| |
| |
| |
De Gids
Opgericht in 1837
Redactie: G. van Benthem van den Bergh, A.L. Constandse, A. de Froe, Rudolf Geel, Gerrit Kouwenaar, Bram van der Lek, Harry Mulisch, A. de Swaan
Redactiesecretarissen: G. van Benthem van den Bergh, Rudolf Geel
Redactieadres: De Gids, p.a. Meulenhoff Nederland B.V., Postbus 100, Amsterdam
Jrg. CXLI, 10 nrs., 667 pp.
Nr. 4-5, pp. 213-341 = Japan-nummer
Nr. 9-10, pp. 545-660 = Schuld
| |
I. Poëzie
BüCH, Boudewijn Maria Ignatius
Twee verzen, 1, pp. 49-50
1. | ‘die verdomdheid van de melancholie’ p. 49 |
2. | ‘wie zingt de nagemaakte’ p. 50 |
|
|
|
DEDINSZKY, Erika
Twee gedichten, 1, pp. 3-6
| Dagenboek, p. 3 |
| ‘je doet wat aan de flat, prutst met een vergrootglas’ |
| Torenhotel, pp. 4-5 |
1. | ‘Rond Torenhotel van een nieuw babylon’ p. 4 |
2. | ‘plakkoek zeurt tussen mijn strakke tanden’ p. 5 |
3. | ‘in de met scherpgepunte palmen bewapende eetzaal dekken pinguins humeurig’ pp. 5-6 |
4. | ‘nog straalt koorts uit de pels van de najaarswereld’ p. 6 |
|
|
|
GEEMERT, J.H. van
Drie gedichten, 8, pp. 508-509
Historisch: ‘Kende ik Heilige Boeken’ p. 508 |
Verhuizing: ‘De weg terug. Donker’ p. 508 |
Oud jaar: ‘In kleine kring’ p. 509 |
|
|
|
HAMELINK, Jacques
Acht gedichten, 6, pp. 372-374
Bloemblad: ‘Het gewicht van feiten’ p. 372 |
Spreeuw: ‘Staande op het bordes, de gootrand’ p. 372 |
Reiger met het rietpenseel: ‘De winterreiger, bedaagd zinbeeld’ p. 373 |
Zeelt: ‘De aak waggelt’ p. 373 |
Roos: ‘Volle roodlippige roos, liefde’ p. 373 |
Wilg: ‘Donkere zonder einde buigende wilg’ p. 374 |
Orfeus slapend: ‘Vreemd klopt; nu hij er nog niet is’ p. 374 |
Aude: ‘De mens en zijn wolk: het eenzaam gevecht’ p. 374 |
|
|
| |
| |
HERBERGHS, Leo
Gedichten, 1, pp. 29-32
| Heilig weer, pp. 29-31 |
1. | ‘woei het weg’ p. 29 |
2. | ‘hoeveel zichtbaarheid’ p. 29 |
3. | ‘akker vergreppelt met’ p. 30 |
4. | ‘het oudere water’ p. 30 |
5. | ‘de wind kijkt recht’ p. 31 |
| Gras: ‘zoete roestige sterren’ p. 31 |
| Iemand: ‘iemand wist uit’ p. 32 |
| Waarin: ‘waarin waaien en najaar’ p. 32 |
| Achter: ‘ziel, in het zadel!’ p. 32 |
|
|
|
KUSTERS, Wiel
Toen ik mijn hand wegtrok, was zij pikzwart, 2, pp. 98-100
1. | ‘stond er een kuip vol water buiten’ p. 98 |
2. | ‘land en tijd bogen door’ p. 98 |
3. | ‘wat je ondergronds’ p. 99 |
4. | ‘nadat je ter afvaart afgeroepen was’ p. 99 |
5. | ‘die trappen’ p. 100 |
6. | ‘na uitbuiting van zo'n put’ p. 100 |
7. | ‘de kolenwerf of wand’ p. 100 |
|
|
|
OOSTERMAN, Jaap
Vier gedichten, 6, pp. 403-406
Onontdekt reddingsteken: ‘Lachende gezichten’ p. 403 |
En natuurlijk de liefde: ‘Ik had vandaag mijn nagels’ p. 404 |
Fotomorfose: ‘Eigenlijk is wijs zijn’ p. 405 |
