Hondert geestelyke liederen

LXXXIV.
Gal. V:6. Maer het gelove door de Liefde werckende.

Wyse Ps. 42.

IMmers moet een yeder Christen,

JESUS volgen door den Geest:

Anderen, wat sy ook wisten,

Syn syn' SCHAPEN nooyt geweest.

Liefde met Geloof gepaart,
Is, 't geen duyd'lyk openbaart,

Dat 'er zy des GEESTES wooning,

En des HEYLANDS sins-vertooning:

Liefde leert de sonden haaten;

Liefde heeft een groote kracht;

Leert de eigen will te laaten,

Buygen onder 's Heeren macht.

Liefde maakt met Jesus êen;
Moedig staan op HEM alleen:

Lydsaem syn, verg'noegt, en stille,

Veerdig volgen, doen Syn' wille.

[p. 193]

3.

 

Dit geloof is vast, en heilig;

 

Maakend' 't sondig' herte goed,

 

'T ander is nog vast, nog veilig;

 

Hier is ruste voor 't gemoed:

 

Zalig dan, die so gelooft!

 

Weetend', WIE het heeft belooft:

 

And're dingen syn maar stroomen,

 

Die eens gaan, en die eens koomen.

Heil'ge JESUS! wilt ons trekken,

Tot die ziels-gehoorsaamheid!

Wilt G' ons dan wat vreugd' onttrekken,

Ja doen gaan in treurigheid;

Dat maar waarheid in ons zy!
En te vreedenheid daar by!

Dat het volgen van UW' wille,

Ons eerbiedig maak' en stille!