Zwervers verzen(1904)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] VII. De Vechter. Al ruikt mijn hart als een doode lamp, Al schemert de weerld in 'n donkeren damp - Ik heb nog mijn guldene sporen! Ik heb nog een kreupele knol voor den kamp, Ik heb toch nog moed voor den kreunenden kamp - Ik heb nog niet alles verloren! Al maalt een molensteen over mijn hart, Al malen mijn tranen het witte meel zwart Van al mijn zonnige koren - Ik heb nog een lichtje van hoop in mijn hart, Ik heb nog een woord van een vriend in mijn hart - Ik heb nog niet alles verloren! Al zakt om mijn open oogen de nacht, Al valt uit mijn handen mijn blijde kracht, Al leutert de wanhoop haar lied in mijn ooren - Ik heb nog een plek om te slapen vannacht, Ik heb nog een bed om te schreien vannacht - Ik heb nog niet alles verloren! Vorige Volgende