Geen hart: ‘Breekt wetten, breekt beloftes’ p. 406 |
|
|
|
VLIET, Eddy van
Vier gedichten, I, pp. 17-19
L'Angelus (Jean-François Millet): ‘Zij staan en denken niet’ p. 17 |
Le bal du Moulin de la Galette - 1876: ‘Een fractie van een kus’ p. 18 |
Mis Alexandre (James Whistler): ‘Geen portret’ p. 18 |
Stockholm: ‘Je ruikt naar Amsterdam, maar je bent het niet’ |
|
|
|
WAARSENBURG, Hans van de
Twee gedichten, 8, pp. 500-501
‘De gewonde hond likt het bloed’ p. 500 |
‘De spreektaal mijdend’ p. 501 |
|
|
|
WINKLER, Kees
Symfonie Nr. 13 (Sinfonia politica), 1, pp. 33-36
1. | ‘Zie het Oosten is rood / rechtvaardigheid gaat voor vrijheid’ p. 33 |
2. | ‘Zie ... / China heeft het bekeken’ p. 34 |
3. | ‘Zie ... / Israël zal terug moeten’ p. 35 |
4. | ‘Zie ... / ze komen er steeds meer’ p. 35 |
5. | ‘Zie ... / de zon der bevrijdingslegers’ p. 35 |
6. | ‘Zie ... / na de dood van Franco’ p. 36 |
|
|
| |
II. Proza
BERNLEF, J.
Gewoon toneel, 3, pp. 144-149 |
|
| |
| |
GEEL, Rudolf
De ambitie (fragment), 3, pp. 167-182 |
|
|
GESTEL, Peter van
Rosie (fragment), 2, pp. 79-97 |
|
|
GILS, Gust
De wraak van Jantje, 7, pp. 459-461 |
De prehistorische vondst, 7, pp. 462-463 |
Het zondagse lichaam, 7, pp. 464-465 |
|
|
JOYCE & CO
Michaël van Mander. Michaël bij meester Jan, 6, pp. 364-371 |
|
| |
BENTHEM VAN DEN BERGH, G. van
De staat van geweld: hedendaags terrorisme in langere - termijnperspectief, 8, pp. 483-499 |
|
|
BERGH, Botto van den
Symbolisme, 1, pp. 20-28
Associatieve aantekeningen n.a.v. de tentoonstelling ‘Het symbolisme in Europa’ in het Museum Boymans-Van Beuningen te Rotterdam (nov. 1975-jan. 1976) |
|
|
|
BLOEM, Rein
Poëzie. Zweefstand in sonnetten*, 1, pp. 51-55
Over Dèr Mouw als sonnettendichter, met verwijzing naar Garmt Stuiveling |
Over de vorm van Dèr Mouws vers (in: Steekproeven, 1950), en over het schrijven van sonnetten nu, o.a. door Jan Kuijper |
|
|
Kettingreacties: Mandelstam en voorbeelden *, 2, pp. 110-115
N.a.v. Poems chosen and translated by James Greene. Met een voorwoord van Nadezhda Mandelstam, een voorwoord van de vertaler en een van Donald Davie ‘die de bestaande Amerikaanse [van W.S. Merwin] en Engelse [van David Mc Duff] vertaling tegenover elkaar zet’ |
|
|
Wallace Stevens: evergreen *, 4-5, pp. 342-347
Over Wallace Stevens’ The man with the blue guitar (in 1977 uitgegeven met etsen van David Hockney); met vertaling van enkele gedichten en commentaar |
|
|
De poëzie van Maurice Scève [o tussen 1490 en 1510]: object van de grootste verwarring *, 9-10, pp. 661-667 |
|
| |
| |
BLOK, Anton
Carlo Ginzburg, Tekens en symptomen. Morelli, Freud en Conan Doyle. Vert.: A. Blok, 2, pp. 67-78
