Koeck: korruptie heerst alom*, 5, pp. 94-97 |
Kodiak .58, of waarop het óók gelijkt: Jef Geeraerts heeft gespiekt*, 5, pp. 101-111
Verwijzing naar tal van punten van overeenkomst met Frederick Forsyth, De dag van de Jakhals; De honden van de oorlog |
|
|
| |
| |
CARETTE, Hendrik
Signalement jonge Vlaamse grafiek. Jan Karel Demarest: het ontstaan en ontstijgen van anekdoten, 4, p. 107 - Met ill. |
|
|
DEFLO, Lionel
Roland Jooris: Gedichten 1958-1978. ‘Veel is verzwegen, weinig is veel’ *, 4, pp. 83-95 |
Tussen tuin en wereld [door Paul de Wispelaere]: far from the madding crowd..., 5, pp. 48-57 |
|
|
DENOO, Joris
Twee debuten in de Knipscheer: Léon de Winter & Eriek Verpale*, 5, pp. 96-97
Eriek Verpale, Een meisje uit Odessa |
Léon de Winter, Over de leegte in de wereld |
|
|
|
JONG, Martien J.G. de
Het versteende beeld, 5, pp. 27-34
N.a.v. Vijf versies van ‘Vera’ van H. Marsman, uitgegeven door Daisy Wolthers met een inleiding van Arthur Lehning, wat kan leiden tot ‘een tekststudie’ [die] niet alleen verhelderend licht kan werpen op de werkwijze van H. Marsman, maar ook op die van E. du Perron |
|
|
|
MESTDAGH, Jan
Het zwarte licht van Solange Abbiati, 5, pp. 86-93 - Met ill. |
|
|
PIERE, Jan de
Achterbergs ‘gij’ en het centrale thema, 5, pp. 35-47
Hoofdstuk uit zijn, Woorden in een onbepaalde tijd. Inleiding op de poëzie van Achterberg (ter perse); over de centrale thematiek, met een bondig overzicht van de verschillende interpretaties |
|
|
|
SCHEER, Lieve
Luceberts ‘Ossip Zadkine’ of het zingen der puinen, 4, pp. 50-64
Analyse van Luceberts gedicht Ossip Zadkine; tekst (pp. 50-51) |
|
|
|
WAELE, Frank de
Tot herinnering gestolde tijd. Tekeningen en schilderijen van Johan de Loore, 4, pp. 96-106 - Met ill. |
|
| |
V. Illustratie
Abbiati, Solange, 5, omslag, p. 87, 89, 91, 92, 93 |
Demarest, Jan Karel, 4, pp. 108-114 |
Loore, Johan de, 4, p. 97, 99, 101, 103, 105 |
| |
| |
| |
Bijzondere nummers
Arbeidersliteratuur
(nr. 1, 103 pp.; nr. 2-3, 143 pp.)
Kritische bijdragen (= nr. 1)
ABICHT, Ludo, DEFLO, Lionel, DIELTJENS, Louis, BREMT, St. van den
Arbeiderskultuur: tussen ‘Proletkult’, massakultuur en folklore, pp. 2-7
Inleiding, met omschrijving van het begrip als ‘teksten in gelijk welke vorm... geschreven door arbeiders zonder direkt utilitaire bedoeling’; met overzicht van de toestand in eigen land en in het buitenland |
|
|
|
ABICHT, Ludo
‘Greif zur Feder, Kumpel! Ervaringen uit de DDR, pp. 42-55
‘de omvangrijke en bloeiende [naoorlogse] literaire produktie door en voor arbeiders... vervult?.. een direkte ideologische en ekonomische funktie’ (p. 54) |
|
|
|
ARON, Paul & DUPONT, Didier
Arbeidersliteratuur in Franstalig België, 1918-1940. Vert.: Stefaan van den Bremt, pp. 72-81
Vooral over de groep Tentatives met auteurs als A. Aygueparse, A. Habaru, B. Goriély, Ch. Plisnier en P. Hubermont van wie enkele werken onderzocht worden |
|
|
|
ARTEEL, Roger
Enige ervaringen met toneel voor en door arbeiders(-sters), pp. 87-103 - Met afbn.
