Waarom daarom(1967)–Hans Andreus– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] De zwabber Er stond een keer een zwabber, een zwabber in een hoek, die zei ‘Als dit zo doorgaat, raakt mijn verstand nog zoek. Wanneer ik heel de dag de kamers heb gezwabberd, dan voel ik me echt ziek, dan voel ik me belabberd. Ik ben hier altijd bezig: dit is een stoffig huis en ieder stofje, pluisje, wordt hier meteen een pluis. Stofnesten in elk hoekje en wáár je ook maar kijkt; soms denk ik dat dit huis net één grote stofwolk lijkt. Door altijd dat gezwabber voel ik me suf en dof - maar één ding is het ergste: ik kan niet tegen stof! Steeds moet ik bijna niezen en dat is erg hoor, heus! Want 'k kan - ik kàn niet niezen: een zwabber heeft geen neus!’ [pagina 33] [p. 33] Vorige Volgende