Over analogie, elk op eigen gebied, in hun interpretatieve methoden, waarin de aandacht voor details een grote rol speelt; bovendien waren ze alle drie arts |
|
|
|
BRUIN, Jan de & KLINKERT, Jelle Jan
Analyse van een beschouwing *, 3, pp. 183-190
|
|
|
BRUINSMA, Freek
Het recht van de zwakste, 2, pp. 101-109
Over het sociale recht ‘dat de zwakke en afhankelijke een voorkeurbehandeling geeft’ (p. 101) |
|
|
|
CONSTANDSE, Anton
Naar een ‘pax americana’ *, 1, pp. 60-64
Over Sadat en de contacten tussen Egypte en Israël |
|
|
Nucleaire obsessie *, 2, pp. 122-126
‘Over de inschakeling van Nederland in de oorlog met kernwapens’ en over ‘het militaire karakter van de ruimtevaart’ |
|
|
Een herdenking: Rousseau en Voltaire, 3, pp. 131-143
Over hun betekenis voor onze tijd |
|
|
China als wereldmacht *, 4-5, pp. 347-351
Over ‘de technische en wetenschappelijke modernisering’ |
|
|
Journalistiek en literatuur, 8, pp. 502-507
Verslag van een causerie voor de PEN-club, gehouden op 22 april 1978 ‘In elk geval is de opneming van onafhankelijke journalisten onder de kunstenaars ook in het verleden al een verschijnsel geweest van ontmonopolisering der kunst, en derhalve van democratisering’ (p. 507) |
|
|
Een Amerikaanse dissident *, 8, pp. 538-542
Andreas Young, ambassadeur bij de Verenigde Naties, wegens zijn houding tgo. de eerbiediging van de mensenrechten in de V.S. en tgo. de Afrikaanse landen |
|
|
|
DEKKER, R.M.
De tocht van de Parijse vrouwen naar Versailles in 1789. Een mythe? 6, pp. 407-411
Nl. op 5 en 6 oktober; over de verschillende voorstelling bij historici als Edm. Burke, H. Taine, Pierre Gaxotte, Th. Carlyle, J. Michelet, J. Jaurès |
|
|
|
DELFGAUW, Bernard
Kierkegaard en Marx over democratie, 7, pp. 466-480 |
|
|
DIJKHUIZEN, Guus
Een interessante gedachte *, 2, pp. 120-121
Ongepubliceerd fragment uit een gesprek met P.R. Stoffelen (voor Avenue) over algemene dienstplicht en vrije keuze tussen ‘geweer en brandspuit’ |
|
|
| |
| |
DRIMMELEN, W. van
Robinson Crusoe, Vrijdag en de economische theorie, 1, pp. 7-16
Over de betekenis van de robinsonade voor de economische theorie, als ‘het eenvoudigst denkbare genre, waarin slechts één subject voorkomt’ en over Robinsons opvatting i.v.m. tijd, werk, geld |
|
|
|
EGETER VAN KUYK, R.H.J.
Taal en schrijven in Thailand *, 1, pp. 55-60
Over het Thai en de Thaise letterkunde, met gedichten in vertaling |
|
|
|
EVENHUIS, J.R.
Massasport als instrumentum regni: een lange vergissing van de Byzantinistiek, 6, pp. 394-402
Over de betekenis van het hippodroom voor de Byzantijnse keizers en hun politiek |
|
|
|
HAZEU, Wim
Veronica en de McDonald-sandwich *, 6, pp. 412-415
Over commercie en omroep in Nederland |
|
|
|
KOMMANDEUR, J.
