| |
| |
[pagina LXVII]
[p. LXVII] | |
Chronologisch overzicht van de Limborch-litteratuur
1462 |
Jakob Püterich von Reichertshausen, Poetischer Ehrenbrief (zie: Lehmann, S. 281-283).
Püterich noemt daarin, als titel van een hs., Margareth von Limburg. Dat hs., aanwezig in de bibliotheek van aartshertogin Mechthild (1419-1482) te Rottenburg a.N., was hem niet bekend. In dezelfde Ehrenbrief wordt ook de Sint Servaes legende van Hendrik van Veldeke vermeld. |
1516 |
Volksboek, Antwerpen, W. Vorsterman, 1516.
Fr. Schellart bereidt over dit Volksboek een proefschrift voor dat tevens tekstuitgave is. |
1773 |
Volksboek, Deventer, Jan de Lange, 1773.
Aan het einde van deze druk staat een approbatie van Brussel, 1604. |
1776 |
Volkslied, Een schoone historie van Margrietje van Limborg, .... Stem: Van 't schildertjen. Amsterdam, Barent Koene, 1776. (53 zesregelige strofen, rijmschema ababcc). |
1790 |
Volksboek, Amsterdam. S. en W. Koene, ± 1790.
Door een drukfout is de approbatie nu honderd jaar geantedateerd. |
1798 |
Volksboek, Amsterdam, S. en W. Koene, 1798. |
1803 |
Oberlin, Lettre du C. Oberlin père, au C. Millin, sur les Couvertures des vieux Livres, in: Magasin encyclopédique ou Journal des sciences, des lettres et des arts, rédigé par A.L. Millin. VIIIe Année, T. 6, Paris, p. 20-21. |
|
Algemeene Konst- en Letterbode (1803) II. Deel, blz. 168, 169.
Overname v.h. bericht v. Oberlin in Magasin encyclop. |
1821 |
Hoffmann von Fallersleben, Over de oude Hollandsche Letterkunde, in: Algemeene Konsten Letterbode (1821) II. Deel, blz. 313. Vermelding van het Leidse hs. A. |
1835 |
F.J. Mone, Die Kinder von Limburg, in: Anzeiger für Kunde der teutschen Vorzeit IV (1835) S. 164-180. |
| |
[pagina LXVIII]
[p. LXVIII] | |
1837 |
J.H. Bormans, Messager des sciences et des arts V (1837) p. 82, voetnoot. Vgl. Van den Bergh b II blz. 288. |
1838 |
F.J. Mone, Übersicht der niederländischen Volks-Literatur älterer Zeit, Tübingen, 1838, blz. 11, 86, 87, 230. |
1842 |
J.F. Willems, Oude rymspreuken en priamelen, in: Belgisch Museum VI (1842) blz. 184-217. Op blz. 210, 211 (vs 781-798) vinden wij de eerste 18 verzen van Boek X van de Limborch, zoals die in een verzameling spreuken, spreekwoorden enz. voorkomen in het Hulthemse hs. De redactie van die verzen is niet geheel identiek met die in hs. A, en ook niet met die in hs. B. |
1846-47 |
Mr. L.Ph.C. Van den Bergh, Roman van Heinric en Margriete van Limborch I en II (Nieuwe Reeks van Werken van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, dl. 2 en 3) Leiden, 1846-'47. |
1847-48 |
A. de Jager, Toelichting van eenige min duidelijke plaatsen uit den roman van Limborch, in: Archief voor Nederlandsche Taalkunde I (1847-48) blz. 393-406. |
1854 |
J.H. Bormans, in: Bulletins de l'Académie Royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique Tome XXI, IIme Partie (1854) p. 676, 677. |
1855 |
P.C.V.D.M. [Van der Meersch], Découverte d'un fragment du Roman de Limborch, in: Messager des sciences (1855) p. 98. (Dit is hs. H) |
1857 |
Hoffmann von Fallersleben, Uebersicht der mittelniederländischen Dichtung2 (Horae Belgicae I), Hannover, 1857, S. 5, 6.