Over het toneel als politiek en sociaal vormingsinstrument, met twee concrete voorbeelden (pp. 87-95) en een overzicht van de verschillende groepen in Vlaanderen (pp. 95-101; literatuurlijst (pp. 102-103) |
|
|
|
DENISSEN, Frans
Arbeiders(?) literatuur(?) in Italië, pp. 82-86
Redenen voor het feit dat ‘in het Italiaans aardig wat teksten beschikbaar zijn van ongeschoolde schrijvers. Of sprekers’; met voorbeelden; o.a. over het geval Vincenzo Guerrazzi en diens Nord e Sud unitinella lotta, met inleiding door de medearbeiders |
|
|
|
DEREERE, Aline
Werkkreis Literatur der Arbeitswelt (BRD), pp. 35-41
Over deze groep die sedert 1970 werkzaam is |
|
|
|
ERIKSSON, Monica & BOSMAN, Ron
De Zweedse hausse in arbeidersliteratuur. ‘Al het spannende vind je bij de arbeidersklasse!’, pp. 56-62
Overgenomen uit de Groene Amsterdammer (26 april 1978) |
Overzicht van de evolutie: Zweden heeft op het gebied van de arbeidersliteratuur ‘een ware traditie opgebouwd’ |
|
|
| |
| |
ROSIER, Jean-Maurice
Arbeidersliteratuur in Frankrijk 1920-1930. Vert.: Stefaan van den Bremt, pp. 63-71
Over het relatieve falen van zo'n proletarische literaire stroming |
|
|
|
SCHEPENS, Jan
Vlaamse arbeidersliteratuur, pp. 22-34
Beschouwingen bij en overzicht van wat er in Vlaanderen i.v.m. arbeidersliteratuur in boekvorm en tijdschriften verscheen |
|
|
|
VANHESTE, Bert
Arbeidersliteratuur in Nederland: van dienstbaarheid aan de partij naar zelfbevrijding, pp. 8-21
Historische overzicht; met literatuurlijst (pp. 20-21) |
|
|
| |
ACKER, Georges van
Uit: liefde, strijd en dood! (1959), pp. 34-35
Fabriekssluiting; Gedaan! |
|
|
|
BOCK, Carlos de
[Gedichten], pp. 19-24
De wispelturige seizoenen van de liefde: ‘In een stad’ p. 19 |
Bij het vluchten alles in je schedel stoppen: ‘Als je terugkomt’ p. 20 |
Opletten voor mijnheer Lejeune: ‘Ook al heeft ie’ p. 21 |
De onweerstaanbare roep van de Marimba: ‘Waarom roept’ p. 22 |
De cerberussen van de moraal: ‘Aan je dikke ogen’ p. 23 |
Oud worden aan de rivier: ‘Op een bank’ p. 24 |
|
|
|
BOCK, Jempi de
[Gedichten], pp. 12-18
‘Ik ben een bijzonder ongevoelige melaatse’ p. 12 |
‘Zalig de schakels der produktieketen’ p. 13 |
‘Het narrenpak zit me als gegoten’ p. 14 |
‘Uit schrik voor een spiegel’ p. 15 |
‘De dronken slaapwandelaar’ p. 16 |
‘en rinkelend’ p. 17 |
‘Mijn baas wordt stilaan korpulent’ p. 18 |
|
|
|
BOUPA, Stefaan
Gered: ‘Ik zomerzoemde een atol’ p. 38 |
|
|
CLAUS, Frank
Rij: ‘Voor mij staat Piet met de Pet’ p. 40 |
|
| |
| |
DJOOS, T.
