Daarom besloot de man die nacht niet te gaan stelen en leerde deze slechte gewoonte af.
De volgende dag wou hij alcohol drinken. Toen hij dat net zou gaan doen, dacht hij bij zichzelf: ‘Wat zal ik zeggen aan de Profeet als hij mij vraagt wat ik gedurende de dag heb gedaan? Ik mag niet liegen en als ik de waarheid zeg, zullen de mensen een afkeer aan mij hebben omdat een moesliem geen alcohol mag drinken.’ Het idee om alcohol te gaan drinken, gaf hij daarom op.
Telkens wanneer de man op deze manier dacht iets slecht te doen, herinnerde hij zich zijn belofte om altijd de waarheid te spreken. Eén voor één leerde hij zijn slechte gewoonten af en werd een goed Moesliem en een zeer goed persoon.
Als je altijd de waarheid zegt, zal je een goed persoon worden, een goed Moesliem van wie Allâh houdt en gunsten bewijst. Als Allâh, onze Schepper, tevreden is met ons, zal Hij ons belonen met het PARADIJS, die een plaats is van geluk en plezier.
Doe een belofte: Ik zal altijd de waarheid spreken.