Kort èn Amerikaans *, 3, pp. 205-210
|
|
|
LEK, Bram van der
De verschoning en de vuile was *, 8, pp. 524-538
Over zijn proces tegen de BV Bonaventura (uitgever van Elseviers Weekblad), n.a.v. René de Boks insinuatie als zouden Van der Lek en Hans Lammers als KGB-agenten fungeren; in het artikel van 24 april 1976 werden weliswaar geen namen genoemd, wat echter door De Limburger en De Stem wel werd gedaan |
|
|
|
MAAREN, Nelleke van
Arthur Mitzman, Over wegen, volksfeesten, opstandigheid en zuivere kunst. Vert.: N. van Maaren, 7, pp. 419-434
Over ‘de sterke band die Flaubert via Rabelais had met de volkscultuur van de Middeleeuwen en Renaissance’ (p. 428) en zijn ‘haat ... tegen de bureaucratische en economische machinerie van het nieuwe industriële tijdperk’ (p. 431) |
|
|
|
MARKUS, Willem
Axel. Drama of beeltenis? 6, pp. 375-393
Opera naar Villiers de l'Isle-Adams' Axel. Libretto: Harry Mulisch. Muziek: Reinbert de Leeuw en Jan Vlijmen |
|
|
|
NOORDZIJ, Jan
Kanttekeningen bij een waardevolle bijdrage *, 3, pp. 200-204
|
|
|
PHILLIPS, Derek
Naschrift *, 3, p. 211
N.a.v. reacties op zijn bijdrage Enige beschouwingen over het weten- |
|
|
| |
| |
schappelijk onderwijs in Nederland (1977, CXL, 9-10, pp. 615-632) door Jan de Bruin en Jelle Jan Klinkert, J. Kommandeur, Jan Noordzij, G. Rooijakkers |
|
|
De toekomst van het universitair onderwijs: problemen en vooruitzichten, 7, pp. 435-438
Beschouwingen met speciale aandacht voor Nederland |
|
|
|
RODENKO, Paul
De experimentele explosie in Nederland (slot). De verborgen nachtzijde van de materie: de zwarte melk, 1, pp. 37-48
Vervolg van bijdragen in De Gids, 1977 |
Over ‘het zwart gezien als grond en voorwaarde voor het bestaan van wit’ met verwijzingen naar o.a.P. Celan, St. Mallarmé, Ch. Baudelaire |
|
|
|
ROMIJN MEIJER, Henk
Wie is bang voor Alison Lurie? *, 2, pp. 115-120
N.a.v. Alison Lurie, Love and friendship |
|
|
|
ROOIJAKKERS, Geert
Gaten in het Nederlands wetenschappelijk onderwijs *, 3, pp. 191-200
|
|
|
SLUIS, I. van der
Honderd jaar euthanasie, 3, pp. 151-166 |
|
|
SPIERENBURG, Pieter
De sociale functie van openbare strafvoltrekkingen, 8, pp. 510-523
Over de sociale positie van de beul (pp. 511-514), het ceremonieel en de magistraat (pp. 514-516), de executie en het publiek (pp. 516-520); een beeld van de ontwikkeling van de openbare strafvoltrekking in het Amsterdam van het midden der 17de tot het begin der 19de eeuw, waarbij blijkt dat Norbert Elias, Ueber den Prozess der Zivilisation ‘het meest bruikbare verklaringsmodel biedt’ (p. 511) |
|
|
| |
Bijzondere nummers
Japan
(nr. 4-5, pp. 213-341)
BENTHEM VAN DEN BERGH, G. van
Akira Nagazumi, Waarom bestaat er in Japan nog steeds zo'n belangstelling voor Nederland? Een stormachtige interpretatie. Vert. uit het Eng.: G. van Benthem van den Bergh, pp. 227-236
Historische schets van de reeds twee eeuwen oude betrekkingen tussen Japan en Nederland |
|
|
|
BOENDERS, Frans
Gesprek met Donald Keene, pp. 284-296
|
|
| |
| |
Een algemene introductie tot een reeks radioprogramma's over de Japanse literatuur en levensvormen. Het gesprek dateert van 24 oktober 1976. Over de voornaamste auteurs, in het bijzonder over Kawabata, Kobo Abé, Kanzaburo Oë, Yukio Mishima; over vertaling van moderne Japanse literatuur; het communicatieprobleem tussen het Westen en Japan is een linguïstisch probleem |
|
|
|
KAMSTRA, J.H.
Religie in een veranderende samenleving: een Japans voorbeeld, pp. 309-320
Over structuur en functie van de Japanse religies en over het ie-systeem (= grootfamilie-systeem); de ie is aan het verdwijnen en het land is grondig veranderd door de economisch en industriële explosie |
|
|
|
KOUSBROEK, Rudy
De vergeten microfoon, pp. 237-238
Inleiding tot de bijdrage van Sakaguchi Ango in de vertaling van W.G. Snellen (pp. 239-260) - ‘de gevallen waarin iemand zich tegen zijn eigen cultuur verzet en probeert haar van buitenaf te zien: vreemd genoeg zijn dat de zeldzame momenten dat wij de gelegenheid krijgen om haar van binnenuit te bekijken’ (p. 237) |
|
|
|
MEIJER, M.J.