De regels van 't spel: ‘'t Begin is een kind, we leren het snel’ p. 42 |
|
|
DUMARAIS, Freek
Een postman, ik: ‘Jij, die acht uur aan de band werkt’ p. 39 |
|
|
G., Ivan
De Grijze: ‘De Grijze hij was niet te houden’ p. 41 |
|
|
GOUTSMET, Patrick
[Gedichten], pp. 25-27
Roadrunner: ‘Opgedreven Mini's’ p. 25 |
Zaterdagavond: ‘Het is de tijd voor de vereenzaamden’ p. 26 |
Van die kleine dingetjes: ‘Als kleine jongen kun je nog steeds’ p. 27 |
|
|
|
LOEKE
[Gedichten], pp. 32-33
Schijngeboorte: ‘'s Avonds leg ik mij’ p. 32 |
Boekenbeurs AntwerpenGa naar voetnoot1: ‘Het was begin november’ p. 33 |
|
|
|
PAUWELS, Etienne
[Gedichten], pp. 3-11
Mijn vader, nu hij met pensioen is: ‘Aan elke deur’ p. 3 |
Vertrek op Zaventem: ‘Twee witte strepen’ p. 4 |
Hoe zijn je heupen?: ‘Je heupen als amber’ p. 5 |
System 370/138: ‘Clean, vol nuchter blauw en wit’ p. 6 |
Landschap: ‘Op een fluwelen einderstreep’ p. 7 |
Ik ken je gezicht niet, Dood, 8 |
Ballade van de wereldvrede: ‘'t Was op elf november’ pp. 9-11 |
|
|
|
RUMMENS, Staf
[Gedichten], pp. 28-31
Kerstdemografie: ‘in de duitse driehoek’ p. 28 |
‘en de grote paddestoel’ p. 29 |
American rabbits: ‘tussen brem en bos’ p. 30 |
Kultus: ‘aan zijn linkerhand hangt vader’ p. 31 |
|
|
|
VANDROMME, Jozef
[Gedichten], pp. 36-37
Zomerweelde: ‘De vliegen dragen’ p. 36 |
Onweer: ‘De zon heeft onbarmhartig’ p. 37 |
|
|
| |
2. Reportage
A., Monika
We lachen om niet te moeten huilen, pp. 43-44 |
|
| |
| |
DUMARAIS, Freek
Elke dag een ‘Jespers’-proces? pp. 45-46 |
|
|
G., Ivan
|
|
SCHEPENS, KAREL
Bedenkingen in telegramstijl, p. 48 |
|
| |
3. Verhaal
BEGODT, Rafael
Het hoofd van een priester, pp. 85-103 |
|
|
BERGHE, Gie van den
De eed van Hippokrates (fragment), pp. 125-135 |
|
|
DJOOS, T.
Spin, pp. 81-82 |
Ik, ja ik, gemeenteraadslid!, pp. 83-84 |
|
|
HOOGBEUKEN, Lode van
Ik, Satan de duivel, koning van de onderwereld, pp. 49-53
|
|
De simulant, pp. 54-64 |
De dolende broeders. Een middeleeuws verhaal, ten tijde van de eerste kruistocht, van 1096 tot 1099, bewerkt en herschreven, pp. 65-72 |
|
|
LIBERT, Luc
Routine, haar dagboek, pp. 109-110 |
|
|
MESEL, Anthony de
|
|
MEYFROIDT, Roland
De stad praat... (romanfragment), pp. 115-117 |
|
|
MICHIELS, Frans
Niet om er mee te lachen: en maar hopen!, pp. 73-80 |
|
|
RONALD, Antoine
Tussen 11 u. en 11 u. 40, pp. 118-120 |
|
|
STOF, Jan
Laat de kleintjes bij mij komen, pp. 121-124 |
|
| |
| |
VERBRUGGE, Maurice
Een ‘zwijntje’ met een ‘staartje’ pp. 104-106 |
|
|
ZVAR-DE BRUIN, Carin
Poets- + huisvrouw, weerkerende droom bij slecht inslapen, pp. 107-108 |
|
| |
4. Brieven
DIERICKX, Daniël
Werktijdverkorting, in grote mate zinloos?, pp. 138-140 |
|
|
FRANCK, Jean
Een arbeider die nadenkt, pp. 136-137 |
|
|
LEONARD, Fernand
Mijnheer de hoofdredakteur, pp. 141-142 |
|
|
RUMMENS, Staf
Arbeidersliteratuur?, p. 141 |
|
|
-
voetnoot1
- Opdracht: Voor mijn kinderen Hilkka en Bart
-
voetnoot2
- De titels met * behoren tot de rubriek: Gewikt en gewogen
-
voetnoot1
- Met woord vooraf (p. 2) door de Redactie
|