Derde tooneel
Mei, geheel op het linker-achterplan gekomen, verdwijnt even tusschen het gewas; - dadelijk daarop snort een groote meikever, met het koor van DE KINDERS zoemend en trippelend daarachter, in een wijden boog naar het rechter-voorplan. - De jongetjes (als anemonen) in één kleur, gedempt groen, met een kring van zes witte bloembladen om het hoofd (dubbeltallen, waarvan de bovenste los zijn); de meisjes (als madelieven) in één kleur, licht-groen, met een kring van ongeveer twintig witte (enkele rozige) bloemblaadjes om het hoofd (waarbij eenige losse).
zingend en trippelend achter den meikever
Met de laatste woorden bewegen zij telkens hun hoofdjes heen en weer.