Literair-theoretische geschriften. Deel 2. Commentaar
(1999)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 229]
| |
BronnenlijstDeze lijst bevat de titels van die werken die Van Alphen in de literair-theoretische geschriften als bron heeft genoemd of waaraan hij informatie heeft ontleend zonder de vindplaats te vermelden. De beschrijvingen in deze bronnenlijst zijn in de regel gebaseerd op een van de achttiende-eeuwse exemplaren in de collecties van de voornaamste wetenschappelijke bibliotheken, namelijk binnen Nederland: de Universiteitsbibliotheek Amsterdam (uba), de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag (kbh), de Universiteitsbibliotheek Leiden (ubl), de Universiteitsbibliotheek Utrecht (ubu), de Universiteitsbibliotheek Nijmegen (ubn), de Bibliotheek van de knaw in Amsterdam (knaw) en de Universiteitsbibliotheek van de Vrije Universiteit in Amsterdam (ubvua) en verder: de Bibliothèque nationale in Parijs (bnp), de British Library in Londen (bll) en de Staatsbibliothek in Berlijn (sbb). De vindplaats en het signatuur worden vermeld achter de titelbeschrijving. Wanneer ik geen exemplaar van het desbetreffende werk heb kunnen signaleren geef ik de beschrijving volgens een van de nationale bibliografieën, zoals het Gesamtverzeichnis des deutschsprachigen Schrifttums (gv). Waar de tekst op de titelpagina erg uitvoerig is - met name in de toevoeging van personalia van de auteur -, heb ik de beschrijving van de titel enigszins verkort. Ik heb dit aangegeven door teksthaken. Het gebruik van hoofdletters is aangepast aan het gebruik in de landstaal. Jaartallen in het impressum zijn in Arabische cijfers weergegeven. Waar in het origineel de letters u-v of i-j niet van elkaar worden onderscheiden, heb ik gekozen voor de meest gebruikelijke schrijfwijze. Anonieme titels heb ik hieronder in een aparte lijst opgenomen. Deze zijn gealfabetiseerd op het eerste zelfstandig naamwoord. Bij edities of vertalingen waarbij de editeur of vertaler belangrijke bijdragen heeft toegevoegd aan de oorspronkelijke tekst is de naam van die editeur of vertaler toegevoegd aan de naam van de auteur (bijvoorbeeld: Longinus/Heinecken en Vergilius/Heyne). Daar waar de toevoegingen (bijna) even omvangrijk zijn als de originele tekst zoals bij Hurds commentaar en verhandelingen bij Horatius, of Schlegels opstellen bij zijn vertaling van Batteux - werken die door Van Alphen geciteerd worden vanwege de toevoegingen van de editeur/bewerker -, is de titel gealfabetiseerd op naam van de bewerker en niet op die van de oorspronkelijke auteur. |
|