Eenzame liedjes(1906)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] I. Angst. Het avondlicht vergaat en glijdt Van mijne blinde vensterruit - Nu nadert al de nacht en breidt Zijn duister over mij uit. Zijn zoele adem lekt mijn hand Als een stervend zwaarmoedig beest - Hij lekt mijn nevelig verstand - Het is geweest - geweest! 't Is of over mijn handen, en Mijn leege hersenen, en aan Mijn weeke hart twee vleugelen Langzaam te zamen slaan! Vorige Volgende