Japanse buitenlandse betrekkingen, pp. 321-331
Met Amerika (pp. 321-325), de Sowjet-Unie (pp. 325-328), China (pp. 428-331) |
|
|
|
NOORDHOEK, Jan
De kunst van het sterven door Ivan Marris [= Morris], pp. 269-283
Over diens The nobility of failure - Tragic heroes in the history of Japan, opgedragen aan Yukio Mishima, over wie evenwel weinig gezegd wordt; over de betekenis van de harakiri, eigenlijk ‘sepjuku’, en over de verschillende opvattingen van een held. ‘In Japan heeft de traditie van de heroïsche ethiek [vgl. de middeleeuwen en het duel in het Westen] zich tot het einde van de tweede wereldoorlog weten te handhaven; sindsdien zijn de veranderingen zo ingrijpend geweest dat velen beweren dat deze traditionele samurai waarden nog slechts te vinden zijn onder de oudere generatie en een enkele traditionalist als Mishima’ (p. 283) |
|
|
|
POORTER, Erika de
Twee voorbeelden van Japanse literatuur. [Vert.: E. de Poorter], pp. 297-308
1. | Twaalf korte gedichten of tanka's en een lang dichtwerk, Elegie bij de dood van zijn vrouw door Kakimonoti Hitomara, uit de Manyôshû, pp. 297-301 |
2. | De afspraak voor het chrysantenfeest, verhaal uit de Ugetsy monogatari (1776) ontleend aan het Chinees maar verjapanst door Ueda Akinari, pp. 302-308 |
|
|
|
SNELLEN, W.G.
Sakaguchi Ango, Een persoonlijke visie op de Japanse cultuur. Vert. naar de oorspronkelijke Japanse tekst: W.G. Snellen, pp. 239-260
|
|
| |
| |
Met een inleiding over de auteur van het essay, dat geschreven werd in 1942, en hier voor het eerst gepubliceerd wordt in een westerse taal; voor de inleiding, zie: Kousbroek, R. |
|
|
|
VOS, F.
Onze voorouders in Japan: handel, wetenschap en liefde, pp. 215-226 |
De Japanse taal, pp. 261-268 |
De Ainu: de geschiedenis van een volk zonder geschiedenis, pp. 332-341 - Met afbn.
Geschiedenis van de Ainu die ‘wel de oorspronkelijke bewoners van Japan genoemd’ worden en een nederzetting hebben in Hokkaidõ, het noordelijk hoofdeiland van Japan |
|
|
| |
Schuld
(nr. 9-10, pp. 545-660)
BEERLING, R.F.
Profession de non-foi, pp. 573-578
Fragment uit een te verschijnen boek: Niet te geloven. Wijsgerig schaatsen op godgeleerd ijs |
|
|
|
BENTHEM VAN DEN BERG, G. van
De schuldvraag als oriëntatiemiddel, pp. 638-660 |
|
|
BORG, Meerten ter
Is Nietzsche de filosoof van de onschuld? pp. 595-603 |
|
|
CONSTANDSE, A.L.
De schuld van het christendom, pp. 547-552 |
|
|
FRENKEL, F.E.
Schuld: verkenning van interdisciplinair niemandsland, pp. 619-637 |
|
|
FROE, A. de
Schaamte, pp. 571-572
Voor inbreuk op de intimiteit (pudeur) en voor inbreuk op de integriteit (honte) |
|
|
|
GEEL, Rudolf
Het paradijs, pp. 579-587
Over zijn jeugd en opvoeding |
|
|
|
KAPTEYN, Paul
Het geweten is een modern produkt, pp. 561-570
Onderzoek van de betekenis van het geweten doorheen de eeuwen |
|
|
|
KLANT, J.J.
Schulden maken rijk, pp. 553-556
|
|
| |
| |
LANGEMEIJER, G.E.
Schuld in het recht, pp. 557-560
Nl. in het privaatrecht en in het strafrecht |
|
|
|
LEK, Bram van der
De schuld van de oorlog. Een kortstondige mythe en een verkeerd uitgangspunt, pp. 604-618
Over Claude Robert Eatherly (8 juli 1978) ‘een van de piloten die de bommen hebben geworpen op Hiroshima en Nagasaki’ |
|
|
|
SPERNA WEILAND, J.
Dood gewicht: notities over schuld in de christelijke traditie, pp. 588-594 |
|
|
-
voetnoot1
- De titels met* behoren tot de rubriek: Kroniek & kritiek
|