Hoffmann leest uit de slotverzen dat de schrijver er aan gewerkt heeft van 1280-1318. |
1870 |
M. de Vries, Tekstcritiek, in: De Taal- en Letterbode I (1870) blz. 58-60, 158, 159, 162-164. (Limborch VII 814, IV 1140, 1036, XI 205, III 1273, IV 1275) |
|
J. van Vloten, Textcritiek, in: Taal- en Letterbode I (1870) blz. 145. (Limborch XII 1393) |
|
P.J. Cosijn, Tekstcritiek, in: De Taal- en Letterbode I (1870) blz. 243-244. (Limborch I 38, 879, 880, IV 1675, V 690, 1023, VIII 758, XII 995, 996) |
1871 |
J. Verdam, Tekstcritiek, in: De Taal- en Letterbode II (1871) blz. 14-20. (Limborch I 1336, 1408, 1815, V 78, 132, VII 1117) |
| |
| |
1871 |
J. Verdam, Twee Middelnederlandsche Genitivi, in: De Taal- en Letterbode II (1871) blz. 148-152. (Limborch I 1165, 1234, 1718-1720, 1798, II 370, 800, III 481, 823, IV 1439, VI 1292, 1490, 1623, 2499, X 64, 559, XII 805) |
|
P.J. Cosijn, Smijns, in: De Taal- en Letterbode II (1871) blz. 153-155. |
1873 |
J. te Winkel, Tekstcritiek op het eerste boek van den Roman van Limborch, in: De Taal- en Letterbode IV (1873) blz. 236-238, 241-264. |
1874 |
J. te Winkel, Verstooren, in: De Taal- en Letterbode V (1874) blz. 137. |
|
J. Verdam, Iets over tekstcritiek, in: De Taal- en Letterbode V (1874) blz. 128-136. (Limborch I 881, 1115, 1152, 1652, 1773, 1921, IV 968, 1498, 1499, 2016, V 896, VI 209, 1878, VII 724, 1628, VIII 1102) |
1875 |
J. Verdam, Middelnederlandsche Varia, in: De Taal- en Letterbode VI (1875) blz. 16-18. (Limborch IV 1024) |
1883 |
M. de Vries, Een fragment van den Roman van Limborch, in: Ts III (1883) blz. 50-59. (Hs. D) |
|
J. Verdam, Over twee spreukenverzamelingen uit het Hulthemsche handschrift, in: Ts III (1883) blz. 177, voetnoot. |
1884 |
J. Verdam, Dietsche verscheidenheden, in: Ts IV (1884) blz. 218, 241. |
1885 |
G. Kalff, Oude liederen, in: Ts V (1885) blz. 78-80. |
1887 |
J. Verdam, Bedorven plaatsen en weinig bekende woorden uit den Middelnederlandschen Limborch, in: Versl. en Med. d. K. Akad. v. Wetensch. Afd. Lett. 3de reeks, d. 3 (1887) blz. 330-359. |
1888 |
J. Verdam, Het Brusselsche handschrift van den Limborch en zijn belang voor den door Van den Bergh uitgegeven tekst, in: Versl. en Med. d. K. Akad. v. Wetensch. Afd. Lett. 3de reeks, dl. 5 (1888) blz. 125-153.
(Verg. aldaar blz. 86). |
|
J. Verdam, Het Brusselsche handschrift van Hein van Aken's Limborch, in: Ts VIII (1888) blz. 161-210. |
| |
| |
1888 |
E.T. Kuiper, Het Heidelbergsche handschrift van den Limborch, in: Ts VIII (1888) p. 210-220. |
1892 |
Em. Spanoghe, In den nap liggen, in: Ts XI (1892) blz. 236. (Limborch X 7) |
1898 |
G. Kalff, Een paar fragmenten van den Roman van Limborch, in: Ts XVII (1898) blz. 297-301. |
1899 |
J. Franck, Mittelniederländisches aus Köln, III. Aus dem Roman van Limborch, in: Ts XVIII (1899) blz. 274-278. |
1903 |
J. Verdam, Eene verbetering in den tekst van Huyghens, in: Ts XXII (1903) blz. 301, 302. |
1922 |
L. Willems, Een nieuw fragment van den roman van Limborch, in: Versl. en Med. d. K. Vl. Acad. v. T. e. L. (1922) blz. 798-803. |
1924 |
L. Willems, Hein van Aken. Zijn leven en zijn werken, in: Versl. en Med. d. K. Vl. Acad. v. T. e. L. (1924) blz. 239. |
1929 |
E. von Scherling, Een verloren fragment van den Roman van Heinric ende Margriete van Limborch, in: Ts XLVIII (1929) blz. 143, 144. |
1937 |
Albert Verwey, De roman van Heinric en Margriete van Limborch in hedendaags nederlands naverteld en ingeleid, Santpoort, 1937. |
1941 |
B. Hermesdorf, De aesthetica in den roman der Kinderen Limborch. Een simpele vraag, in: Onze Taaltuin X (1941) blz. 46-48. |
1944 |
J.A.N. Knuttel, Een motief uit Ferguut bij Heinrik van Aken, in: Ts LXIII (1944) blz. 61, 62. |
1950 |
B. Hermesdorf, De roman van Heinric en Margriete van Limborch voor het forum der rechtsgeschiedenis. Voordracht voor de Mij. d. Ned. Letterk. (Tak Z.O. Nederland) Oct. 1950 te Nijmegen, te verschijnen in Publications 1950-1951. |
|
|