Rym-catechismus dat is de Christelijcke Catechismus
(1624)–Samuel Ampzing–
[pagina 38]
| |
Op de wijse vanden XXIII. Psalm.![]() O Godt in wien is volheydt aller saken,
Die ghy 'thebt weten al uyt niet te maken,
En dat noch onderhoudt in sulcken wesen,
En hebt met Hemels-broodt gespijst voor desen
V erfdeel Israel in dorre landen:
Wy sien alleen op uwe milde handen.
2
Will' ons dees' gaven dan in maet genomen.
Van uwe goedicheydt wel doen bekomen;
En laet daer uyt ons dat gevoelen halen
Dat alle goedt van u moet nederdalen:
Bewaer' ons dat wy die met boser ziele[n]
Niet immermeer in overdaedt vernielen.
3.
Maer geef ons meest dat wy ten allen tijden
Ons mogen gantsch en gaer in u verblijden,
En ons van herten tot u Woort begeven,
Dat onse zielen spijst ten beter leven,
Dat Christus ons door uwen grootsten segen.
Heeft met sijn dierbaer bloedt en doodt verkregen.
|
|